Tumgik
#verspreiding
mijnniemandsland · 9 months
Text
Huisspinnen.
In de hoeken van onze huizen en langs de randen van onze lichtbronnen, bevinden zich vaak de onopgemerkte en ongeprezen kunstenaars van ons dagelijks leven: de huisspinnen. Met hun fijn gesponnen webben creëren zij een natuurlijk fenomeen dat ons dagelijks leven subtiel verrijkt – spinnenwebben die dienen als natuurlijke frost filters voor onze lichtbronnen. Deze natuurlijke filters verzachten…
Tumblr media
View On WordPress
0 notes
transsexualprophet · 11 months
Text
Tumblr media
Roelof ten Napel, uit de bundel In het vlees
SONNET CXXVIII 
kijk om,
kijk godverdomme nog eens om,
je hebt geen idee
wat je voor het laatst zult zien —
hier roept je moeder al
voor het laatst
om te komen eten, en hier omhels je
je vrienden
voordat je weer vertrekt,
je weet niet voor hoelang, en
waar je intussen zult zijn geweest —
licht schiet aan omdat je langsloopt, en
je voelt je voor het eerst sinds dagen 
weer gezien
28 notes · View notes
roderidderhottakes · 1 month
Text
Tumblr media
De Rode Ridder - De Zwarte Wolvin
We nemen hier direct de eerste vier panelen van de strip mee want we worden direct in de actie gedropt.
We hebben geen jaartal meegekregen, en uit eerdere avonturen weten we ondertussen dat Johan "all over the place" zit zowel in tijd (na de Guldensporenslag van 1302 na een opmerking in Storm over Damme en toch plots vlak voor de invasie van de Mongolen in de ruime omgeving van Bagdad een kleine honderd jaar eerder in De Parel van Bagdad) als in ruimte (Noorwegen, West-Ierland, Japan, Bagdad, Cambodja,...). We hebben dus het raden naar deze "vreemde horden".
Goed, dan kijken we maar naar de tweede prent.
Daar zien we een slagveld. Een hoop ridders (en mooie wapenschilden) liggen her en der verspreid. Je ziet kapotte lansen, een helm, kapotte banieren en een pijl. Het is duidelijk dat het hier om een zware slag ging. Zoals de scenarist schrijft: een akelige blik.
Maar wat zien we in het derde paneel? Iemand die de Rode Ridder moet voorstellen! De veldslag heeft hem precies een heel pak ouder gemaakt. Zijn hoofd lijkt wat vierkanter en hij heeft weinig kin. Vergelijk dat even met de vierde prent en je bent niet zeker dat het over dezelfde persoon gaat.
3 notes · View notes
fransopdefiets · 17 days
Text
9-9 Store Darum
Gisteren zat ik onder het eten een beetje naar de weersvoorspellingen te kijken, we krijgen drie regenachtige dagen, daarna wordt het weer mooier. Nou geen probleem dacht ik, wie nat fietst, moet droog slapen, ik regel alvast wat onderdak. Nou kon ik in Ribe , wat mijn doel voor de volgende dag was, wel een hutje krijgen, maar dat kostte minimaal 125 euro, dat vond ik echt teveel, zeker gezien de onvoorspelbare kwaliteit van die dingen. In Store Darum kon ik wel goedkoop slapen, maar dat betekent wel 15 extra kilometers dinsdag. Nou ja, vooruit dan maar. Intussen at ik mijn zelf bereide avondmaaltijd, een salade met veldsla, groene asperges, appel en aardbeien en een stukje rundvlees. Toe at ik meer aardbeien met kwark.
Als ik wakker word, regent het, ik doe rustig aan, ik heb vandaag toch alle tijd. Het eerste stuk van de route gaat langs militair oefenterrein. De rode ballen zijn gehesen en de slagbomen omlaag, maar ik hoor geen schieten. Wel zie ik even later zo’n 30 soldaten met bepakking in een rij over de hei lopen. De twaalfde eeuwse kerk in Oksbøl is open, ze hebben er prachtig houtsnijwerk aan de muur gehangen, dat volgens mij vroeger onderdeel was van een altaar.
De route gaat nu richting Esbjerg, over hei en door bos. Ik bedenk me dat ik de hei in de afgelopen week nog geen enkele keer in volle bloei heb gezien, je ziet wel verspreid hier en daar wat bloeiende plantjes, maar geen grote vlakken paars.
Na Esbjerg fiets ik achter de waddendijk, het lijkt hier meer op Groningen, het contrast met vanmorgen is enorm. Rechts de dijk, links een sloot met riet en daarachter weilanden.
Precies voor de eerste bui kom ik aan op de camping.
Afgelegde afstand: 62 km
Gefietste tijd: 4,5 uur
2 notes · View notes
devosopmaandag · 2 months
Text
Dicht op de huid
Met het begrip 'Samizdat' werd clandestien verspreide literatuur tijdens de Sovjettijd aangeduid. Geproduceerd met de eenvoudigste middelen leidden deze boeken en geschriften een geheim leven. Zulke boeken werden uitsluitend binnenshuis gelezen. In het verspreiden ervan werd letterlijk het woord dicht op de huid gedragen. Het is een gedwongen omgang met het woord die we ons nu amper kunnen voorstellen.
Vorige week bezocht ik in het Stedelijk Museum in Amsterdam 'On this Side of the River Elbe', een overzichtstentoonstelling van de in 1940 geboren Roemeense kunstenares Ana Lupas. Bijna al haar werken bezitten een sociale component. In de eerste zaal hangt het werk 'Coats to Borrow' uit 1990, bestaande uit zes handgemaakte jassen. Een ervan hangt half open en toont zelfgemaakte labels met namen als 'Egyes' en 'Daneaya'. Ze verspreidde de jassen onder haar kunstenaarsvrienden en vroeg ze hun naam erin te naaien en ze na dragen door te geven. In een wereld waarin elke vorm van persoonlijke expressie of afwijkende esthetiek op straffe van vervolging verboden waren, vormde de kring van dragers een gemeenschap van mensen die niet zozeer het woord maar een levenshouding dicht op de huid droegen.
Pas kwam na maanden een boek binnen: 'To Hold Your Heart In Your Teeth – The Visual Language of the Romanian Blouse' van Simona Bortiş-Schultz. Het boek is een persoonlijk gekleurd, cultuurhistorisch onderzoek naar de gebruikte ornamenten die vrouwen borduurden op blouses. Ze emigreerde als kind naar de Verenigde Staten en ontdekt gaandeweg de diepere betekenis van deze visuele traditie uit het land van haar ouders. De ornamenten dragen namen als De Kam – Wolf en Tanden – De Slang – Bloem, en staan respectievelijk voor: het uitkammen van het kwaad – bescherming tegen kwade geesten – herschepping – jeugd en verwelkende schoonheid.
Na de tentoonstelling van Ana Lupas ging ik naar galerie Fons Welters om de tentoonstelling van 'Tenant of Culture' te zien, de kunstenaarsnaam van Hendrickje Schimmel (1990). In haar inventieve sculpturen bekritiseert ze de de vervuilende en vraatzuchtige mode- en kledingindustrie. Ze hergebruikt en vervormt bestaande kledingstukken en accessoires en maakt gebruik van de in die industrie bestaande technieken en materialen.
Ik keek via de drie soorten kledingstukken als het ware naar het werk van een grootmoeder, een overgrootmoeder en een kleindochter. Ik had moeite met de 'High Art' waarin de sculpturen van de jongste thuis horen en willen horen – mijlenver verwijderd van Lupas' oude jassen die in hun zeggingskracht en gemeenschapszin in een ander tijdperk horen, en nog verder van de met engelengeduld geborduurde folkloreblouses.
Ik voelde weer eens het voorgoed verdwenen zijn van werelden waarin symboliek, ambacht en traditie, of het gedachtegoed van kunst, dicht op de huid worden gedragen. Daarvoor in de plaats is er nu een wereld van consumentisme waarin de artistieke kritiek erop, in het geval van Tenant of Culture, vooral voor de happy few in de beslotenheid van de kunst zelf blijft en de kunst als geheel in een ander soort marge dreigt te raken.
2 notes · View notes
nedermemes · 5 months
Note
Hee, is het oké als ik een engelse versie maak van de europaganda post? Aangezien er engelse ondertiteling in de video zit, is het het misschien wel waard om de video ook in het engels te delen voor groter bereik!
sure! ik sprak eerder de oorspronkelijke posters/makers en zij wilden het verder verspreid zien omdat ze geshadowbanned waren. 🥲
3 notes · View notes
keynewssuriname · 6 months
Text
Rondleiding voor president in nieuwe Hilly’s productiefaciliteit
Tumblr media
De directie van Hilly's Chicks & Hilly's Farm N.V. heeft vrijdag 5 april 2024 in aanwezigheid van president Chandrikapersad Santokhi de nieuwe Broeder-ei productie Farm officieel geopend op de Staatsboerderij in het Reebergproject. Het staatshoofd had de eer om de nieuwe productiefaciliteit te bezichtigen en kreeg een rondleiding. Naast de president waren ook de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) Parmanand Sewdien en beleidsadviseur van de president, Stanley Dijksteel, aanwezig. De Broeder-ei productie Farm is de achtste faciliteit van Hilly’s Chicks en Hilly’s Farms N.V., met twee ruime productieruimtes en een totale productieomvang van 7500 eieren per dag. De bedrijven liggen verspreid van elkaar om bio security te kunnen waarborgen, ziektes te voorkomen en de productie beter te kunnen monitoren. Deze nieuwe productielocatie is tot stand gekomen op basis van gesprekken met de toenmalige voorzitter van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) over mogelijkheden voor expansie van de pluimveesector. Na de verkiezingswinst in 2020 heeft president Chandrikaperad Santokhi via zijn team van ministers en beleidsadviseurs, het stuk terrein op het Reebergproject ter beschikking gesteld aan Hilly’s Chicks en Hilly’s Farms N.V. voor de uitbreiding van hun broed-ei-productieproces. De onderneming heeft hiervoor een samenwerkingsovereenkomst getekend met het ministerie van LVV voor een periode van twintig jaar. Directeur Eric Hilversum van Hilly’s zegt dat de onderneming meteen nadat de overeenkomst met LVV is gemaakt, direct is begonnen met de bouw. De onderneming houdt zich voornamelijk bezig met de productie van broedeieren en eendaags kuikens. Deze kuikens gaan via verschillende bedrijven naar kwekers, die normaal slagkippen en leghoorns kweken. De onderneming heeft plannen om verder uit te breiden met meerd farms. Hilversum bracht de obstakels waar de hele kipsector mee kampt, onder de aandacht van de president. Volgens hem is nog altijd de import van kippenbouten het grootste obstakel, waar regering op regering geen maatregelen zijn getroffen. Hij noemt het een oneerlijke concurrentie. Een tweede factor is de heffing van Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) op de import van voer en kuikens. Hij vroeg tevens aandacht voor de hoge rentes bij de banken en andere spin-off effecten. Minister Sewdien feliciteerde de directie met de eerste fase van het productieproces. Hij zegt zijn verdere ondersteuning toe aan de onderneming voor de productie van eigen broedeieren, vooral met het oog op vogelgriep die zwaar heerst in Europa. Dit is de hoofdreden waarom LVV dit project heeft ondersteund om onze eigen broedeieren te produceren en onafhankelijk te worden van import. Santokhi benadrukte dat Hilly’s een Surinaams bedrijf is dat zich op eigen kracht heeft ontwikkeld in de afgelopen jaren en een bijdrage heeft geleverd aan de economie en aan de eiwitvoorziening. “U levert ook een bijdrage aan zoveel andere bedrijven die producten van u afnemen. En u levert een bijdrage aan werkgelegenheid. Maar u zorgt ook dat de pluimveesector op een moderne wijze met moderne technologie en biotechnologie verder ontwikkeld wordt”, sprak de president. Hij riep de directie van de onderneming op om naast de lokale markt ook de Caricom-markt te voorzien van eieren, omdat de vraag naar voedsel groot is. Read the full article
2 notes · View notes
Text
Poiesz supermarkt 100 jaar
Tumblr media
06.07.2023
De Noordelijke supermarktketen Poiesz bestaat dit jaar maar liefst 100 jaar. Het is in 1923 heel eenvoudig begonnen met een groentewinkeltje in Sneek. En tegenwoordig heeft Poiesz 72 winkels verspreid over de Noordelijke provincies. ShopperWithAttitude (SWA) bezocht tijdens het eerste Coronajaar  een filiaal in Groningen. De vraag is wel of de keten kan blijven bestaan, want Poiesz heeft maar een klein marktaandeel. En Deen is het bekende voorbeeld van een keten die is opgehouden wegens een te klein marktaandeel om de toekomst aan te kunnen. Lees meer over de geschiedenis van Poiesz in de Levensmiddelenkrant.
5 notes · View notes
l5-gbsdehorizon · 10 months
Text
Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media Tumblr media
De laatste spreekbeurten stonden vandaag gepland.
Er werden alvast heel veel leeskriebels verspreid…
6 notes · View notes
Text
Een voorbeeld voor evangelisatie ...en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed. Handelingen 10:38 De roeping van onze Deere op aarde was een roeping voor Zijn eigen huis. Hijzelf zei tegen Zijn discipelen: ‘Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël’ (Matth. 15:24). Hij ging helemaal tot aan de grenzen van het Heilige Land, maar daar stopte Hij. En of Hij nu noord-, zuid-, oost- of westwaarts reisde, in steden en in dorpen, overal waar Hij kwam, preekte Hij tot Zijn eigen landgenoten. Later kwam uit dit werk in eigen land de buitenlandse zending, zoals dat kan worden genoemd, voort, toen degenen die verstrooid werden in het buitenland overal heen gingen om het Evangelie te prediken. Zo werd de zegen voor Israël een zegen voor alle volken. Het was altijd al de bedoeling van de Heere dat het Evangelie aan elk schepsel onder de hemel werd gepreekt, maar voor zover het Zijn eigen werk betrof, begon Hij dichtbij huis. En daarin zien we Zijn wijsheid, want het heeft weinig nut om in het buitenland van alles te proberen als er thuis geen stevige basis is in een echt geheiligde gemeente. Zo hebben we een steunpunt voor onze hefboom. We willen Engeland tot Christus bekeerd zien. Dan zal het de grote heldin worden van het Evangelie van Christus in andere landen. Zoals het er nu voorstaat, zijn onze soldaten en matrozen te vaak getuigen tegen het Evangelie, en onze reizigers, in welke vorm dan ook, geven in andere landen te vaak een heel ongunstige indruk van het kruis van Christus. We willen dat dit land door en door verzadigd is met de Geest van Jezus Christus. Alle duisternis moet verdreven worden en het echte licht moet schijnen. Dan zullen zendingsoperaties een wonderlijke impuls krijgen. God zal Zijn waarheid bekendmaken in alle landen als Hij Zijn aangezicht eerst heeft doen lichten voor Zijn uitverkorenen. We zullen nu in twee punten spreken over evangelisatie. In de eerste plaats hebben we hier een voorbeeld voor evangelisatie en in de tweede plaats een voorbeeld voor de evangelist. Als we over deze twee dingen hebben gesproken, zullen we een derde punt benadrukken, namelijk de plicht om het werk van de grote Meester na te volgen. 1. Voor ons hebben we dus een voorbeeld voor evangelisatie. We zien in de tekst de grote evangelisatie geschetst die de Heere Jezus Christus bedreef, Die het land doorging, terwijl Hij goeddeed. Ik weet zeker dat we er veel van leren als we de manier overdenken waarop Hij die onderneming ter hand nam. Aan het begin van Zijn werk koos Hij als Zijn belangrijkste instrument de prediking van het Evangelie. De Heere had Hem gezalfd om het Evangelie te prediken. Hij deed duizenden genadige daden, Hij diende op vele manieren ten gunste van Zijn medemensen en voor de eer van God. Maar op aarde was Zijn troon, als ik het zo mag zeggen, de preekstoel. Toen Hij het Evangelie van het Koninkrijk begon te verkondigen, werd Zijn echte heerlijkheid gezien: ‘Nooit heeft een mens zo gesproken als deze Mens’ (Joh. 7:46). Broeders, Hij wil dat Zijn volgelingen op dezelfde bezigheid steunen. De verspreiding van godsdienstige boeken en de instelling van scholen en andere godvruchtige ondernemingen mogen niet worden nagelaten, maar eerst en vooral behaagt het God door de dwaasheid van de prediking zalig te maken wie gelooft. De hoofdplicht van de christelijke kerk wordt zo neergezet: ‘Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen’ (Mark. 16:15). Ongeacht wat kan worden gezegd over de vooruitgang en dat de preekstoel niet past bij deze tijd, zouden we heel dwaas zijn als we ons inbeelden dat we een beter middel hebben gevonden dan het middel dat Jezus uitkoos en dat Zijn Vader zo bijzonder zegende. Laten we achter onze prediking staan als soldaten achter hun geweer. De preekstoel is het Thermopylae [1]van het christendom waar onze vijanden een geduchte slag te verduren zullen krijgen. Het is het slagveld van Waterloo [2], waar zij zullen worden verslagen.
Laten we preken, altijd weer preken. Laten we een geluid blijven voortbrengen, al was het maar van een ramshoorn, want beetje bij beetje zullen de muren van Jericho ter aarde storten. Preek, preek, preek! Het leven van de Meester vertelt ons duidelijk dat we het Evangelie van het Koninkrijk voortdurend moeten uitroepen als we zielen willen redden en God willen verheerlijken. [1] Een veldslag in 480 v. Chr. waarbij een verbond van Griekse stadsstaten streed tegen de Perzen. [2] Hier werd Napoleon in 1815 definitief verslagen Samen opgaand met Zijn eigen prediking zien we dat de Meester een seminarie vormt om predikers op te leiden. Wie ooit gedacht heeft dat gedegen instituten voor scholing onschriftuurlijk zijn, zal niet kunnen begrijpen waarom onze Heere een aantal leerlingen nam die Hij onder Zijn hoede hield en die later onderwijzers werden. Nadat Hij Petrus en Johannes riep en een paar anderen, liet Hij hen eerst als het ware toe op Zijn avondschool. Toen hadden ze hun gewone beroep nog en kwamen ze bij Hem voor instructie op de tijd die hun schikte. Maar na een tijdje lieten ze hun werk varen en bleven ze voortdurend bij hun grote Leraar. Ze leerden hoe ze moesten preken door te letten op Zijn preken. Hij leerde hun zelfs bidden, evenals Johannes zijn discipelen had geleerd. Ons wordt verteld dat Hij veel moeilijke onderwerpen die Hij verborgen hield voor de mensen aan de discipelen openbaarde. Hij nam hen apart. Zij mochten de verborgenheden van het Koninkrijk weten, terwijl Hij de andere mensen de waarheid slechts vertelde in de vorm van gelijkenissen. Dit is te vaak vergeten in de kerk en moet in herinnering worden gebracht. Onder de Waadlanders en de waldenzen was elke predikant altijd ijverig op zoek naar anderen die predikant konden worden. Daarom had ieder van hen de zorg voor een jongere broeder. In de verslagen van de herders van de kerk in Waadland lezen we dat de eerwaarde mannen op hun reizen, terwijl ze klif na klif passeerden, gewoonlijk vergezeld werden door een sterke, jonge bergbewoner, die in ruil voor de hulp die hij de eerwaarde vader bood, onderwijs kreeg in de leer van het Evangelie, in kerkrecht en in andere dingen die bij het ambt horen. Op deze manier was het Israël van de Alpen in staat om te volharden in zijn getuigenis en raakte het ambt van prediker van het Evangelie nooit in onbruik. Toen in de dagen van de gezegende Reformatie Calvijn en Luther invloed in Europa kregen, was dat niet alleen door hun eigen prediking, hoe machtig ook. Het was ook niet door hun geschriften, hoewel die overal verspreid werden als bladeren in de herfst. Het kwam door de ontelbare jongemannen die rond Wittenberg zwermden en die in Genève samenkwamen om te luisteren naar het onderwijs van de grote hervormers en die vervolgens naar andere landen gingen om daar te vertellen wat zij hadden geleerd. Onze Meester confronteert ons met het feit dat er geen geschikter instrument is voor de verspreiding van het Evangelie dan een man die door God wordt opgewekt om het Evangelie te prediken en die anderen aantrekt die zijn geest inademen, die gebaat zijn bij zijn voorbeeld, die zijn leer overnemen en uitgaan om diezelfde boodschap te prediken. Het zou terecht zijn om hierbij op te merken dat de Meester bij Zijn prediking en Zijn seminarie het onwaardeerbare middel van Bijbel klassen voegde. Ik geloof echt dat de hele opzet van een ijverige christelijke kerk in embryoformaat kan worden gevonden in de daden van Christus. En als Zijn gezegende leven van heilige werkzaamheid grondiger zou worden bestudeerd, zou er spoedig aan nieuwe organisaties om de wereld te verlichten en de kerk op te bouwen worden gedacht. En bijzondere vrucht zou volgen. Van tijd tot tijd sprak onze Heere een-op-een met Zijn discipelen, soms in tweetallen, en op andere momenten sprak Hij de apostelen allen tegelijk aan ‘en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was’ (Luk. 24:27). Het is duidelijk
dat de apostelen vertrouwd waren met de Schriften en ik ga er niet van uit dat de hele bevolking van Palestina zo goed onderwezen was. Ze moeten dus van Jezus hebben geleerd. Petrus’ eerste preek laat zijn bekendheid met het Oude Testament zien. En de rede van Stefanus bewijst een opmerkelijke vertrouwdheid met de Bijbelse geschiedenis. Ik denk dat dat geen algemene kennis was, maar het gevolg van een voortdurende omgang met een Meester Die voortdurend verwees naar het geïnspireerde Boek. De wijze waarop Hij het heilige Boek las, interpreteerde, citeerde, illustreerde, alles werkte eraan mee dat Zijn discipelen mannen werden die goed onderwezen waren in de wet en de profeten. En ondertussen werd de meest diepe betekenis van het Woord hun duidelijk in de persoon van hun Heere Zelf. Als evangelisatie wil gedijen, moeten de dienaars zorgvuldig opletten dat ze ijverig zijn in het onderwijzen van de bekeerlingen in de kennis van het geschreven Woord. De Bijbel moet met aandacht gelezen en de betekenis duidelijk uiteengezet worden. Het geheugen moet vertrouwd raken met de woorden en het hart met de geest ervan. We moeten uitzien naar mannen en vrouwen vol genade die in deze zo nodige bediening willen werken. Predikanten kunnen het zich niet permitteren om het voortdurende Bijbelse onderwijs aan het volk te negeren. Als zij dit veronachtzamen, moeten zij niet vreemd opkijken als wolven de kerk binnenkomen en de kudde opvreten. Opdat onze jongemannen en vrouwen niet door elke wind van leer worden meegesleurd, maar standvastig en onbeweeglijk zouden zijn, is het onze opgebonden plicht om hun te onderwijzen in het goddelijke Woord met werkzame en voortdurende zorg. Let er ook op dat het evangelisatiewerk van onze Heere niet aan de kinderen voorbijging. Ons edele systeem van zondagsschoolwerk wordt niet alleen gerechtvaardigd, maar zelfs bekrachtigd door het voorbeeld en het voorschrift van onze Heere toen Hij zei: ‘Laat de kinderen begaan en verhinder hen niet bij Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen' (Matth. 19:14). En ook tot Petrus zei Hij: ‘Weid Mijn lammeren’ (Joh. 21:15). De opdrachten die ons gebieden te zorgen voor onze volwassen bekeerlingen die onder de naam ‘schapen’ vallen, zijn niet geldiger dan het gebod om te zien naar de jonge en kwetsbare kinderen, die worden aangeduid met de term ‘lammeren’. Als u begint aan evangelisatiewerk moet u daarom zorgvuldig letten op de kinderen. Mozes wilde zelfs de kleintjes niet in Egypte achterlaten. Ook de jeugdige Israëlieten aten van het paaslam. Ons werk faalt verschrikkelijk als we ons niet bezighouden met de jongens en meisjes. Ik ben bang dat veel van onze openbare prediking in dit opzicht bestraffenswaardig is. Ik voel zelf dat ik niet zo veel in mijn gewone preken tot de kinderen van mijn gemeente zeg als ik zou moeten doen. Hier en daar voeg ik verhalen en gelijkenissen in, maar als ik ooit mijn eigen ideaal van preken bereik, zou ik veel vaker doelgericht handenvol over de jongeren uitstrooien. Preken moeten zijn als een mozaïek. Er moeten overvloedig schitterende stukken in zitten die de kinderlijke blik zullen vangen. Onze uiteenzettingen moeten ‘wijn en melk’ zijn, zoals Jesaja zegt (Jes. 55:1), wijn voor de mannen en melk voor de kleintjes. Vanaf onze preekstoelen moeten we een kindervriend zijn, want dan zullen ze als vrienden van ons en van onze Meester opgroeien. Ons model voor evangelisatie ontleent zijn kracht aan de ontwikkeling van jeugdige godsvrucht en maakt dit onderdeel van haar inspanning aan niets ondergeschikt. Nu gaan we een stap verder. De laatste jaren wordt door ijverige evangelisten in de meer armoedige delen van Londen het plan van gratis theedrinken, gratis ontbijten of gratis dineren vaak gebruikt, waarbij de armste mensen samengebracht worden en worden gevoed. Daarna worden ze liefderijk aangespoord om redding te zoeken. Het is opmerkelijk dat deze methode zo lang niet is gebruikt, want met een kleine wijziging is het een plan dat we aan onze Heere ontlenen.
Bij ten minste twee gelegenheden verzorgde Hij een gratis maaltijd voor duizenden hongerigen. Hij liet niet na om te zorgen voor voedsel voor het lichaam van degenen wiens zielen Hij gezegend had met woorden van leven. Bij deze twee gelegenheden gaf de ruimhartige Meester van het feest Zijn menigte bezoekers een voedzame maaltijd van brood en vis. Vaak heb ik me afgevraagd waarom deze twee levensmiddelen voor beide gelegenheden werden gekozen. Misschien was het omdat zowel land als zee daarmee werd uitgeroepen tot de provisiekast van de Voorzienigheid. Hij gaf niet slechts brood. Hij was niet krenterig. Hij stilde niet slechts hun honger, maar Hij voorzag hen van iets lekkers bij het brood en daarom gaf Hij hun brood en vis. De Heere verstrekte bij Zijn tafel in de wildernis een lekkere, voldoende, gezonde en verzadigende verfrissing. Ook al volgden velen Hem ongetwijfeld omdat zij hadden gegeten van die broden en vissen, toch twijfel ik er niet aan dat sommigen eerst aangetrokken werden door het aardse voedsel en daarna bleven om van het hemelse brood te eten en de kostbare waarheden te omhelzen die hun eerst dwaasheid leken. Ja mijn vrienden, als we ons hongerende volk willen bereiken, als we de meest vervallen mensen en de armste van de armen willen bereiken, moeten we dit soort middelen gebruiken, want dat deed Jezus. Evangelisatie zal ook heel krachtig worden als we Jezus navolgen in het combineren van medische zorg met godsdienstig onderwijs. Onze Heere was een medische Zendeling. Hij preekte niet slechts het Evangelie, maar Hij opende de ogen van de blinden, Hij genas degenen die aan koortsen leden. Hij deed de lammen springen als een hert en liet de tong van de stommen zingen. U kunt zeggen dat dat allemaal wonderen waren. Dat geef ik toe, maar het gaat nu niet om de manier waarop de kwaal genezen werd. Ik spreek over de genezing zelf. Het is zeker waar dat wij geen wonderen kunnen doen, maar we kunnen op het gebied van genezing doen wat binnen ons menselijk bereik ligt. Zo kunnen we onze Heere volgen. Niet met gelijke tred, maar op dezelfde route. Ik verheug me erin dat er in Edinburgh en Glasgow en ook in Londen een instelling is voor medische zending. Ik geloof dat op bepaalde plekken van Londen wellicht niets zo heilzaam is voor het volk als dat de consistorie omgevormd wordt tot apotheek en de godvruchtige chirurg een diaken, zo niet een evangelist van de kerk wordt. Op een dag zal het mogelijk geacht worden dat we diaconessen hebben die door zelf verloochenende zorg voor zieke armen het Evangelie in het meest schamele hutje brengen. In ieder geval moet er worden samengewerkt met de stadszending en de Bijbelvrouwen en met evangelisatie waar dan ook, zo veel als mogelijk. De ijverige hulp van geliefde artsen en mannen uit de gezondheidszorg die zoeken goed te doen aan ogen, oren, benen en voeten van mensen moet samengaan met die van anderen van ons die kijken naar hun geestelijke gebreken. Vaak kan een jongeman die uitgaat als dienaar van Christus veel meer goed doen als hij iets weet van anatomie en medicijnen. Hij zou een dubbele zegen kunnen zijn voor een achtergebleven buurtschap of voor een armoedige wijk. Ik bid om een krachtigere verbinding tussen de chirurg en de Zaligmaker. Ik wil de hulp inroepen van echt gelovige leden van de universiteit. Mochten er velen zijn als Lukas, die zowel arts als evangelist was. Misschien lopen er christelijke jongemannen in de ziekenhuizen die God vrezen en in deze aanwijzingen een vingerwijzing zien voor hun carrière. Hier wil ik aan toevoegen dat onze Heere Jezus Christus Zijn evangelisatiewerk samen liet gaan met het uitdelen van aalmoezen. Hij was heel arm. Vossen hadden holen en vogels nesten, maar Hij, de Zoon des mensen, had niets om Zijn hoofd op te leggen. Hij kon weinig sparen van de giften van de gelovigen die in Zijn behoeften voorzagen. Deze gaven werden in een zak gedaan die aan Judas werd toevertrouwd en tussen de regels door vernemen
we dat de Meester gewoon was om uit deze dunne portemonnee te delen aan de armen om Hem heen. Broeders, het valt te vrezen dat sommige kerken achterblijven in de zaak van het geven van aalmoezen, een zaak die in de dag van het oordeel een belangrijke plek in zal nemen. ‘Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven’ (Matth. 25:35). De Roomse Kerk blonk uit in de praktijk van het geven van aalmoezen en als haar wijze van uitdelen even wijs als genereus zou zijn, zou ze in dit opzicht zeer te prijzen zijn. Broeders, wij geloven dat we door geloof worden gerechtvaardigd en niet door werken, maar stoppen we daarom met goede werken en laten we het geven van aalmoezen naar de achtergrond verdwijnen? Alles moet gecentraliseerd en sommigen zijn zo ijverig in het terugdringen van persoonlijke liefdadigheid dat het op een dag een strafbaar feit kan worden om een stuiver te geven aan een verhongerende vrouw zonder de politie te hebben geconsulteerd of de armendienst of een andere instelling die papieren uitdeelt in plaats van tarwebrood. De publieke opinie vereist de openbaarmaking van al onze giften en negeert het ouderwetse gebod dat onze linkerhand niet moet weten wat onze rechterhand doet (Matth. 6:3). We moeten allemaal tandwielen worden in de machinerie van de maatschappij. We moeten op vaste tijden onze aalmoezen geven en de armen volgens het systeem helpen. In ieder geval zal ik christelijke mensen altijd aanraden om wat persoonlijk te zijn in hun liefdadigheid. Ik zal godzalige mannen aansporen om voor zichzelf te beoordelen hoe het zit met de armoede van ieder geval, en om zelf te geven, los van al die instellingen die de liefdadigheid bijsnijden en verdrogen tot ze niet meer is dan een skelet. Ongeacht vermaningen van de maatschappij. Ik geloof stellig in het Evangelie van de gerstebroden en de vissen. Ik geloof in het Evangelie dat de hongerigen voedt en de naakten kleedt. Ik hou van het verhaal dat ik gisteren hoorde over een arme man die op zondagmorgen op straat gevonden werd. Hij stond op het punt zichzelf te doden. Twee van onze broeders ontmoetten hem en brachten hem bij deze Tabernakel, maar ze deden beter dan hem de preek te laten horen terwijl hij hongerig was. Op straat namen ze hem mee naar een koffiebar. Ze gaven hem een kop hete koffie en wat brood met boter. Daarna brachten ze hem nee om de uiteenzetting te horen. Ik kreeg een veel begeriger luisteraar nu de honger was gestild dan ik zou hebben gehad in de arme, hongerige zondaar. Toen de preek klaar was, zorgden ze ervoor dat hij een goede maaltijd kreeg en zo verzorgden ze hem tot ze hem hier ‘s avonds weer brachten. En het behaagde God om het Woord voor hem te zegenen. Wees ervan verzekerd dat de feiten dat de Meester blinde ogen opent, dat Hij de menigte voedt en dat Hij de armen helpt evenzoveel tekenen zijn voor de christelijke kerk als kledinginzamelingen, gaarkeukens en liefdadigheidsinstellingen legitieme hulpmiddelen zijn om het Evangelie te delen. Het evangelisatiewerk van onze Meester had een element in zich dat we nooit moeten vergeten, namelijk dat het bijzondere voortgang boekte door prediking in de openlucht. Ik herinner me de tijd goed dat het een uitgesproken nieuwigheid leek om op straat te gaan prediken. Ik herinner me dat ik twintig jaar geleden aan mijn goede diakenen voorstelde om op zondagavond bij de rivier te gaan preken en dat een van hen opmerkte: ‘Ach, dat lijkt me niks. Dat doen de methodisten.’ Als gezonde calvinist vond hij het vreselijk om iets te doen waaraan de methodisten zich schuldig maakten. Voor mij was dat geen aanbeveling, maar ik wilde het gevaar wel lopen om methodistisch te zijn. Overal in Engeland, in onze steden, dorpen en gehuchten, zullen er tienduizenden zijn die het Evangelie nooit zullen horen als de prediking in de openlucht wordt verwaarloosd. Ik geloof dat God ons toestaat om in kerken en kapellen te prediken, maar ik geloof niet dat we daar een apostolisch precedent voor hebben. Dat hebben we in ieder geval niet als we onze dienst beperken tot zulke plekken.
Ik geloof dat het ons is toegestaan als het de orde en het gemak dient om gebouwen voor onze diensten apart te zetten, maar we hebben geen recht om deze plaatsen heiligdommen te noemen of huizen van God, want alle plaatsen zijn even heilig als heilige mensen er vergaderen. Het is echt een misvatting dat we onze prediking beperken tussen de muren. Het is waar, onze Heere preekte in synagogen. Maar vaak sprak Hij op een berghelling, of vanaf een boot, of in de tuin van een huis, of op doorgaande wegen. Het enige wat Hij nodig had was een gehoor. Hij was een Visser van zielen van de goede soort, niet van de moderne orde die in hun huizen zitten en verwachten dat de vissen naar hen toe komen om gevangen te worden. Zou onze Heere bedoelen dat een prediker doorgaat met preken vanaf zijn preekstoel tot lege kerkbanken, terwijl hij als hij op een stoel of tafel buiten het bedehuis zou gaan staan door honderden gehoord zou worden? Natuurlijk, als de menigte het huis vult en het huis is zo groot als een menselijke stem vullen kan, is er geen noodzaak om de straat op te gaan. Maar helaas, er zijn talloze kerken in Londen die nog niet voor een vierde of zelfs een tiende gevuld zijn! En toch gaat de prediker tevreden verder. Als een prediker voortdurend preekt tot een handjevol mensen binnen de muren, terwijl de tuinen, lanen en straten buiten vol zijn met mensen die vergaan vanwege gebrek aan kennis, is dat zonde. De prediker die zijn plicht doet, gaat uit in de heggen en stegen. Hij gaat de wereld in. Hij preekt, of de mensen nu horen of hem negeren. Met vreugde laat hij heuvels en wouden weerklinken van het Evangelie van vrede. Onze Heere was ook een goed voorbeeld voor evangelisten op het punt dat Hij medelijden had met de dorpen. Vaak worden kleine dorpen te onbetekenend gevonden om er kerken te stichten. Maar de dorpen helpen mee om steden belangrijk te maken, en het karakter van de stedelingen van dit grote Londen is in grote mate afhankelijk van het karakter van de dorpshuizen waaruit zo veel medestedelingen voortkomen. We moeten het kleinste gehucht nooit verachten. We moeten zover gaan als we kunnen om zelfs de kleinste vlekjes van twee of drie huizen bij eenzame moerassen en op verlaten heidevelden te bereiken. Tegelijkertijd gaf de Meester veel aandacht aan de steden. Kapernaüm en Bethsaïda werden niet vergeten. De echo van Jeruzalem weerklonk nogal eens. Op de plek waar de menigte samenkwam voor het grote feest, zoals bij ons mensen samendrommen op de markt en de kermis, verhief Christus Zijn stem en riep: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken’ (Joh. 7:37). Wie evangeliseert, moet zich bedienen van elke plek waar zijn medemensen samenkomen, ongeacht wat het doel is waarvoor zij samengekomen zijn. Op elke plaats moet hij het Evangelie verkondigen. Elk middel moet hij aangrijpen om een aantal mensen te redden. II. Ik zal nu verdergaan en in de tweede plaats aandacht geven aan het voorbeeld voor de evangelist. Uiteindelijk hangt de uitwerking van onze inspanningen nauwelijks af van de methode die we gebruiken, broeders. Na God is haast alles afhankelijk van de persoon. Er zijn mensen die bijzondere resultaten boekten met een ondoordachte en onvolmaakte methode, en er zijn mensen met een bewonderenswaardige organisatie die niets tot stand gebracht hebben, omdat ze zelf niet goed waren. Welke man is het meest geschikt om evangelist te zijn voor Christus? Welke vrouw kan haar God het best dienen? Kijk naar het voorbeeld voor een evangelist: de persoon van de Heere Jezus. De man die God moet dienen als leidend evangelist moet een man zijn die onderwijst met macht en die persoonlijke invloed heeft. Het is onzin om iemand uit te zenden als evangelist die niet kan spreken. Toch zouden er heel wat plaatsen zonder dominee zitten als spreken met macht een voor waarde was voor dat ambt. Het komt nogal eens voor dat de prediker zo vreselijk mummelt datje zijn woorden nauwelijks kunt volgen.
Of de prediker leest alleen maar voor. Of hij staat te stuntelen als een slechte lezer die probeert om een moeilijk gedicht voor te dragen. Als de Kerk van Engeland een jonge man roept om toe te treden tot de heilige orde is het laatste waarop ze let of hij de gave heeft om zich uit te drukken, of met andere woorden: of hij door natuur en genade begiftigd is om een prediker te zijn. Ik geef graag toe dat er een aantal heel bewonderenswaardige en uitnemende mensen die kerk binnenkomen, maar we geloven dat zo’n systeem in wezen slecht is. Als je wilt dat iemand het Evangelie verkondigt onder zijn medemensen, moet dat iemand zijn die kan preken. Hij moet in staat zijn om te onderwijzen. Hij moet duidelijk kunnen maken wat hij bedoelt. Hij moet de aandacht kunnen vangen, zodat mensen graag naar hem luisteren. Onze Heere had deze vaardigheid in de hoogste mate. Hij kon de schitterendste waarheden tot het begripsniveau van Zijn hoorders terugbrengen. Hij wist met een goddelijke eenvoud hoe Hij een verhaal moest vertellen dat zelfs de aandacht van een kind ving. En hoewel de waarheid waarover Hij sprak zodanig was dat de aartsengelen die niet doorgrondden, kon Hij die in zo’n vorm gieten dat de kleine kinderen zich om Hem heen verzamelden en de gewone mensen Hem graag hoorden. In staat zijn om te onderwijzen is wat we willen. Bid de Heere van de oogst, mijn broeders, om ons velen te sturen die deze zeldzame gave hebben. De preekstoel, de zondagsschool en elke vorm van christelijke dienst heeft ijverige werkers nodig die de gave hebben om hun gedachten om te zetten in de taal van degenen met wie ze in contact zijn, zodat zij worden geboeid en onder de indruk komen. Maar er zijn belangrijkere kwalificaties dan deze. Onze Heere was een Evangelist Die Zich verbroederde met de mensen. Ik denk niet dat Hij onderweg ooit iemand passeerde waarbij Hij tegen Zichzelf zei: ‘Ik sta zover boven die man, met hem spreek Ik niet.’ Ik durf me dat nauwelijks voor te stellen. Het zou de Zaligmaker zo naar beneden halen. En toch, en toch, en toch, sommige van Zijn dienaren hebben zulke gedachten! Hoe velen van ons zouden doelgericht een gesprek aangaan met een arme hoer als zij haar naar de put zouden zien komen? Als we wisten wie zij was, zouden we er wellicht snel vandoor gaan. Ons geweten zouden we geruststellen met de opmerking dat anderen meer geschikt zijn voor zo’n geval, een zaak die we over moeten laten aan de hulpdiensten. Onze Heere boog Zich niet gekunsteld naar haar over. Hij gedroeg Zich ook niet als een rijke weldoener tegenover deze arme Samaritaanse zondaar. Maar Hij begon zo natuurlijk mogelijk met haai te praten, in elk opzicht op Zijn gemak. Als zij de edelste vrouw van het land zou zijn geweest, zou Hij Zich niet méér met haar hebben kunnen verbroederen. En toch hield Hij afstand van haar zonde. Onze Heere ontving zondaars en at met hen. Ze moeten hebben ervaren hoe anders Hl, was dan zij, maar Hij veroorzaakte geen afstand. Hij deed met of Hij van een hogere rang was. Hij maakte geen onderscheid en markeerde geen sociale standen. Hij was geen farizeeër die zich afzonderde in vrome uitnemendheid. Trots en veronderstelde waardigheid trokken Hem niet aan. Hij was heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars (Hebr. 7:26) in de hoogste en beste zin, maar in andere opzichten was Hij de vriend van tollenaars en zondaars. Als Londen wordt gezegend, zal dat nooit gebeuren dooi predikanten die te verheven zijn om tot de armste mensen te spreken en uw liefdadigheidsinstituten zullen weinig goeds uitrichten als uw adellijkheid zich niet kan vermengen met de eenvoudigere klassen Wc moeten één worden met degenen die we willen zegenen. We moeten ons niet schamen om hen broeders te noemen. Zonder aarzeling moeten we de broederhand reiken aan de gevallenen en aan de lagere rangen om hen te vertellen omwille van Christus. O, hadden we mannen en vrouwen met de echte broederlijke en zusterlijke geest, been van hel been van het volk en vlees van hun vlees!
Verder was onze Heere een Man Die zwoegen kon. Hij was zeker geen heer in het kwadraat die zich in zijn vrije tijd bezighoudt met het geven van wat colleges. Nooit preekte Hij zonder Zijn ziel daarin te leggen. Hij was zeker niet het soort evangelist dat zijn taak gemakkelijk vindt. Hij kon niet, zoals sommigen, het jaarrooster preken zonder de rustige regelmaat daarvan te verstoren door Zijn eigen emoties van dat moment. Nee mijn broeders, nooit preekte iemand meer intens dan Jezus. Overdag preekte Hij, ‘s nachts bad Hij. Vaak was Hij zwak van moeheid, maar vond Hij toch geen tijd genoeg om te eten. Als er iemand is geweest die hard werkte, was het Christus. Hij is de Meesterwerker van de mensenkinderen. We moeten allemaal ons brood eten in het zweet van ons aangezicht, maar Zijn last was veel groter toen Hij het brood des levens kocht met het bloedige zweet van Gethsémané en dagelijks met Zijn levenszweet tijdens Zijn driejarige bediening. Zijn leven was een toneel van ononderbroken werkzaamheid. We kunnen nauwelijks bevatten hoe volledig onze Zaligmaker Zichzelf voor ons gaf. Als de kerk zielen gered wil zien, kan dat dus nooit gebeuren door mensen die half slapen. Christus’ rijk zal nooit uitgebreid worden door mensen die bang zijn om te werken. God zal Zijn kerk zegenen door de kracht van de Heilige Geest, want daar komt alle kracht vandaan, maar Hij wil dat Zijn kerk werkt. En anders komt de zegen niet. Als evangelist willen we iemand die kan bidden zoals de Meester bad. Wat was Jezus de kunst van het bidden machtig! Hij was met God in het gebed even groots als met de mensen in het preken. Ik hoorde gisteren een broeder spreken over hoe de Heere de heuvel afkwam met wilde bloemen die aan Zijn mantel hingen en met de geur van hei in Zijn kleding, omdat Hij net terugkwam van de eenzame plaats waar Hij de nacht in gebed had doorgebracht. Precies, mijn broeders, dat is de bron van kracht. Gebed breekt harten. Deze granieten rotsen zullen nooit breken onder onze hamers tot we op onze knieën gaan om ze te beuken. Als we het van God winnen voor mensen, zullen we het van mensen winnen voor God. Het hoofdwerk van een predikant moet alleen gedaan worden. Laat hij doen wat hij wil als de menigte luistert, hij zal hen niet tot Christus brengen tenzij hij voor hen heeft gepleit toen niemand hem hoorde behalve zijn God. Ons evangelisatiewerk heeft mensen nodig die kunnen bidden. En broeders, als we bruikbare mannen en vrouwen willen krijgen, moeten we hen kiezen die kunnen huilen. Dat is een fijnzinnige gave, die emotionele kracht van het hart die de gevoelens doet koken en doet opborrelen als dampende geuren, tot ze ten slotte gecondenseerd als water uit druipbronnen uit onze ogen stromen! Ik verlang niet naar vochtige ogen die het gevolg zijn van zwakke ogen of een verwijfd karakter, maar mannelijk huilen is een machtig ding. Onze Deere Jezus was heel mannelijk, veel te mannelijk om in sentimentaliteit en aanstellerij te vervallen, maar toen Hij de stad voor Zich zag en dacht aan het lijden er bij zijn val over Jeruzalem zou komen als straf voor zijn zonde, kon Hij de tranenvloed niet bedwingen. Zijn grote hart deed Zijn ogen overstromen. Als Hij Zelf geen Man was geweest die wenen kon, zou Hij, menselijk gesproken, anderen ook niet aan het wenen hebben kunnen maken. U moet zelf voelen, wilt u het gevoel van anderen raken. U kunt mijn hart niet bereiken als uw hart het mijne niet eerst ontmoet. Heere, zend mannen in Uw oogst met een sterk emotionele natuur, die ogen hebben die een fontein van tranen kunnen worden. Bovenal was onze gezegende Heere Iemand Die wist hoe Hij moest sterven. O, wanneer zullen er mannen en vrouwen onder ons gezonden worden die bereid zijn om te sterven om hun levenswerk te volbrengen? Ik huiver, en dat temeer omdat ik zelf niet beter ben, als ik de excuses hoor waarmee risico’s vermeden worden en de redenen zie om het harde leven in een ander land te vermijden. In sommige kringen
wordt zelfs ter discussie gesteld of het wel geoorloofd is om de dood te riskeren vanwege de prediking van het Evangelie. Ik zou veel kunnen zeggen, maar zal me inhouden. Alleen dit wil ik kwijt, tenzij genade ons de oude apostolische zelfopoffering opnieuw leert, kunnen we niet verwachten dat het Evangelie met kracht zal overwinnen. IJver voor Gods huis moet ons verteren. Liefde voor het leven moet zich onderwerpen aan liefde voor zielen. Beproevingen moeten niet geacht worden omwille van Christus. De dood moet worden getrotseerd, anders zullen we de wereld nooit voor Jezus winnen. Wie zich met kostbare kleding kleedt (Matth. 11:8), zal Ierland nooit voor Christus winnen, of Afrika, of India. Wie zichzelf belangrijk vindt en het vlees verzorgt om begeerten op te wekken (Rom. 13:14), zal niet of nauwelijks iets doen. Christus openbaarde het grote geheim toen over Hem werd gezegd: ‘Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen’ (Matth. 27:42). Naar de mate waarin iemand zichzelf wil behouden, kan hij anderen niet redden. Slechts naar de mate waarin hij bezig is zichzelf op te offeren en gewillig is om zich luxe, comfort, noodzakelijkheden en zelfs het leven te ontzeggen, slechts naar die mate zal hij voorspoedig zijn. Ik geloof niet dat het leven van een zendeling verloren kan gaan. Ik geloof dat als de kerk de wereld slechts tot Christus kan brengen door de dood van haar predikers, al onze levens mogen worden geofferd. Wat zijn we tenslotte, mijn broeders, wat stellen we voor in vergelijking tot wat onze Verlosser tot stand heeft gebracht? Onze vaderen gingen met een lied op hun lippen de brandstapel op. Ons voorgeslacht bestond uit mannen die de wreedheden van de noordelijke barbaren riskeerden evenals de verfijnde vervolging van het zuidelijke bijgeloof, mannen die konden sterven, maar die zichzelf niet konden weerhouden om van de Heere te getuigen. We moeten ons als mannen gedragen voor Christus. En ook al worden we niet allemaal geroepen om het uiteindelijke offer te brengen, we moeten bereid zijn het te brengen. En als we terugschrikken om dat te doen, zijn we niet het soort mannen dat onze tijd nodig heeft. We zoeken dus mannen die hard kunnen werken, die kunnen bidden, die kunnen huilen en die kunnen sterven. In feite hebben we voor het werk van Christus mannen nodig die vol zijn van een toegewijde ijver, mannen die onder goddelijke invloed staan, als pijlen die uit de boog van de Almachtige recht op het doel af vliegen, mannen als bliksems, door de Eeuwige afgevuurd om elke moeilijkheid omver te werpen met onweerstaanbare, doelgerichte kracht. We zoeken een goddelijke geestdrift om ons aan te vuren, een almachtige drijfveer om ons aan te dringen. Slechts mannen die zo vervuld zijn met de Heilige Geest zullen het grote werk van God kunnen volbrengen. III. Mijn laatste punt zou zijn dat als Christus zo leefde en werkte, wij Zijn roeping moeten verstaan en Hem moeten navolgen. Ik zal er maar een paar zinnen over zeggen, maar zorg dat u die onthoudt. Gelovige in de Heere Jezus Christus, het is uw voorrecht om een medewerker van God te zijn. Volg de grote Meesterwerker daarom op de voet. Bedenk dat Hijzelf persoonlijk het Evangelie gehoorzaamde voordat Hij aan het werk ging. Hij gebood niet anderen te geloven en zich te laten dopen, terwijl Hij dat Zelf verwaarloosde. ‘Op deze wijze past het ons alle gerechtigheid te vervullen’, zei Hij en Johannes dompelde Hem onder in de golven van de Jordaan (Matth. 3:15). Wat zult u weinig geschikt zijn voor de dienst als u een van de geboden van Christus niet gehoorzaamt! Hoe kunt u anderen aansporen om de wil van de Heere te doen als u er zelf ongehoorzaam aan bent? Het eerste is dus dat u, voor u de vorm van dienst gaat vervullen waartoe u nu aangespoord wordt, erop toeziet dat uzelf de wil van de Meester gehoorzaamt, want ‘gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen’ (1 Sam. 15:22). Als u dit doet,
wil ik het volgende tegen u zeggen: Is er geen onderdeel van evangelisatiewerk dat u zou kunnen doen? Waarschijnlijk kunt u niet alles doen van wat ik vertelde over het werk van Christus, maar u weet dat jonge kunstenaars vaak door hun meesters wordt opgedragen om te beginnen met een schets van een enkele ledemaat, een arm, een hand of een voet, en niet van het hele grote beeldhouwwerk van Phidias. Heeft u in het atelier van een kunstenaar niet vaak gezien dat de voet van een groot meesterstuk gebruikt werd als model? Precies zo zal het genoeg zijn om u te leren dienen als u, niet in staat om het hele grote model dat ik u voorgehouden heb uit te proberen, ijverig aan de slag gaat om te werken aan een deel ervan. Maar wat u ook doet, doe het grondig, doe het van harte. Als het het waard is om te doen, is het het waard om het goed te doen. Zo’n Meester verdient geen tweederangs-werk en met zo’n genadige beloning in het vooruitzicht moet u geen dingen uitdelen die niks hebben gekost. U moet uzelf volledig storten op de dingen die u voor Jezus onderneemt. Als motto voor uzelf moet u een woord nemen dat Markus vaak gebruikt: eutheos, meteen. Hij zegt altijd dat Christus ‘meteen’ dit doet en dat Hij ‘meteen’ dat doet. Als u nu het werk van Christus voor u ziet, haast u dan om het meteen te doen. Veel christenen lopen een eervolle dienst mis, omdat zij wachten op een geschiktere tijd. Doe vanavond nog iets, voordat u naar bed gaat, al was het maar het weggeven van een traktaat. Doe iets, het moment is zo vluchtig. Als u tot nu toe nog geen medewerker was, begin dan nu. En als u al een medewerker bent, pauzeer dan niet, maar eindig de avond met nogmaals een goed woord voor een zuster, of een kind, of een vriend. Adem altijd meer toewijding aan Christus uit. En laat me u smeken, lieve vrienden, als u mijn Heere en Meester liefhebt, dat u zichzelf geruststelt als u Hem probeert te dienen. Er is een algenoegzame kracht die u voor deze dienst kunt krijgen. Over onze Heere wordt in ditzelfde vers gezegd dat Hij gezalfd is met de Heilige Geest en met kracht. Diezelfde Heilige Geest is aan de kerk gegeven en diezelfde kracht sluimert in de vergadering van de gelovigen. Vraag om deze zalving en bid dat God met u zal zijn, zoals ons in dit vers gezegd wordt dat God met Jezus was. Denk aan de tekst van afgelopen zondagavond: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt’ (Jes. 41:10). U bent een vergeven zondaar, vraag om een gezalfde heilige te mogen zijn. Als u met God verzoend bent, vraag dan om door God bekrachtigd te worden, zodat u vanaf nu uw Meester krachtig dienen mag. Ik weet niet of ik me ooit in mijn leven gelukkiger heb gevoeld dan afgelopen dinsdagavond toen ik luisterde naar mijn lieve vriend, de heer Orsman. Hij is predikant van de arme kerk in Golden Lane hier in Londen, een kerk vol genade. Hij is een goede broeder die een aantal jaren geleden onder onze bediening tot God bekeerd werd, volledig bekeerd. Sommigen van u schijnen slechts een bekering van besprenkeling te hebben, maar ik hou van de mannen en vrouwen die ondergedompeld werden in hun bekering, die de diepten van de liefde van Christus hebben leren kennen en die zichzelf volledig aan hun Heere overgaven. Maar ook al werkt die lieve man hele dagen op het postkantoor, in de avonduren vindt hij mogelijkheden om Christus te prediken. En als u naar Golden Lane gaat, zult u alle vormen van organisatie vinden die ik in deze preek beschreef, in actieve uitvoering. Genade heeft kostbare juwelen gevonden onder de armste, geringste en meest verlaagde mensen. Zeven of acht mannen die nu in de Evangeliebediening staan, begonnen met preken voor die arme mensen daar. Deze man heeft geestelijke kinderen die de hele wereld overgegaan zijn. De goede man heeft zichzelf volledig aan Zijn werk gewijd en is daar heel gelukkig in.
Ik geloof vanuit het diepste van mijn hart dat deze beperkte mannen, die zichzelf geven aan een wijk en daar hard werken, de grootste zegeningen zijn die Londen ooit krijgen kan. Wat kan ik een jongeman met gaven die Christus liefheeft, maar misschien weinig heeft aan geld of tijd, beter voorstellen dan zoiets te beginnen voor zijn Meester? Hetzelfde geldt christelijke vrouwen. Wat kunnen christelijke vrouwen veel goed doen! Er zijn er hier. Als ik hun namen zou noemen, zou iedereen hen waarderen om wat zij tot stand gebracht hebben. Ze werken voortdurend voor Christus in hun persoonlijke levenssfeer. Ze nemen veel mensen mee naar Gods kerk. O, christelijke mannen en vrouwen, de tijd vliegt, mensen sterven, de hel raakt vol en Christus wacht tot Hij ziet wat de moeitevolle inspanning van Zijn ziel Hem brengt. Ik spoor u aan, bij de bekers van Gods genade, bij het hart van Christus, bij Zijn liefde voor zielen, kom in beweging en verkondig verlossing. Moge de zegen van de Heere met u zijn. Amen
2 notes · View notes
overprikkelqueer · 1 year
Text
Die motivatie waterflessen zijn echt cursed. het hoort je te motiveren om tenminste 2L water per dag te drinken en ondertussen drink ik 4L water over de ochtend en middag verspreid en in de avond nog 2L limonade als ik dat in huis heb. like wat de fuck doet die fles met me
en ik maak dat ding ELKE DAG SCHOON???? IK DEED DAT NOOIT MET MN ANDERE FLESSEN
IK DRONK NOOIT WATER IK LUSTTE GEEN WATER
4 notes · View notes
dagbladdijkenwaard · 1 year
Text
Er zijn veel voordelen van een online nieuws
Tumblr media
Voordelen van een online nieuws zijn talrijk. Als er een lijst is om mee te werken, kun je op volle kracht beginnen. Als u echter geen lijst heeft, wordt het moeilijker om het nieuws van de grond te krijgen. Je hebt een lijst nodig om mee te beginnen; anders naar wie ga je het mailen? Dagblad Dijk en Waard
Adverteren zal nodig zijn, maar online is het anders. Sociale mediasites zijn een goede manier om mensen op de hoogte te stellen van uw nieuws. Het vinden van een sociale site die geschikt is voor uw onderwerp is de sleutel. Als uw nieuws op online zaken wijst, zijn er een aantal sites die bij u passen. Als u echter over dieren in het wild schrijft, zult u minder sites vinden die gespecialiseerd zijn in dat onderwerp. Het goede nieuws is dat ze meer gericht zijn op uw onderwerp.
U kunt ook op verschillende manieren adverteren met advertenties als u daar een budget voor heeft. U hebt een bestemmingspagina nodig, een site waar mensen naartoe gaan om zich aan te melden. Het kan worden gecombineerd met de informatie over uw onderneming en een aanmeldingspagina. U kunt het adverteren via Google of op een aantal andere manieren. Om de links naar dat soort sites te vinden, geeft een woordzoeker u genoeg om uit te kiezen, zoek gewoon op het trefwoord adverteren.
Als je geen budget hebt om mee te werken, zul je echt moeten werken om je werk te promoten. Het gebruik van sociale sites zoals Twitter is goed, maar je hebt mensen nodig die lezen wat je plaatst en de keerzijde van sociale media is dat je volgers moet opbouwen. U kunt ook bloggen om uw lijst op te bouwen. Blogs lijken gemakkelijker te worden opgepikt als je originele inhoud hebt, waardoor de informatie sneller wordt verspreid dan wanneer je alleen een bestemmingspagina opzet.
Het promoten van uw werk is een doorlopend iets, omdat u wilt dat het voortdurend groeit. Het internet biedt een onbeperkt aantal mogelijke klanten voor uw werk. Het omvat de hele wereld en is niet beperkt door tijd of locatie. Je kunt het schrijven in New York en het kan gelezen worden in China. U kunt uw werk laden om 15.00 uur. M. Eastern Standard Time, en het kan in een minuut of in uren over de hele wereld worden gelezen. Het maakt ook niet uit wanneer u uw site start, als uw artikelen tijdloos zijn, blijven ze voor altijd online en kunnen ze over jaren worden gelezen.
De productiekosten zijn minimaal voor een online product. U moet uw website draaiende houden op een domein. Meestal zijn dat uw belangrijkste kosten zodra u uw lijst heeft opgesteld. Als u een lijst moet samenstellen, moet u mogelijk advertentiekosten toevoegen. Desalniettemin, wanneer die twee worden opgeteld, is het peanuts in vergelijking met wat het zou kosten voor hetzelfde item offline. Alleen al de printkosten zouden fenomenaal zijn.
Het inhuren van schrijvers is een ander gebied waar u geld kunt besparen. U kunt een schrijver inhuren door hem een naamregel te geven met een link naar zijn website. Dat geeft de schrijver de bekendheid die hij nodig heeft om zijn producten of diensten bij een nieuw publiek te promoten. Offline moet u misschien een hoge prijs betalen voor een schrijver, terwijl u dit online kunt besparen.
Zoals u kunt zien, zijn er een aantal manieren om geld te besparen wanneer u online produceert. Een offline nieuws kan honderden tot duizenden dollars kosten om elke maand af te drukken, afhankelijk van de grootte van het stuk. Online kan het in vergelijking voor centen worden geproduceerd. Dus bouw je aanhang op en veel plezier met het vervullen van je droom.
Referenties Dijk en Waard https://nl.wikipedia.org/wiki/Dijk_en_Waard
2 notes · View notes
archivace · 1 year
Text
Tumblr media
Nový Amsterdam
NOVÉ HOLANDSKO
Vroege nederzetting - první pronikání (1609-1624) De eerste 15 jaar in het bestaan van de kolonie werd het eiland Manhattan slechts spaarzaam gebruikt door de Nederlanders. Prvních 15 let existence kolonie byl ostrov Manhattan Holanďany využíván střídmě. De kolonie was als steeds bedoeld als een winstgevende onderneming en niet als een middel om de Nederlandse cultuur over te brengen. Verder stroomopwaarts langs de Hudson lagen beverrijke en onontgonnen wouden Až zhruba do roku 1623 platilo v oblasti Nového Nizozemska právo jednotlivých lodí, až poté zde byly zavedeny zákony nizozemské. Pro osídlení byla nejprve vybrána oblast u ústí řeky Hudson, vhodná z důvodů klimatických, přístupu k oceánu a snadnému kontaktu s indiány, se kterými osadníci vedli čilý výměnný obchod – především s kožešinami. V těchto místech vznikaly nové osady, mj. zárodek nynějšího města Albany.
Eerste kolonisten (1624-1636) De passagiers werden spoedig verspreid: na ontscheping op het Noten Eylant (tegenwoordig Governors Island – setkání Gorbačov / Regan, Bush) bouwden ze een fort en windmolen op Noten Eylant. Na Ostrově guvernérů byla také vyhlášena provincie Nové Holandsko. V květnu 1624 připlula loď New Amsterdam, pronajatá Západoindickou společností, do Noten Eylant těsně pod ostrovem Manhattan. Kapitánem lodi Nieuw Nederlandt byl Cornelis Jacobsz. May, měl by také sloužit jako první guvernér kolonie. Na palubě lodi bylo asi třicet rodin ze Spojených sedmi provincií. Většina z nich byla původně jihoholandského nebo valonského původu (nyní Belgie) a holandsky mluvícího. V 16. století se přestěhovali na sever a na severu měli vlastní valonské kostely (např. Amsterdam, Haarlem, Leyden). Cestující byli brzy rozptýleni: po vylodění na Noten Eylant (nyní Governors Island) postavili pevnost a větrný mlýn na Noten Eylant.
Ze ontscheepten op de plaats waar nu de stad Albany ligt, de hoofdstad van de staat New York, en bouwden daar Fort Oranje (1624).
Vestingwerken Nebezpečí útoku kolonizátorů z jiných evropských zemí vedlo vedení Nizozemské západoindické společnosti k vytvoření plánu ochrany vzniklé oblasti. V roce 1625 byla většina osadníků přestěhována na Manhattan, kde Cryn Fredericks van Lobbrecht za řízení Willema Verhulsta vybudoval citadelu těsně nad jižním břehem ostrova. . Drie expedities volgden in de daarop volgende jaren, geleid door Adriaen Block, maar in 1614 leidde een fusie van vier Amsterdamse en een Hoornse Compagnie tot de oprichting van de Compagnie van Nieuw-Nederland. Tot de bewindhebbers behoorden Gerrit Jacobsz. Witsen en Lambert van Tweenhuysen. Toen in 1618 het vierjarig octrooi der Compagnie ten einde l
V té době vydělávaly bobří kůže v Evropě sužované velmi chladnými a dlouhotrvajícími zimami spoustu peněz; Kožešiny se používaly k výrobě nepromokavých klobouků. Vedlejším produktem obchodu bylo castoreum nebo bobří roh, který byl používán pro své předpokládané léčivé vlastnosti. In die tijd leverden beverhuiden veel geld op in Europa dat geplaagd werd door zeer koude en langdurige winters; de pelzen werden gebruikt voor het maken van waterdichte hoeden. Een bijproduct van de handel was castoreum of bevergeil dat gebruikt werd vanwege de veronderstelde geneeskrachtige eigenschappen
V následujících letech následovaly tři expedice vedené Adriaenem Blockem, ale v roce 1614 sloučení čtyř Amsterodamu a Hoornse Compagnie vedlo k vytvoření společnosti New Netherland.
Begin van Nieuw-Amsterdam - založen Nový Amsterdam (1626-1647), v první epoše jako město domů ze dřeva Legenda o úplatě Indiánů Německy: Dem Kauf folgte darüber hinaus eine mehrjährige Phase, in der die indianische Bevölkerung auf Kosten der Siedler bewirtet und mit Waren und Nahrungsmitteln versorgt werden musste.
Terwijl het fort gebouwd werd, leidde de groeiende oorlog tussen de Mohawks en de Mohicanen in het dal van de Hudson ertoe dat de West-Indische Compagnie de betrokken kolonisten ging verplaatsen naar de nabijheid van het nieuwe Fort Amsterdam. De dringende behoefte aan een vestingwerk, evenals het feit dat de kolonie als geheel geen winst maakte, leidde tot het versoberen van de oorspronkelijke plannen. In plaats van het originele metselwerkfort werd een eenvoudig blokhuis geconstrueerd, omringd door een palissade van hout en aarde. Een zaagmolen werd gebouwd op het huidige Governors Island.
Mezi výrazné osobnosti patřil například Peter Stuyvesant (1647-1653)
Stad Nieuw-Amsterdam (1653-1664) - Nový Amsterdam jako město z kamene
Bloei van de stad - rozkvět města Město vzkvétalo s příchodem městské vlády. Silnice byly vydlážděny oblázky, cihlové domy nahradily dřevěné, byly zavedeny střešní tašky a staré doškové střechy byly zakázány kvůli nebezpečí požáru. Za Paerl Straet byl postaven dvůr. Město se stalo úhledným s zametenými ulicemi a chodníky. Stromy ve městě byly esteticky prořezány a zahrady dostaly úhledný kosočtvercový, oválný nebo čtvercový tvar. Byla vydána vyhláška, která nařizovala zemědělcům trhat slepice a kurníky, pokud byly jasně viditelné ze silnice. Vlastníci s prázdnými pozemky na hlavních ulicích museli platit dodatečné daně, aby je povzbudili k tomu, aby s pozemky něco udělali. Příkop vykopaný v centru města byl po příkladu Amsterdamu modernizován na kanál, kompletně s dřevěnými podpěrami a krásnými kamennými mosty.
De stad bloeide door de komst van het stadsbestuur op. Wegen werden geplaveid met keitjes, bakstenen huizen vervingen houten exemplaren, er werden dakpannen ingevoerd en de oude rieten daken werden verboden wegens brandgevaar. Voorbij Paerl Straet werd een werf gebouwd. De stad werd netjes met aangeveegde straten en stoepjes. De bomen in de stad werden esthetisch gesnoeid en tuinen kregen een keurige diamant-, ovale of vierkante vorm. Er werd een verordening uitgevaardigd waarin stond dat boeren varkenskotten en kippenrennen moesten afbreken als ze duidelijk zichtbaar waren vanaf de weg. Eigenaren met lege stukken grond aan de hoofdstraten moesten extra belasting betalen om hen te stimuleren iets met de grond te doen. De sloot die door het centrum van de stad was gegraven werd opgewaardeerd tot een gracht naar Amsterdams voorbeeld, volledig met houten beschoeiing en fraaie stenen bruggen.
Anglická invaze
Op 24 september 1664 capituleerde directeur-generaal Peter Stuyvesant en droeg Nieuw-Amsterdam over aan de Engelsen. Stuyvesant drong aan op garanties voor de rechten van de burgers, die terechtkwam in de zogenaamde Articles of Capitulation, Artikelen van Overgave. 2.8 Herovering door de Republiek en definitieve overdracht
Herovering door de Republiek en definitieve overdracht
Na ondertekening van het Verdrag van Westminster op 19 februari 1674 werd de kolonie Nieuw-Nederland met de stad Nieuw-Amsterdam (New York) voorgoed overgedragen aan de Engelsen.
In navolging van de Glorious Revolution (de bestijging van de Engelse troon door de Nederlandse stadhouder Willem III), wilde Jacob Leisler, een oude Nieuw-Amsterdammer, de kolonie voor Nederland in 1689 heroveren met een opstand. Willem III voelde hier echter niets voor en de Opstand van Leisler, zoals die de geschiedenis in ging, liep met een sisser af. Leisler en kompanen werden opgehangen of onthoofd.
Po třetí anglicko-nizozemské válce bylo Nové Nizozemsko znovu krátce dobyto Nizozemci a přejmenováno na Nové Oranžsko (Anthony Colve se stal prvním guvernérem, do té doby oblast spravovali ředitelé Západoindické společnosti), ale po podpisu Westminsterského míru připadlo město definitivně Anglii a od té doby má trvale jméno New York.
RRITSKÁ ZÁMOŘSKÁ ÚZEMÍ V AMERICE
Britská zámořská území v Americe a založení Spojených států
Úspěšné anglické osídlení východního pobřeží Severní Ameriky začalo kolonií Virginie v roce 1607 v Jamestownu a s kolonií poutníků v Plymouthu v roce 1620. První volené zákonodárné shromáždění kontinentu, Virginská sněmovna měšťanů, byla založena v roce 1619. Harvard College byla založena v Massachusetts Bay Colony v roce 1636 jako první instituce vysokoškolského vzdělávání. Mayflower Compact a Fundamental Orders of Connecticut vytvořily precedenty pro zastupitelskou samosprávu a konstitucionalismus, které se rozvinuly v amerických koloniích. [59][60] Mnoho anglických osadníků byli nesouhlasící křesťané, kteří přišli hledat náboženskou svobodu. Původní populace Ameriky poklesla po příchodu Evropanů z různých důvodů, především kvůli nemocem jako neštovice a spalničky.
V prvních dnech kolonizace mnoho evropských osadníků trpělo nedostatkem potravin, nemoci a konflikty s domorodými Američany, jako například ve válce krále Filipa. Domorodí Američané také často bojovali se sousedními kmeny a evropskými osadníky. V mnoha případech se domorodci a osadníci stali závislými jeden na druhém. Osadníci obchodovali s potravinami a zvířecími kožešinami; domorodci pro zbraně, nástroje a další evropské zboží. Američtí indiáni naučili mnoho osadníků pěstovat kukuřici, fazole a další potraviny. Evropští misionáři a další cítili, že je důležité "civilizovat" domorodé Američany a naléhali na ně, aby přijali evropské zemědělské postupy a životní styl. Nicméně, s rostoucí evropskou kolonizací Severní Ameriky, domorodí Američané byli vysídleni a často zabiti během konfliktů.
Evropští osadníci také začali obchodovat s africkými otroky do koloniální Ameriky prostřednictvím transatlantického obchodu s otroky. [70] Na přelomu 18. století otroctví nahradilo smluvní nevolnictví jako hlavní zdroj zemědělské práce pro tržní plodiny na americkém jihu. [71] Koloniální společnost byla rozdělena ohledně náboženských a morálních důsledků otroctví a několik kolonií přijalo zákony pro nebo proti této praxi.
Třináct kolonií, které se staly Spojenými státy americkými, bylo spravováno Brity jako zámořská závislá území. [74] Všechny nicméně měly místní vlády s volbami otevřenými pro bílé mužské vlastníky majetku, s výjimkou Židů a katolíků v některých oblastech. S velmi vysokou porodností, nízkou úmrtností a stabilním osídlením koloniální populace rychle rostla a zastínila domorodé americké populace. [80] Křesťanské obrozenecké hnutí v letech 1730 a 1740, známé jako Velké probuzení, podnítilo zájem jak o náboženství, tak o náboženskou svobodu.
Během sedmileté války (1756–1763), známé v USA jako francouzsko-indická válka, britské síly dobyly Kanadu od Francouzů. S vytvořením provincie Quebec by kanadské frankofonní obyvatelstvo zůstalo izolováno od anglicky mluvících koloniálních závislostí Nova Scotia, Newfoundland a třináct kolonií. S výjimkou domorodých Američanů, kteří tam žili, mělo třináct kolonií v roce 2 více než 1,1770 milionu obyvatel, což byla asi třetina oproti Británii. Navzdory pokračujícím novým příchozím byla míra přirozeného přírůstku taková, že do roku 1770 se v zámoří narodila jen malá menšina Američanů. Vzdálenost kolonií od Británie umožnila rozvoj samosprávy, ale jejich bezprecedentní úspěch motivoval britské monarchy, aby se pravidelně snažili znovu potvrdit královskou autoritu.
Historie Spojených států (1776-1789)
Americká revoluce oddělila třináct kolonií od britského impéria a byla první úspěšnou válkou za nezávislost neevropské entity proti evropské mocnosti v moderní historii. V 18. století bylo americké osvícenství a politická filozofie liberalismu mezi vůdci všudypřítomné. Američané začali rozvíjet ideologii "republikánství" a tvrdili, že vláda spočívá na souhlasu ovládaných. Požadovali svá "práva jako Angličané" a "žádné zdanění bez zastoupení". Britové trvali na správě kolonií prostřednictvím parlamentu, který neměl jediného zástupce zodpovědného za žádný americký volební obvod, a konflikt eskaloval do války. V roce 1774 schválil První kontinentální kongres Kontinentální asociaci, která nařídila bojkot britského zboží v celých koloniích. Americká revoluční válka začala následující rok, katalyzovaná událostmi jako Stamp Act a Boston Tea Party, které byly zakořeněny v koloniálním nesouhlasu s britskou vládou.
Druhý kontinentální kongres, shromáždění zastupující Spojené kolonie, jednomyslně přijal Deklaraci nezávislosti 4. července 1776 (každoročně se slaví jako Den nezávislosti). V roce 1781 Články Konfederace a Věčné unie založily decentralizovanou vládu - tehdejší Spojené státy byly vpodstatě volnou konfederací téměř samostatných států, v čele s prezidenty, či guvernéry. Volná konfederace fungovala až do roku 1789, kdy byl zvolen první president USA George Washington, vůdce povstaleckých vojsk v boji za nazávislost a Spojené státy se takto přetvořily ve federativní republiku.
2 notes · View notes
rvda · 2 years
Photo
Tumblr media
Zit jij er warmpjes bij? Vast niet.. bij ‘iedereen en z’n moeder’ staat de thermostaat kouder in deze energie crisis. Maar stel je voor géén verwarming te hebben.. in een winter die tot -20 gaat.. ik kreeg zojuist via Jasper Mens deze tekst: “Ha Reinier, hoe gaat het? De afgelopen drie maanden heb ik samen met Jeroen Ketting de basis gelegd voor deze campagne. Het gaat om houtkachels die op kosten van Lifeline Ukraine worden gemaakt in Oekraïne en worden verspreid aan Oekraïners die het hard nodig hebben. Deze campagne is zeer actueel omdat steeds meer mensen door de Russische bombardementen zonder stroom komen zitten. Het goede van deze campagne is dat er nauwelijks overheadkosten zijn dus voor € 190 koop je een kachel en kan je een Oekraïens gezin deze winter warmte geven. De organisatie heeft een AMBI status, waardoor de donaties fiscaal aftrekbaar zijn. Zou je willen doneren? En sta je achter deze campagne, zou het fijn zijn als de link doorstuurt naar familie en vrienden. Mocht je willen doneren, dan kan dat via https://www.gofundme.com/f/lifeline-urkaine Met hartelijke groet, Jasper” Bij deze deel ik zijn woorden en dus dit initiatief, de link staat in mijn bio. Als jouw energierekening eigenlijk helemaal niet hoger is en je de steun van de overheid dus stiekem niet nodig hebt, of je hebt gewoon genoeg geld om je eigen warme huis te kunnen betalen en hebt dat geld van de overheid dus ook niet nodig.. op deze manier kun je naast je huis ook je hart verwarmen!! (Haha! Lekker klef!) Denk er maar over na.. Kusderop. https://www.instagram.com/p/CllSf16IysS/?igshid=NGJjMDIxMWI=
2 notes · View notes
dejufuniverse · 2 years
Text
🚨 BREKEND:
In COVID-hoorzitting geeft Pfizer-directeur toe: het vaccin was nooit getest op voorkomen verspreiding.
"Je doet het voor een ander" was dus altijd een leugen.
Het enige doel van het coronapaspoort was vaccinatiedwang.
Dat moet bekend worden. Deel deze video! ⤵️
2 notes · View notes
devosopmaandag · 8 months
Text
Schuldig artefact
Hoeveel geschiedenis kun je aan? Ik kan me niet herinneren ooit zo ondergedompeld te zijn in mijn eigen geschiedenis, of liever die van mijn ouders, als in de afgelopen jaren. Het ene boek volgde het andere, tv-documentaires volgden elkaar op. Twee weken geleden zag ik in de nieuwste film over de Indonesische onafhankelijkheid en de rol van Nederland: 'Indië verloren'*. Het was een maandagmiddag en de kleine zaal zat behoorlijk vol. Veel grijs en wit, maar nu ook zwart en tinten bruin in het publiek. 105 minuten lang was daar weer dat bad van oude beelden, nieuwe beelden, oude feiten, nieuwe feiten. De ondertitel is politiek geladen: 'Selling a Colonial War'. Ik was na afloop verstild geraakt.
Wat mij zelfs aangeslagen maakte was schaamte, plaatsvervangende schaamte voor het berekenende, de starheid, maar vooral de schaamteloze arrogantie van de Nederlandse overheid. Dat alles was opnieuw zo confronterend dat het bijna onbevattelijk werd. En ergens in een uithoek van mijn denken besef ik ook nog eens dat wij mensen zeventig jaar later heus niet hoogstaander wezens zijn geworden.
En alsof dat alles nog niet genoeg is, zag ik gisteren 'De grote Indonesië tentoonstelling' in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik weet niet zeker waarom ik daar naar toe wilde. Het werd deels een ander bad. De tentoonstelling toont de rijkdom van het eilandenrijk, de cultuur, de natuur, de geschiedenis in vogelvlucht, de artefacten, foto's. In de eerste paar zalen wordt nog een loflied gezongen op die cultuur, maar al snel kruipen daar de eerste koloniale beelden en informatie me tegemoet, steeds meer, soms met de zachtheid van een bijna onweerstaanbare nostalgie, maar meer en meer met harde feiten. Ergens aan het eind is er een tableau van oude foto's van slachtingen onder heel gewone mensen. Daar liggen ze in greppels, hun waterkruiken verspreid in de modder, vage contouren op een oude foto, naamloos opgelost in de tijd.
Tegenover het bijna onbevattelijke staat het concrete, het kleine, het ding, het artefact. Op tentoonstellingen kunnen voorwerpen verleiden en bijna spreken. Zo hangt er een prachtig rijk bewerkt danshesje. En dan lees je wat voor object het is: buitgemaakt na een zogenaamde 'puputan' in 1908. Om een oneervolle overgave te voorkomen koos een Balinese vorst met zijn hofhouding voor een rituele zelfmoord. Gekleed in wit en rijk behangen met sieraden schreden mannen, vrouwen en kinderen Nederlandse troepen tegemoet. De eerste zelfdodingen begonnen, vrouwen wierpen spottend hun sieraden naar de soldaten. Toen volgde een salvo van schoten. Honderden Balinezen vonden de dood. Dat met goud geborduurde fluwelen hesje is een zwart gat.
*'Indië verloren – Selling a Political War' | regie: In-So Radstake | 2023 | 105 minuten
4 notes · View notes