#ik zei ja laten we naar huis gaan
Explore tagged Tumblr posts
Text
Woensdag | 15-05-2024 | 24°C | Vietri sul Mare | Dag 3
Ik ben in de zevende hemel en
weet precies waar ik thuis hoor. Of wellicht dat ik in een vorig leven een Italiaanse uit Vietri sul Mare was. In ieder geval is dit nu mijn nieuwe favoriete plek op aarde, denk ik dan (ik heb Sicilië immers nog niet gezien).
Ik kan niet omschrijven hoe mooi Vietri is, dus heb ik gelukkig een heleboel foto’s voor jullie zodat jullie het zelf kunnen aanschouwen. Nu moet ik alleen papa overhalen om een extra rugzak mee te nemen zodat ik daar al mijn aankopen in kwijt kan. Zoals ik al zei, staat Vietri bekend om haar keramiek. Prachtig gekleurde keramiek, waarbij de kleuren symbool staan voor de stad en de Amalfikust. Zo staat geel voor de citroenen, blauw voor de zee en de lucht, en groen voor de natuur en de bergen. Romantischer kan haast niet.
Momenteel zit ik op een prachtige bank, ook van keramiek, in de kleuren saffraangeel en turquoise. Ik wacht op de bus terug naar Salerno. De rest van de deelnemers zijn al teruggegaan.
21:20 | Vietri is zo'n tien tot vijftien minuten met de bus vanaf Salerno. Op de terugweg zat ik naast een oudere vrouw en heb ik kort met haar gesproken. Nog altijd ben ik zenuwachtig en neurotisch als ik met het openbaar vervoer reis, maar ik ben zonder problemen terug in Salerno beland, nu een paar prachtige souvenirs rijker. Zodra papa langskomt (in de laatste week van mijn taalcursus) kan hij alvast een aantal souvenirs mee naar huis nemen. Zo veel mooie spullen die ik absoluut niet achter kan laten in Vietri.
We waren met een klein groepje in Vietri. Een van de docenten begeleidde ons en vertelde veel over het stadje. Vietri kent een bijzondere geschiedenis, die wordt afgebeeld op de muren in de stad. Overal in de stad zie je de symboliek van Vietri terug. De ezel is de mascotte van de stad, omdat ezels vroeger in Vietri een transportmiddel waren. Elk nummerbordje is daarom ook het blauwgroene ezeltje. Zo schattig!
We aten schaafijs gemaakt met citroenen uit Vietri en liepen daarna naar een park dat veel weg had van het Parque Güell in Barcelona. Er was zelfs een klein amfitheater met donkerblauwen keramieken zitvlakken!
Vanochtend heb ik ook al souvenirs gekocht bij een keramiekwinkeltje op de route naar school. De eigenaar was ook de maker van de keramieken spulletjes en zei dat zijn werkplaats in Vietri ligt. Al die vrolijk gekleurde spulletjes wil toch iedereen hebben?!
Oké, dan nog even over het kennismaken met mensen van mijn leeftijd. Weet je nog dat ik zei dat het best lastig is om mensen uit de buurt te leren kennen? Ik had het mis. Het is vrij makkelijk: je hoeft alleen maar nietsvermoedend naar de plaatselijke groente- en fruitmarkt te gaan en je wordt zomaar aangesproken door een Italiaan die op de markt werkt en je vraagt of je een keertje koffie met hem wilt drinken. Op dat moment zeg je gewoon ja, omdat je spontaniteit leuk vindt en je zo overrompeld bent dat je denkt waarom ook niet? Dus geef je de Italiaan in kwestie, die Cristian blijkt te heten, je nummer en twijfelt bij thuiskomt of je wel de goede cijfers hebt ingevoerd. (Achteraf blijkt van wel). Oh, zó gaat dat dus.
Intussen ben ik enigszins afgeleid door de film die op tv wordt uitgezonden Il principe cerca moglie (Coming to America). Als je de film kent, weet je waarom ik afgeleid ben...
Oké, de film is heel bizar. Excuses. Ik vervolg mijn verslag...
Tijdens de pauze ben ik met Valeria koffie gaan drinken bij Bar Rosa. Ik was er nog niet heen gewest, maar veel studenten van de taalacademie drinken hier hun koffie. Ik snap inmiddels heel goed waarom: de koffie is spotgoedkoop. Ik was €1,50 kwijt voor een cappuccino met sojamelk. De bar is tevens een bakkerij waar je van alles kunt krijgen. Ik kocht ook een mini pizza en een mini baba (eveneens goedkoop en zeer smakelijk). Een baba is typisch Napolitaans cakeje doordrenkt in rum (zie foto rechts). Roni en ik aten dit voor het eerst tijdens onze vakantie in Napels een aantal jaar terug.
Het is heel verleidelijk om hier nu elke dag naartoe te gaan. Ik zal me een beetje moeten inhouden, maar genieten moet kunnen.
Vanavond ga ik op tijd naar bed. Ik was vannacht te laat gaan slapen en moest weer te vroeg wakker worden. Ik was gisteravond laat nog bezig met huiswerk. Ik had me voorgenomen om vandaag de werkwoorden te oefenen, maar een dag niet geschreven en je loopt gelijk achter de feiten aan. Een dagboek bijhouden doe ik nu daarom ook niet: er gebeurt veel te veel op een dag om dat allemaal te kunnen opschrijven. Ik zal het daarom nu maar afronden, want dan kunnen jullie van de foto's genieten en kan ik een poging wagen tot het leren van mijn Italiaanse werkwoorden. (Update om 22:16: het is niet gelukt).
2 notes
·
View notes
Text
Vuurwerk…….ik begin er aan te wennen, die “ouwe” reageert er toch ook niet op. Maar waar hij mij vanmorgen mee naar toe nam, dat slaat alles. We gingen wandelend langs dat brede water en het was flink koud. Gingen we de dijk af een enorme kamer in, reden zelfs van die gemotoriseerde steekauto’s rond.
En een pestherrie niet te geloven. Ik heb mijn oorkleppen maar over de gehoorgang laten hangen, ze liepen daar met oude verwarmingen te gooien. En de baas vond het maar gewoon, ben dus maar dicht bij hem gebleven. Stonden allerlei bakken met evenzoveel materialen. Na wat rondgelopen te hebben en de baas weer eens aan het kletsen is geweest zijn we weer terug naar huis gelopen.
In de middag mocht ik weer mee in de auto, heerlijk lekker naar buiten kijken. Toen zijn zijn we dat “minimensje” weer op gaan halen bij die plek waar al die minimensjes rondlopen de gillen en te schreeuwen. Ze was heel lief voor me en liep gezellig met ons mee naar haar harige vriendinnetje.
Ik ben daar nu een paar keer geweest en voel me steeds meer op mijn gemak. En ik liet dat minimensje ook met mij spelen…. Ik was het paard, Toen het ging schemeren mocht ik weer mee in de auto, en thuis moest ik eerst mee wandelen om te plassen, terwijl het vrouwtje naar binnen ging! Daarna heb ik heerlijk gegeten en……….geslapen, de baas zei dat ik snurkte, nou ja …… 🙉 heb je hem wel eens gehoord? Nu zijn we net terug van een rondje met z’n drieën en weer zo koud buiten. Kijken wat morgen weer brengt.
Kato🐕
2 notes
·
View notes
Text
Gemeenteraadsverkiezingen 2024 Latem Deurle
Zonet beleefde ik het summum van democratische verheffing, of zoals mijn grootmoeder het altijd zei: "Het moment waarop we allemaal doen alsof we weten waar we het over hebben." Vandaag was ik zo’n verheven burger. Ik, een grijze man die altijd trots is op zijn gemeente, voelde de onontkoombare plicht om de toekomst van ons aller geliefde Latem & Deurle te bepalen. En ja, ik ben vandaag gaan stemmen. Met de grandeur van een koninklijke zwaan die, enigszins onhandig, aan land waggelt, stapte ik de stemlocatie binnen.
Het was een ochtend waarin de vogels hun beste kant lieten horen, alsof ze wisten dat ik vandaag het lot van Latem & Deurle in handen had. De vos, altijd zo'n slimme rakker, was allang teruggekeerd naar zijn geheime hol. Waarschijnlijk zat hij daar te gniffelen, wetende dat hij geen politici hoefde te kiezen. Een vos heeft het makkelijk, dacht ik nog. Geen verkiezingsborden die zijn territorium verstoren, geen loze beloftes die hem met de winterzon verblinden. Maar ik, ik was geen vos. Ik was een trotse stemgerechtigde die door de modder van beloftes moest ploeteren om mijn weg naar de waarheid te vinden.
Ah, de verkiezingscampagne, dat feest van slogans die zo leeg waren als een fles wijn na een familiefeest. "Voor een beter Latem en Deurle!" riepen ze. Maar ik vroeg me af: Beter voor wie? Beter dan wat? En waarom moest het überhaupt beter? Had de voormalige burgemeester de gemeenteschulden veel té veel laten oplopen? Waren de schepenen vergeten dat voetpaden bedoeld zijn om op te lopen en niet als kunstmatige hindernissen? De vragen waren eindeloos. Maar daar stond ik dan, met een potlood in de hand, als een ridder die zich voorbereidde op zijn laatste strijd.
Na weken van mijmeren over wat de politici wel of niet hadden gedaan—en laten we eerlijk zijn, dat ‘niet’ was meestal toch wel indrukwekkend—was het tijd om mijn beslissende rood gekleurde bolletjes te plaatsen. Elk bolletje, een klein drama op zich. “Zal deze kandidaat onze gemeente redden van de dreigende apocalyps van verkeersdrempels en te strakke fietsstraten?” “Zal deze schepen eindelijk de straatverlichting 's nachts laten branden, zodat ik niet meer struikel over een slapende kat bij het avondwandelen?” De spanning was te snijden.
Maar ik deed het. Met de vastberadenheid van een oude reiger, die even dreigt om te vallen terwijl hij zich uit het water trekt, zette ik mijn kruisjes, op dezelfde lijst. En bij het buitengaan voelde ik me net zo fier als diezelfde reiger. Als een trotse oude man die toch maar mooi zijn democratische plicht had gedaan. Ik had de toekomst in mijn handen gehouden, al was het maar voor een kort moment. Ik had onze gemeente weer een beetje dichter bij de redding gebracht. Of niet. Wie zal het zeggen?
Toen ik de kerk passeerde op weg naar huis, even stilstond en naar binnen keek, kwam een lichte melancholie over me heen. Zou dit de laatste keer zijn dat ik stemde? Zou ik ooit nog die opwinding voelen, dat vreugdevolle gevoel van verantwoordelijkheidsbesef? Misschien, misschien niet. Maar één ding wist ik zeker: ik heb vandaag gestemd, ik heb mijn deel gedaan. En met dat besef voelde ik me opperbest, alsof ik zojuist persoonlijk de democratie heb gered van een gewisse ondergang.
Nu al het verkiezingstoneel achter de rug is, kan ik me eindelijk weer richten op wat écht belangrijk is voor mij op mijn gezegende leeftijd: mijn mooie dorp bewonderen, de sluwe vos die ongetwijfeld een meesterplan smeedt, de eenden die altijd lijken te vergaderen zonder enige conclusie te bereiken, en de haas die me blijft negeren alsof ik zijn belastingaanslag ben. De overvliegende ganzen schreeuwen weer hun gebruikelijke onzinnige bevelen, en de Herdwickschapen staan er in de Meersen, zoals altijd, bij alsof ze de diepste geheimen van het universum kennen maar weigeren ze te delen. Misschien ben ik dan niet zo sluw als die vos, maar ik ben minstens zo fier als een reiger die net een kikker heeft verorberd – en dat is alles wat je nodig hebt om jezelf op de borst te kloppen in dit democratische woud.
zondag 13 oktober 2024.
1 note
·
View note
Text
King LeMur en het Terribly Beast
Deel 3
Niet lang nadat King LeMur mij zo had laten vallen, zat ik nietsvermoedend achter de balie van priority. Dat is voor speciale klanten van King LeMur. Klanten met veel geld. Toen kwam er opeens een manager naar de balie. Dat doen managers vrijwel nooit. Maar deze kwam speciaal naar mij. M’n collega’s naast mij keken er ook van op en luisterden mee.
De manager zei, mag ik je een rare vraag stellen. Heb je wel eens van de lounge gehoord, vroeg ze. Ik heb namelijk jouw beoordelingen gelezen. Je bent zo open, klantvriendelijk en professioneel. Jij bent precies wat we zoeken voor onze lounge. Heb je daar al eens van gehoord?
Dat wist je nog niet, maar King LeMur is constant iedereen aan het beoordelen. Soms doen ze dat openlijk. Vaak achter de schermen. Er wordt zolang je er werkt een persoonlijk rapport over je bijgehouden. Mijn rapport heeft een coach mij wel eens voorgelezen. Er stonden alleen maar lovende dingen in. Ik geef toe, dat was fijn om te horen. De coach zei zelfs dat ze hoopte dat ik lang bij King LeMur zou blijven werken. Ik ook, zei ik.
Hoe dan ook. Huh?! Werd ik nou zojuist persoonlijk uitgenodigd voor de lounge? Waren ze een spelletje aan het spelen ofzo. Ik kon m’n oren niet geloven. Ik antwoordde dat ik al bij hun open-dag-recruitment was geweest. Ik zei maar niet dat ik al twee geweigerd was. Dat ik wel een uurtje met ze mee wilde draaien. Dat hadden ze namelijk aangeboden. Zodat je kon ervaren of de lounge iets voor jou was.
De manager was duidelijk op een missie om mij te recruiten. Want ze zei dat ik haar naam mocht noemen. Dan zou ik meteen aangenomen worden.
Aan het eind van die dag reed ik naar huis. Tijdens het rijden werd ik gebeld. Gewoonlijk bel ik niet in de auto. Maar ik had mijn Apple Watch om. Daar kun je ook mee bellen. Soort van handsfree dus. Dus ik nam op. Het was Dats Dnar. Ze klonk super enthousiast en nodigde mij uit voor de lounge. Huh?! Hoorde ik dat goed?? Ja dus. Ze vertelde dat de regels van King LeMur zijn gewijzigd. Je hoeft vanaf vandaag niet meer een half jaar in dienst te zijn. Ik vroeg me nog even af, vanaf vandaag? Hoezo is Terribly vorige week al aangenomen? Vreemd. Dats Dnar zei dat ik al enthousiast was vorige keer en nodigde mij wederom uit om te werken in de lounge.
Maar effe serieus?! Werd ik nu alweer TWEE keer uitgenodigd voor de lounge?! Dat is al VIER keer in totaal! Ik voelde mij in de maling genomen. Ze speelden nu duidelijk een spelletje met me. Ik hield de boot af. Zei dat ik er even over moest nadenken. Dat vond ze goed. Maar of ik het haar zo snel mogelijk wilde laten weten. Want dan kon ik meteen met de eerstvolgende training meedoen.
Ik deelde mijn ongeloof met m’n klas. In de app groep. Zo van twee keer uitgenodigd, twee keer geweigerd en nu weer twee keer uitgenodigd. De klas reageerde niet heel erg geïnteresseerd. Behalve dat ze vonden dat ik uitermate geschikt was voor de lounge. Ze vroegen of ik op het aanbod in ging. Want dat betekende dat je dan niet meer met je klasgenootjes werkte. Dat vonden ze jammer. Ik wist niet wat ik moest vinden. Kon de oneerlijke behandeling en het spel dat King LeMur speelde niet zo goed plaatsen.
Beast reageerde ook in de app groep. Ze schreef dat ze het raar van mij vond. Dat ik haar heel duidelijk had gemaakt dat ik negatief was over de lounge. En nu was ik weer enthousiast. Ze had overduidelijk niet door dat ik helemaal niet enthousiast was. Ik had juist de grootste moeite met de oneerlijke behandeling van King LeMur.
Ik wist zo ontzettende niet meer wat ik van King LeMur moest vinden. Waarom behandelen ze ons niet gelijk. Was dat King LeMur-waardig? Ik wist echt niet meer hoe ik hiermee om moest gaan. Beast wel. Zij ging mij spontaan negeren. Keihard negeren. Tegen de klas deed ze lief en leuk. Mij ontliep ze. Gunde me geen blik waardig.
Dat we het niet met elkaar eens waren, is één ding. Maar dat ze me buitensloot vond ik niet alleen kinderachtig, maar ook verschrikkelijk. Vrienden die je opeens negeren. Terwijl je ze dagelijks ziet. Word ik heel ongemakkelijk van. Vind ik terrible. Niemand van de klas nam het voor me op. Dus ik besloot uit de vrienden-app groep te stappen.
Langzaam drong het tot mij door dat Beast niet zomaar de beste-van-de-klas Beast was. Nee. Ze was terrible. Terribly Beast. Je zou denken, wat vervelend voor je, maar het valt nog best wel mee toch? Misschien. Maar wat ik toen nog niet doorhad, was dat ze nog maar aan het opwarmen was.
Morgen deel 4
0 notes
Text
14/12/2021
- Uhhh, vorige nacht heb ik gedroomd dat Huub een oogje op mij had gekregen en we hebben gekust op een plein onder een standbeeld (…) en toen gingen we naar huis met de trein, maar zaten we in verschillende wagons omdat hij wat kwaad was nadat ik had gezegd dat onze relatie voor mij vooral diende voor mijn groei. Ik wist dat het wel weer goed zou komen tussen ons, dus ik trok het mij niet zo aan (> zoals met Bart nu)
. Toen ik wakker werd, was ik teleurgesteld dat het maar een droom was, ik kwam precies plots in een hoger bewustzijn. Diep vanbinnen wil ik dus nog altijd iets met Huub, of vooral dat hij mij wilt. Ik wil niet persé iets met hem, maar dat hij (romantische?) interesse heeft in mij. Want om echt een relatie te hebben zijn we te verschillend. Ik dacht dat die crush voorbij was, maar het zit toch nog in mijn onderbewustzijn..
Ik vind ‘m ook nog altijd erg knap en voel mij er wel mee verbonden.. (…) Maar ik zie ‘m nooit mij achterna komen of zo.
Ik heb gedacht wat als ik hem ooit de waarheid vertel dat ik een crush op ‘m had - dat is niet professioneel, maar gezien ik de waarheid en kwetsbaarheid belangrijker vind.. Als hij mij echt leuk vond op die manier zou hij misschien al iets laten merken hebben.. Ik zal het moeten houden voor mijn droom-dimensie..
- Bart is weer ondergedoken, heeft zich weer teruggetrokken sinds zaterdagavond, nadat ik ‘m voor de grap voorstelde om zondag af te komen.. Gisterenavond rond middernacht keek hij dan toch mijn stories en weet ik dat hij oké is..
Gisteren 2 sms’en gestuurd, vandaag 1 muzieknummer..
- Ik voel dat hij nu echt z’n werk moet doen.. Als hij nog kiest om jaren in dat patroon te zitten is dat zijn keuze en accepteer ik dat, maar ik trek hem er niet meer uit. Ik geef nu ook enkel energie als ik er te veel heb, en momenteel voel ik geen nood om ‘m iets te sturen, ik wil me focussen op m’n eigen werk en groei. Misschien enable ik ‘m ook maar met constant liefde te sturen. Het gaat toch verloren als hij het niet wilt ontvangen. Hij moet er zichzelf uit halen.
Hij hoopte misschien dat er de rest van zijn leven voor hem gezorgd zou worden en hij zo de makkelijke weg kon kiezen maar dan maar ik de fout die Flor maakte, dat wil ik niet.
Als hij zich nu niet veilig voelt, gaat hij zich ook niet veilig voelen bij mij, hij moet zich veilig voelen bij hemzelf en dat is pas als hij vertrouwen krijgt in zichzelf, en die basis zelfliefde legt zoals ik deed. Ik snap niet dat hij niet eerder dat patroon verbrak.. Hij lijkt echt niet in te zien dat hij er iets aan kan veranderen, misschien omdat hij zo’n moeite heeft met loslaten? (Toch een sms gestuurd met te zeggen dat ik er altijd voor hem zal zijn)
Ik ben misschien de eerste vrouw in z’n leven die durft grenzen stellen.. Hij zei ook dat het nieuw voor ‘m was dat iemand zo voor hem blijft gaan en hij wist niet hoe daar mee om te gaan. Hij heeft nog veel te leren, de vraag is of hij het dit leven nog gaat leren, of gaat uitstellen tot het volgende.
- Ik wil me nu vooral focussen op mijn groei: schrijven, inzichten uitwerken in comics, en alle triggers op mijn pad analyseren en de oorzaak zoeken, en dat indien nodig te helen.
Wat als alle negatieve emoties die we hebben, verwijzen naar verouderde conditionering waar we van af kunnen? En we dan helemaal negatieve emotie-vrij kunnen worden? Ik zie het wat als een uitdaging om zoveel mogelijk patronen te doorbreken zodat ik zoveel mogelijk in hoge frequentie kan blijven.
- Volgend jaar wordt vooral een jaar om zelfdiscipline te leren en te werken aan mijn boek.. En een manier te vinden om mijn flow-tijd af te bakenen of zo. Gezien ik eigenlijk schrik heb om vast te zitten in die flow en iets vergeet omdat ik niet alert kan zijn.. Misschien moet ik het werk splitsen in kleine taken, maar ik wil mezelf ook niet tegenhouden van verder te gaan.. Daar ga ik komend jaar een oplossing voor moeten vinden.. Uiteindelijk is ’t ook het voornaamste dat ik komend jaar wil doen. O ja: het heeft ook vooral te maken met het feit dat ik nu continu mijn intuïtie wil volgen en in extremen leef, terwijl die comics uitwerken is eerder iets opgelegd en afgebakend, en dat past niet goed samen..
- Ik weet ook niet goed wat ik ga doen als opruimer, ik voel dat ik er momenteel niet veel werk in wil steken en enkel op mij af laten komen. - Uiteindelijk wil ik ook echt degene zijn die ergens vast staat (als een lichttoren/vuurtoren) en waar mensen dan op kunnen afkomen voor wijsheid, ik kan niet zelf naar hen gaan, zij moeten naar mij komen. En de ene (Kimberly) heeft daar al meer moed voor dan de ander (Bart).
0 notes
Text
gisteren vroeg ik mijn vriend of hij wilde samenwonen. niet in de verre toekomst, ooit, als we vaste contracten hebben en een definitieve woonplaats, maar binnenkort. na de zomer. als ik terugkom van reizen. we zaten op het dakterras in de middagzon, hij zat iets te schetsen dat ik niet kon zien, en ik denk hier al een hele tijd over na nu hij steeds vaker blijft slapen, omdat het zo makkelijk is om samen in een ruimte te bestaan.
hij was even stil toen ik het vroeg. en ik dacht: is dit te snel, te veel? hebben we niet te recent nog ruziegemaakt? is dit het verkeerde moment, kan ik niet beter wachten tot, wat als hij zich verplicht voelt nu om. (waarom is hij nog hier en hoelang voor dit stukgaat).
daarna zoent hij me en lacht dat het hem niets kan schelen dat de buren ons kunnen zien en de laatste tijd ben ik hem zo dankbaar dat hij zoveel van de eerste stappen heeft gezet in onze relatie omdat ik steeds meer begint te begrijpen dat dat betekent dat hij zich elke keer kwetsbaar moet opstellen om te zeggen wat hij denkt, voelt of wilt en dat betekent de ander (mij) vertellen dat die je pijn kan doen dan en het is makkelijker om alleen te zijn, denk ik,
of dacht ik, heel lang. het is nog steeds ingewikkeld, want ik weet dat ik op mijn moeder lijk en ik begrijp nu waarom mijn vorige relaties stukliepen en ik heb gezien hoe die van mijn moeder begonnen te barsten en ik heb nog steeds geen voorbeelden van hoe dan wel, ik weet alleen wat ik verkeerd deed en nog steeds doe.
alleen de laatste tijd denk ik steeds vaker misschien is dit genoeg, wat we nu hebben. misschien is het genoeg wat ik nu voor hem voel en hoe mijn huid blijft gloeien waar hij me aanraakt en hoe ik hem mis als we elkaar een tijd niet zien en dat ik moet lachen elke keer als hij een spraakbericht van 4 minuten stuurt alleen om me te vertellen hoe laat hij thuiskomt en dat ik die spraakberichten opnieuw en opnieuw kan luisteren gewoon
om zijn stem te horen. misschien is het genoeg dat we laatst uitgingen waar we elkaar hebben ontmoet twee jaar geleden, per ongeluk, en ik vraag me af of hij verder gedacht heeft toen dan mijn nummer vragen. ik weet dat ik nooit had verwacht daarna kerst bij zijn familie te vieren dat hij de zomer daarop mijn moeder zou ontmoeten en het voelt zolang terug nu
en tegelijkertijd ook alsof het twee weken was. hij draagt nog steeds broeken met gaten en weigert bier te bestellen en bietst sigaretten ook al heeft hij zijn eigen bij zich, alleen was ik deze keer nuchter. alleen vroeg ik deze keer hem mee naar buiten niet voor zijn nummer maar omdat ik wilde zeggen
hoe verliefd ik me voelde daar op dat moment, nog veel meer dan toen, zonder over de muziek te moeten schreeuwen. hij zei een hele tijd niets en
hield alleen mijn hand vast en vroeg daarna ‘zullen we naar huis gaan’?
#ik zei ja laten we naar huis gaan#hij zei ja laten we een huis zoeken samen#schrijfsel#ik weet nog steeds niet waarom hij blijft#en ik denk dat ik stuk ga als dit stukgaat#maar ik denk ook dat dat me niet meer uitmaakt
7 notes
·
View notes
Text
Jungwon x Sunoo one-shot [Dutch]
yes yes very cool
---------------------------------------
Jungwon werd wakker en besloot om er samen met sunwoo een gezellige dag van te gaan maken. Hij keek waar zijn telefoon was. Na even rond kijken vond hij zijn telefoon in zijn bed. Ohja, herinnerde Jungwon zich. Hij was de hele nacht wakker gebleven om bts one shots te lezen op tumblr. Hij appte met zijn kpop telefoon naar sunwoo 'hey bestie, kom ijsjes happen met mij, dat vinden de fans leuk.' Jungwon legde zijn telefoon op zijn bed en begon aan zijn gebruikelijke morning routine.
Toen hij zijn half koude koffie aan het drinken was (ze handen namelijk geen goed koffiezetapparaat in het kpop huis) kreeg hij een notificatie van zijn telefoon. Jungwon wist niet hoe snel hij zijn telefoon moest pakken en liet in het proces bijna zijn koffie vallen. Hij opende zijn telefoon om te kijken of sunoo had gereageerd, maar helaas. Hij had een bericht van Jake uit zijn kpop groep. Dat vond hij jammer, want hij vond Jake niet zo'n hottie. Jake had gestuurd: 'Lieve Jungwon, ze willen dat we homo gaan doen voor de fans' NEEEEEEEEEEE dacht Jungwon. Jungwon wilde gewoon eerlijk doen voor tegen de fans en hij wilde niet al deze nep liefde laten zien. Jungwon besloot om het maar even zo te laten, want hij kon hier op dit moment mentaal ff niet mee dealen.
Toen Jungwon even later op de bank zijn kat Oli aan het aaien was kreeg hij nog een melding van zijn kpop telefoon. Deze keer was het wel sunwoo. Jungwon kon wel huilen van geluk. Sunwoo wilde een ijsje met hem gaan eten. yay! Jungwon pakte snel zijn spullen en rende naar de ijswinkel waar hij had afgesproken met Sunwoo. Toen hij daar aan kwam zag hij dat de ijswinkel gesloten was. Oh nee, dit was de laatste dag dat hij zijn tegoedbon voor een gratis ijsje kon inwisselen. Hij kon Sunwoo echt niet laten merken dat hij geen geld had. Jungwon wist niet wat hij moest doen, totdat hij op een geweldig idee kwam. Hij was een kpop pro, dus als hij op straat een liedje zou zingen zouden mensen hem misschien wel geld geven. Het enige probleem was dat hij nog nooit live had gezongen, want dat mocht niet van zijn kpop-company. Jungwon klom op een bankje en dacht na over welk liedje hij wilde zingen. Op dat moment bedacht hij zich dat hij geen enkele van zijn liedjes uit z'n hoofd kende. Dit was een groot probleem. Jungwon rende naar de dichtstbijzijnde zwerver en vroeg "Hallo, zou u mij een willekeurig woord willen geven, want ik ben een kpopper en dan ga ik daar een liedje over schrijven". De zwerver dacht even na en zei vervolgens "zonnepanelen". Hmmm...Jungwon dacht even na en toen kreeg hij een geweldig idee voor een songtekst.
Hij klom terug op het bankje en begon te zingen.
당신은 태양처럼 아름답게 빛납니다. 당신은 그 모든 화려함을 반영합니다. oehh hoeee, yeaaaahhhhh
Oof, dacht Jungwon, hij moest maar eens wat meer tijd gaan besteden aan zijn vocals. Maar nu moest hij verder met zingen.
당신은 내 마음을 반사하는 것처럼 태양을 반사합니다. 사랑해요 내 태양광 패널.
네, 당신은 나의 태양 전지판이며 우리는 함께 지구를 구합니다. oeeehhhhh solarpanel yeahhhh
나에게 돈을 줘 창녀. 태양광 패널을 더 구입해야 합니다.
Blijkbaar maakte het de mensen niet veel uit dat Jungwon niet de beste zanger was. Ze gooide allemaal munten naar hem toe. Jungwon besloot om nog een keer het refrein te zingen.
네, 당신은 나의 태양 전지판이며 우리는 함께 지구를 구합니다. oeeehhhhh solarpanel YEAH!!!
Jungwon bedankte de mensen en deed een buiging en viel in het proces bijna van het bankje af. Gelukkig werd hij net optijd opgevangen door iemand zodat hij niet face first op het harde cement viel. Hij keek op en hij zag dat het niemand minder was dan... Jake ):
Jungwon had eigenlijk gehoopt dat het Sunwoo was, maar helaas. "Jake, wat doe jij hier!?" vroeg Jungwon geïrriteerd. "Ik...Ik..." stamelde Jake. Zucht, Jungwon merkte duidelijk dat dit Jake zijn manier was van homo doen voor de fans. Heel irritant dit, maar ja hij moest maar gewoon meespelen. "Jake lieverd, dankjewel dat je altijd onhandige ik hebt gered", zei Jungwon met liefde in zijn stem. "Maar ik vraag me nogsteeds af wat je hier doet schattepatat." Jake antwoordde dit keer wel normaal "Ik hoorde van Sunwoo dat jullie ijsjes gingen eten, maar Sunwoo moest nog even naar het watercloset, dus ik ben hier om door te geven dat Sunwoo wat later is. Dat lied wat je net zong was echt geweldig trouwens! Ik ga er een dansje bij verzinnen, want misschien mogen we het dan opvoeren op ons volgende optreden." "Goed idee," antwoordde Jungwon. Jake huppelde lachend weg. Jungwon pakte het geld op wat hij had verdiend met zijn optreden en ging op het bankje zitten wachten.
Even later zag Jungwon hem dan eindelijk, Sunwoo. Maar het was helemaal niet Sunwoo, het was Sang woo uit squid game. Jungwon vond Sang woo ook wel een hottie, maar niet zo hot als Sunwoo. Hij besloot om Sang woo maar gewoon te negeren, want hij valt niet op dilfs.
Na even gewacht te hebben zag hij Sunwoo aan de horizon verschijnen. 'Konichiwa Sunoo,' zei Jungwon blij. Hun ijsjes afspraakje kon eindelijk beginnen. Ze liepen samen naar de ijswinkel. Jungwon bestelde 2 blolletjes smurfenijs en Sunoo nam 1 bolletje kauwgombal in een bakje. Jungwon stond klaar om te betalen met zijn net verdiende geld, maar toen pakte Sunwoo ineens geld uit zijn zak. 'Ik betaal wel,' zei Jungwon. Anders had hij dat hele optreden net zo goed niet kunnen geven. Sunwoo ging ermee akkoord ookal was hij een beetje teleurgesteld, want wat Jungwon niet wist was dat Sunoo eigenlijk ook niet genoeg geld had voor een ijsje. Daarom was Sunwoo later bij hun ijsafspraak. Hij had namelijk de hele ochtend ingevallen voor de toilet juffrouw om wat geld te verdienen.
Nadat Jungwon had betaald gingen ze gezellig op een bankje zitten. Sunwoo voelde zich eindelijk gelukkig na die hele ochtend toiletten schoonmaken, maar helaas duurde het geluk niet lang. Hij liet namelijk zijn ijsje op de grond vallen. Sunwoo begon meteen te huilen omdat zijn overheerlijke kauwgombalijs nu in een zielig hoopje op de grond lag. Jungwon kreeg meteen medelijden met Sunwoo. Hij gaf zijn overheerlijke smurfenijsje aan Sunwoo. Sunwoo stopte meteen met huilen en was weer helemaal gelukkig. Jungwon besloot dat het een goed idee was om Sunoo een beetje te verleiden. Hij ging op de grond zitten en begon het hoopje ijs zo sensueel mogelijk van de grond af te likken.
Nadat de ijsjes op waren besloot Jungwon om terug te keren naar zijn kpop huis. Het was een gezellige dag geweest met Sunoo.
THE END
2 notes
·
View notes
Text
‘Onverwachts Avontuur’ door Ilo
Ik had je al een tijdje niet gezien en toen ineens.... een ondeugend berichtje van jou. Hmm terwijl ik je berichtje las voelde k mn tepels hard worden en ging t kriebelen in mn onderbuik , blijkbaar was ik hard toe aan een goede beurt het was ook alweer een tijdje geleden. brutaal stuurde ik je een berichtje terug waarin ik je vertelde dat ik vanavond alleen was en je vroeg of je zin had om af te spreken. Ik kreeg direct een berichtje terug dat je me om 10 uur op zou pikken en dat ik een rokje aan moest doen.... Toen je netjes op tijd voor de deur stond keek je even goedkeurend naar mijn zwartje korte strapless jurkje en toen ik in de auto stapte en je net een klein randje kant van mn kousen zag volgde er een passionele zoen waarbij jou hand onder mn rokje verdween om even met het randje van mn kous te spelen.... hmm alleen die ene zoen en ik voelde mezelf al nat worden. Tot mijn verbazing reden we niet naar jou huis maar gingen we een hele andere kant uit.. "waar gaan we heen" vroeg k waarop jij alleen maar uitdagend naar me lachte. Na een tijdje in het donker rondgereden te hebben stopte jij langs de kant van de weg en toverde van achter je stoel een blinddoek te voorschijn , deze deed je bij me om en we reden verder. Na nog een minuut of 10 gereden te hebben stopte je de auto. "Trek je stringetje uit" zei je me. Na braaf gedaan te hebben wat je me zei hoorde ik je uitstappen en om de auto heen lopen , mijn deur ging open en je pakte me bij mn arm om me te helpen uitstappen. Nadat de auto op slot gedaan was voelde ik hoe je mn handen naar mn rug bracht en deze stevig vastbond. Ineens voel ik jou grote sterke hand die me stevig in mn nek pakt en je zoent me hard , snel en grondig. ik voel aan jou manier van zoenen dat je al bijna net zo opgewonden bent als mij. Voorzichtig pak je me bij mn arm en voorzichtig help je me lopen t bos?? In.. We lopen langzaam maar zeker verder ik weet nu zeker dat we in het bos lopen ik voel de zachte bosgrond onder mn schoenen en ruik de dennennaalden. Ineens blijf je stilstaan en ik voel je hand in mn lange losse haren , je trekt mijn hoofd iets naar achteren en zoent me zachtjes in mn nek ik voel hoe je hand mn haar steviger vastpakt en ineens voel ik je tanden in mn nek "ow au hmm" ik kan mn verschrikte kreun niet onderdrukken. "Ssst" fluister je in mn oor "er stonden nog meer autos dus als je niet betrapt wilt worden moet je stil zijn" ik hoor de gemene glimlach in je stem want je weet dondersgoed dat stil zijn niet mn sterkste punt is... Met je hand nog steeds stevig in mn haar dwing je me op mn knieen en ik hoor hoe je je broek losmaakt. Met je hand stuur je mn hoofd en ik voel je harde pik tegen mn wang. Plagerig lik ik er even aan maar blijkbaar ben je ongeduldig en zonder waarschuwing duw je je geile lul helemaal mn mondje in. Hmm wat is dit geil zeg normaal heb ik altijd de controle tijdens t pijpen en heb ik mn handen om te zorgen dat je niet te ver gaat , maar hier geblindoekt op mn knieen en met mn handen vast op mn rug ben ik geheel overgeleverd aan jou en jij bent blijkbaar niet van plan voorzichtig met me te doen. Nadat je een paar keer langzaam je lul in en uit mn mondje hebt laten glijden zodat ik gewend ben aan t gevoel van jou eikel achter in mn keel pak je met 2 handen mn hoofd beet en begint hard en met een flink tempo mn mondje te neuken. Ik heb nauwelijks tijd om adem te halen en voel hoe mijn speeksel en jou voorvocht langzaam over mn kin loopt. Jou ademhaling versneld en je begint zacht te kreunen , ook ik kreun zacht en ben me bewust van hoe keihard mn tepels zijn en door het windje wat zachtjes door mijn geopende benen waait voel ik dat ik al zeiknat ben. Jou handen grijpen steeds harder in mn haar zo hard dat t bijna pijn doet maar ik geniet met volle teugen en aan jou gekreun en onregelmatige tempo te merken vind jij t ook heerlijk. eerder dan verwacht en onder een welgemeend "fuck" uit jou mond voel ik hoe je je zaad diep in mn mondje spuit , zachtjes zuig en lik ik alle restjes van je nog harde pik... Je pakt me bij mn bovenarmen en helpt me overeind. ik voel dat je mn handen losmaakt en je duuwt me met mn rug tegen een boom. Nadat je mn bh uitgetrokken hebt bind je mn handen achter de boom vast en ik voel hoe je handen mn borsten omvatten en je even gemeen hard in mn tepels knijpt "hmm" weer kan k mn kreun niet onderdrukken. Je mond vervangt eerst je ene en daarna je andere hand en terwijl je mn borst flink masseert lik zuig en bijt je alsof je er geen genoeg van kan krijgen. Plotseling neem je een stap terug en ik mis de warmte van je lekkere lijf nu al. Ik ben al drijfnat en wil eigenlijk gewoon dat je me neemt dus dat fluister ik zacht naar je "neem me alsjeblieft neem me hard en diep ik ben al zo nat voor je ". Ineens voel ik je hand stevig om mn keel je fluisterd in mn oor "wil je dat ik je neem" "je hebt maar geduld ik wil eerst nog een beetje met je spelen" een gefrustreerde zucht komt over mn lippen maar veel tijd om te klagen heb ik niet want terwijl je hand harder in mn keel knijpt stoot je 2 vingers bij me naar binnen... Terwijl 1 hand verder gaat met t strelen en plagen van mn borsten weet de andere mn gspot te vinden en al snel voel ik de druk opbouwen op mn lip bijtend om niet te veel geluid te maken kom ik heerlijk klaar , maar tijd om op adem te komen gun je me niet bijna direct voel ik je tong op mn clitje. Nog naschokkend voel ik hoe jij met je tong steeds een beetje meer druk uitoefend. Ik voel hoe jou handen stevig mn heupen vastpakken en al zuigend op en likkend aan mn clitje laat je me voor een 2de keer heftig klaarkomen zo heftig dat jou handen op mn heupen moeten helpen om me op mn benen te houden. Als de ergste trillingen over zijn en ik weer op eigen kracht kan staan maak je mn handen los en neemt me mee naar een omgevallen boomstam waar ik zonder pardon voorover overheen geduuwd word. Een flinke tik op mn billen volgt , ik voel gewoon jou handafdruk branden maar ik vind t heerlijk. Ik voel hoe je je eikel tegen mn kletsnatte kutje duuwt en langzaam o zo langzaam glij je bij me naar binnen. Ongeduldig probeer ik mezelf tegen je aan te duwen of mn heupen te kantelen maar een ferme "nee" gecombineerd met een tweede hardere tik op mn billen zorgt ervoor dat k me gedraag. Tergend langzaam duuw je je geile harde lul bij me naar binnen totaan je ballen waarbij je net mn baarmoederhals raakt met een tevreden zucht buig je je even over me heen en zoent me zachtjes in mn nek. Net zo langzaam haal je je kloppende pik uit mn natte kutje en dit herhaal je nog een paar keer totdat je geduld op is en je met een grom jezelf keihard bij me naar binnen werkt en me op een flink tempo begint te nemen. 1 hand in mn haar en 1 om mn keel het enige wat we horen ons gekreun en het gesop en slap slap slap van jou lichaam tegen t mijne. Het hele stil zijn vergeten kom ik luid kreunend met mn nagels in je arm nogmaals klaar terwijl jij me op de voet volgt en zelf ook nogal luidruchtig klaarkomt. Nog steeds hangend over die boomstam met jou warme lichaam over mn rug voel ik hoe je eindelijk mn blinddoek afdoet. "Lekker schat?" Vraag je me terwijl je een kus op mn oorlelletje drukt. "Hmm nix aan" antwoord ik met een glimlach in mn stem. Pets pets.. auw "nu heb ik zeker blauwe billen morgen" zeg k met een grijns op mn gezicht. "Eigen schuld bijdehandje" krijg ik terug terwijl je me overeind helpt. Na mn jurkje rechtgetrokken te hebben en mn bh van een tak te hebben gevist lopen wel (ik nog een beetje wankel) voldaan terug naar de auto. Als we onder t wandelen terugkijken lijkt t alsof we iemand zien staan tussen de bomen... maar ja t is donker en het kan net zo goed onze verbeelding zijn geweest.
8 notes
·
View notes
Text
DIT IS EEN RANT
geschreven door Tessa
foto door Valerie Land
Ik zie de triomfantelijke hoofden voor me, wapperend met Psychologie Magazine, tikkend op het artikel met 5 tips voor ADHDers. Ik zie voldane glimlachen en kan de ‘zie, ik zei het altijd al, je moet zorgen voor lijstjes, routine en orde! Deze psychiater zegt het ook!’ al horen.
Verschillende versies voldane glimlach vol triomf schieten door mijn hoofd. Automatisch hoor ik ‘maak een planning, je moet je er gewoon aan houden’ in variaties, met verschillende onderwerpen en in verschillende stemmen: Aardig, medelevend, geïrriteerd, gefrustreerd, kleinerend. Dat is makkelijk als je put uit het archief dat je je hele leven lang hebt kunnen opbouwen.
De belangrijkste reden dat Val en ik Late For It All zijn begonnen is omdat er zo gruwelijk veel misvattingen zijn over ADHD en we daar, vechters tegen oneerlijkheid, onze bek niet over kunnen houden. Want jeetje wat hadden we onszelf minder op de kop hoeven zitten als mensen ons geloofd hadden wanneer we zeiden bepaalde dingen niet te kunnen. Als we ondersteuning hadden gekregen in plaats van schampere blikken en ‘Niemand vindt dit soort dingen leuk om te doen’.
Hoe belangrijk het is dat er meer bekend wordt over ADHD werd gepresenteerd door Psychologie Magazine. Het magazine over allerlei dingen rondom je brein die in elke wachtkamer ligt. Die bij vele opvoeders op de mat valt. De story van hulpverleners. Dat magazine liet namelijk een psychiater aan het woord om 5 tips voor ADHDers te geven.
EN JEZUS WAT PIJNLIJK!
Dus hier, Late For It All, wat inzichten en tips van een ADHDer, met een randje bitterheid misschien.
Om te beginnen schiet ik graag even op de gegeven tips. Per tip zal ik beginnen met in cursief de grote lijn van de tips die de psychiater deelt. (Mocht je het hele artikel willen lezen, wat ik niet aanraad, hier is de link).
Om na alle tips nog iets meer frustratie en ervaringen te delen, voor wie daar zin in heeft.
Hoewel ik ongeveer elke zin in het artikel aan gort wil slaan besloot ik keuzes te maken (dank aan de neurodivergente breinen die ik hoor applaudisseren) en de punten waar ik het hardst van wil schreeuwen eruit te pikken.
Beginnen bij het begin is onzin dus rauzende start naar de grootste grap van alle tips. Namelijk, de laatste.
TATATAAAAA, TIP NUMMER 5!!! (Dit wordt geroepen in echo kermis stem)
5. Wees minder streng voor jezelf
“Wie AD(H)D heeft, stuit door zijn chaotische, prikkelbare of impulsieve gedrag vaak op onbegrip en kritiek van anderen. Hierdoor kun je het vertrouwen in jezelf verliezen.”
Dit is de meest kloppende zin van het hele artikel. Helaas alleen dat het de afsluiter is van het artikel dat juist extreem bijdraagt aan onbegrip voor ADHD. En een handig hulpmiddel is voor meer kritiek. De tips die hier gegeven worden zijn niet anders dan de tips die we ons hele leven lang al krijgen. Ze zijn zeker niet zo revolutionair dat we dit zelf niet hadden kunnen bedenken. En hier worden ze ook nog eens door een psychiater in Psychologie Magazine gepresenteerd. Zonder enige echte context. Zonder enige echte uitleg over waarom dit zo moeilijk voor ons is. Zonder enige echte zinnige tips.
Het is vooral nog meer DOE MEER JE BEST!!! MAAK VERDOMME GEWOON LIJSTJES EN DOE NIET ZO MOEILIJK.
ADHD is geen excuus. ADHD is een verklaring waarom dingen moeizaam gaan. ADHD is geen slecht gedrag, het is neurologisch. Door te ontdekken hoe je hoofd werkt kun je leren met je brein te werken in plaats van ertegen. Dit artikel is kleinerend, de tips zijn niets nieuws en belangrijker, het gaat totaal voorbij aan dat we echt wel weten wat we zouden moeten doen. Het gaat voorbij aan het feit dat een ADHD brein anders werkt.
Dus leuk, dat je ons vertelt minder streng voor onszelf te zijn. Maar met deze tips kun je net zo goed een bak stront over ons heen gooien en zeggen dat we niet zo moeten stinken.
Wat misschien juist de bedoeling is want het artikel word afgesloten met de aanbieding van een training ‘Leven met ADHD’, gegeven in samenwerking met…. Tutututuuuuuuuuuuuuuu, de psychiater van deze tips. Het smaakt een beetje kotsig allemaal. Eerst als zorg professional de kwalijke shit herhalen die je je hele leven al hoort, vervolgens zeggen dat je minder streng voor jezelf moet zijn en dan daarna een training aanbieden om te leren leven met ADHD.
Laat ik het er op houden dat mijn nachtrust er niet beter van zou worden als dit mijn ethiek was.
Goed, de andere tips. Inclusief uitleg waarom dit lastig is en tips die voor mij helpen. Tips die ik onder andere kreeg van andere neurodivergente mensen.
1. Zorg voor rust in huis
“Een opgeruimd huis creëert overzicht in het hoofd.” “Oefen hier net zolang mee tot het een gewoonte wordt.”
Klopt dat een opgeruimd huis overzicht in de kop geeft. Er is alleen een hele grote MAAR. En dat is de vraag hoeveel moeite, denkkracht en energie het kost om dat voor elkaar te krijgen.
Ik weet dat ik ooit, ver voor mijn diagnose eens probeerde uit te leggen dat ik wel weet wat ik moet doen om mijn huis op orde te houden. Maar dat ik, om dat daadwerkelijk te doen daar de HELE DAG KRAMPACHTIG MEE BEZIG MOET ZIJN. Heb ik een kopje in mijn hand dat naar het aanrecht moet, dan is de tijd die een armreiking kost voldoende om aan iets anders te denken en daar voor ik het door heb, in gezelschap van het kopje, mee aan de slag te gaan
Sinds ik medicatie gebruik merk ik hoeveel makkelijker het lukt om dit wel te doen. Om die stap om het kopje (en al die andere dingen) daadwerkelijk op het aanrecht te zetten.
Het verschil in mentale energie die het kost met en zonder medicatie is iets wat me elke dag verbaast. Alsof er ineens een soort pauzemoment is om de handeling af te maken in plaats van dat ik alweer bezig ben met het volgende. Net als hoeveel energie het scheelt als het inderdaad een soort van opgeruimd is in mijn huis.
Maar, dat is niet iets wat me gelukt was als ik naar de tips had geluisterd die hier gegeven worden. ( Die zijn immers niets anders dan wat ik mijn hele leven al hoor en wat nooit werkte, ook nu met medicatie niet.) Met deze tips had ik me alleen maar wéér een faalhaas gevoeld die nog ‘niet eens’ het huis op orde kan houden.
Sinds ik mijn diagnose heb en ik naar de ADHD community kijk voor tips leer ik met mijn brein werken. In plaats van tegen. Daar gedeelde tips gaan niet over het eindresultaat. Ze gaan over hoe je hoofd werkt, hoe de maatschappij je daarvoor afstraft, en hoe je daar mee om kunt gaan.
Zo is mijn leven een eindeloze reeks pogingen van een vaste plek voor spullen vinden. Het is ook iets wat ik mijn hele leven hoor als handigheid om spullen niet kwijt te raken. Tot voor kort zonder succes. Dat een psychiater dit als tip geeft zonder in te gaan op hoe dit komt en hoe je dit als ADHDer kunt aanpakken is alleen maar vingerwijzen en doen alsof we niet willen leren. Het is namelijk een leven lang oefenen en het wordt nóóit een gewoonte, zoals zij suggereert.
HALLOOOOO wij willen ook gewoon van huis kunnen gaan en alle spullen zonder nadenken pakken. Ons paspoort uit de la grissen om net op tijd bij de coffeeshop aan te komen.
Maar de werkelijkheid is anders. Als ik thuiskom en de deur opendoe is dat de deur naar heel veel associaties. Naar dingen die je wilt of moet doen. Naar de bank waar je totaal gesloopt op neer wilt ploffen omdat je thuis ben en je hoofd niet meer op alert hoeft te staan.
De kans dat ik zonder nadenken spullen ergens neerleg omdat iets anders mijn aandacht opeist is heel erg groot. Zoek wat voor jou handig is. Vaak is dat iets wat niet te veel stappen vraagt want elke stap extra is een risico om spullen gedachteloos neer te leggen. Een haakje voor een jas direct naast de deur werkt bijvoorbeeld vaak beter dan een jas in de kast of aan een hanger.
Voor mij is dat voor mijn sleutels, portemonnee en koptelefoon het kastje in mijn woonkamer waar ik automatisch langs loop als ik thuiskom. Ik loop rechtstreeks door en voor ik mijn tas afdoe en mijn jas uit leg ik de sleutels neer. Mijn tassen en schoenen liggen naast het kastje.
Dingen op een zichtbare plek leggen kan er voor zorgen dat je het bestaan ervan niet vergeet. Maar dus ook realiseert dat iets er niet is wanneer je het ergens anders achtergelaten hebt. Mijn sleutelbos is groot en omdat ie bijna altijd op het kastje ligt valt het me direct op als dat niet zo is.
Iets is beter dan niets! Ruim op hoe het voor jou werkt. Goede kans dat je de huishoudelijke dingen doet op de manier die je gezien hebt of die je aangeleerd hebt gekregen. Goede kans ook dat dit niet de manier is die voor jou werkt maar gelukkig zijn er heel veel manieren te bedenken om iets te doen.
Wat voor mij goed werkt is bedenken dat één kopje afwassen beter is dan nul. En dat geldt voor alles. Onder andere omdat opstarten lastiger is dan de taak zelf. Met mezelf afspreken dat één kopje genoeg is en ik als ik wil daarna mag stoppen zonder boos op mezelf te worden maakt het beginnen makkelijker. Vaak genoeg doe ik daarna meer dan alleen dat ene kopje. Soms kies ik één ding wat ik ga doen. Bijvoorbeeld de was verzamelen of kleren opruimen. Dan doe ik tussendoor waarschijnlijk ook allerlei andere dingen die ik tegenkom maar nog steeds is het daarna meestal beter dan ervoor.
2. Bouw routines op
“Door jezelf dit soort routines aan te leren, breng je meer structuur in de dag én voorkom je uitstelgedrag.”
Routines… Ja. Laten we het daar eens over hebben. Routines zijn te gek en echt superhandig. Maar voor ADHDers werkt dit nogal anders dan voor neurotypische mensen. ‘Bouw routines op want dan heb je wel structuur’ is daarom echt te makkelijk gezegd als je geen aandacht hebt voor waarom routines handig, maar moeilijk vol te houden zijn. Concluderen dat je daarmee uitstelgedrag voorkomt is niet alleen niet waar, het is vooral opnieuw ‘stel je niet aan en doe het maar gewoon’ zonder stil te staan bij de redenen van uitstelgedrag bij ADHDers (te veel om nu op in te gaan, maar zoek vooral op executive dysfunction en ADHD).
Dus routines en waarom ze voor ADHDers zo moeilijk vol te houden zijn. Dit heeft er onder andere mee te maken dat we snel verveeld zijn en regelmatig afwisseling en nieuwe dingen nodig hebben om onze aandacht erbij te houden en zo dingen gedaan te krijgen. Om dingen te doen heeft ons brein uitdaging en prikkels nodig. Dus een routine is super fijn. Tot het moment dat de routine, hoe helpend die ook is, saaaaaaaaaai wordt voor ons ADHD-brein.. Daardoor komt er bijna altijd een moment dat een goede routine niet meer werkt. Ineens. Dus je routine faalt. Opnieuw. En soms is alles wat je zo zorgvuldig opgebouwd had ingestort en heb je dat pas door als je bloedend tussen de brokstukken zit.
Je bent niet de enige. Het maakt je geen zwakkeling. Het betekent niet dat je lui bent. Het zegt niets over je doorzettingsvermogen.
Het helpt mij als ik visuele prikkels heb die me herinneren dat mijn routines misschien niet zo goed meer werken.
Voor mij werken mijn planten heel goed. Staan zij er zielig bij, dan is dat waarschijnlijk een teken dat ik ook beter voor mezelf moet zorgen. Wat bijna altijd veroorzaakt wordt doordat één van mijn routines niet meer werkt.
Zo weet ik dat het dan tijd is om die routine aan te passen. Planten verzorgen en water geven is bij mij nu al tien!!! maanden een succesvol begin voor een aangepaste of nieuwe routine. Want ‘jaaaaaaa, ik heb gezorgd voor het groen in huis’ = dopamine.
En dan eenmaal in beweging is een volgende stap zetten makkelijker. Zo kan ik bijvoorbeeld vaak routines uitbouwen. Geef ik mijn planten water, dan breng ik ook alle kopjes die ik tegenkom naar de keuken. Was ik mijn handen, dan ga ik rechtop staan, probeer ik mijn schouders en nek te ontspannen en haal ik een aantal keer diep adem. Poets ik mijn tanden, dan smeer ik ook crème op m’n gezicht. (Beetje dezelfde techniek als bij de afwas, weet je nog?)
Dus ja, routines zijn leuk en superhandig maar hou er rekening mee dat routines soms stoppen te werken. Dat maakt je niet een slappeling en betekent niet dat je weinig discipline hebt. Wel dat het tijd is voor nieuwigheid en uitdaging. Probeer een nieuwe routine te bouwen, maak die zo leuk mogelijk. Daar is je brein namelijk goed in, nieuwe dingen verzinnen, oplossingen produceren.
3. Verbeter je slaapritme
De tip begint met de vermelden 80 procent van de ADHDers een andere biologische klok heeft dan neurotypische mensen en daardoor gemiddeld een uur later in slaap valt.
Daarna volgen de standaard tips als vaste bedtijden, geen koffie ’s avonds en geen beeldschermen voor je gaat slapen.
En dat te weinig slaap de klachten die je ervaart kan verergeren. En dat klopt.
Maar dat wisten we al wel. En dat niet kunnen slapen en niet uitgerust zijn gruwelijk frustrerend is ook. De kans is dus ook groot dat de tips die genoemd worden óf al uitgevoerd worden óf dat we al heel lang elke keer opnieuw proberen ze toe te passen. En ‘falen’.
Uit ervaring kan ik zeggen: het elke keer maar weer opnieuw proberen met deze tips is niet genoeg, het helpt niet en het geeft geen inzicht.
Pas geleden las ik dat de gemiddelde mens na tussen de 10 en 20 minuten in slaap valt. Hier denk ik regelmatig aan. Binnen een uur is voor mij snel. En dat is mijn hele leven al zo geweest. Ook toen ik een vast ritme had (omdat ik klein was en mijn ouders hiervoor zorgden), geen koffie dronk en in mijn vrije tijd vooral boeken verslond.
We hebben er zelfs een Late For It All playlist voor, namelijk de ‘KAN NIET SLAPEN MN HERSENEN ZIJN STIEKEM GAAN RAVEN EN IK HOOP DAT ZE VOOR 6 UUR THUISKOMEN’ Rave For It All playlist.
Want dat is vaak hoe het voelt. Dat er zo ontzettend veel door je hoofd raast dat er geen mogelijkheid is dat je kunt slapen. Op zulke nachten heb ik vaak momenten dat ik voel dat ik bijna kan slapen en dan, net op het moment dat ik daar blij van word besluit mijn hoofd dat er nog even een rondje denken gedaan moet worden.
En het vervelendste is, hoe langer ik slecht slaap, hoe moeizamer mijn hoofd werkt, hoe meer chaos er is. Wat er juist voor zorgt dat slapen nog moeilijker wordt. Soms wens ik vurig dat er iemand komt die me knock out slaat en dan de deken over me heen gooit.
Wat mij tot nu toe het beste helpt is mijn zwaartedeken. Die helpt echt om mijn razende hoofd minder te laten razen. En zorgt ervoor dat ik makkelijker stil kan liggen in plaats van als een bezetene boos rondjes te draaien. Als een zwaartedeken niet tot jouw mogelijkheden hoort werkt een laken met een zware wollen deken (veel kringlopen hebben ze) ook beter dan een dekbed. Daarnaast was er moment dat ik me realiseerde dat ik altijd in een soort van haast toestand ben (dingen vergeten, tijd verkeerd ingeschat, mensen die wachten, snel snel snel), ook als ik naar bed ga (want ohneeeeee ik kan nog maar zo weinig slapen, waarom ben ik weer de tijd vergeten, ik zou op tijd naar bed) probeer ik rust in te bouwen voor ik naar bed ga. Dit doe ik door altijd voor ik ga slapen mijn tanden te poetsen. En aan de hand van mijn gemoedstoestand daar dingen aan toe te voegen. Dus, voel ik me slecht over mezelf, ben ik onzeker, heb ik haast, dan voeg ik naast tandenpoetsen extra dingen toe. Hoe meer haast ik voel, hoe meer dingen ik probeer toe te voegen. Terwijl ik mezelf vertel dat deze paar minuten echt geen verschil maken. Tanden poetsen is een must. En voor de rest heb ik een serie opties die ik kan toevoegen. Op mijn wastafel staan verschillende soorten crème voor mijn gezicht en handen en verschillende soorten reiniging voor mijn gezicht. Zo kan ik kiezen welke geur op dat moment prettig is. Wanneer er 100 dingen tegelijkertijd door mijn hoofd gaan zijn de extra handelingen van dop afschroeven en weer opschroeven te veel. Daarom hou ik rekening met hoe dingen verpakt zijn zodat ik het me als dat nodig is, mezelf makkelijk kan maken.
Dit heeft me een soort van rust gegeven die ik nooit eerder had. Het is niet een oplossing die direct mijn slaap verbetert maar het maakt wel dat ik ietsje minder haast heb waardoor ik rustiger in bed ga liggen én dat ik meer en beter voor mezelf zorg. Mezelf tijd geef. En dat helpt toch een klein beetje. Al is het maar omdat ik daarmee aardiger voor mezelf ben.
4. Trap niet in valkuilen
“Het kan verleidelijk zijn om ongezonde ‘oplossingen’ voor je problemen te zoeken. Denk aan alcohol om sneller in slaap te vallen of drugs om je beter te concentreren. Wat op de lange termijn beter helpt bij omgaan met ADHD, is ontspannen, gezond eten en regelmatig leven.”
Ooohhh wowww goed dat je het zegt. Valkuilen vermijden. Hadden we dat nou maar eerder bedacht.
FUCK YOU. Met je kutadvies.
Ik wil vooral zeggen, luister niet naar mensen die zeggen dat je bepaalde dingen ‘gewoon’ niet moet doen. Want kom op zeg. Het is niet of je niet elke keer opnieuw probeert de boel weer bij elkaar te rapen en het anders te doen.
Realiteit is gewoon dat je een valkuil pas opmerkt als je er al in zit. Mensen die vervolgens je licht ontnemen door daar boven te hangen om te roepen dat het echt niet handig is wat je deed zijn niet de mensen waar je wat aan hebt. Realiseer je dat al je tactieken, hoe gezond of ongezond ze ook zijn, coping is. Wat de reden is dat je hier snel in terugvalt of wat de reden is waarom je (moeilijk) zonder kunt. Coping wegnemen zonder iets anders in de plaats te hebben kan een probleem zijn. Luister dus vooral naar mensen die je daadwerkelijk willen ondersteunen. Voor je in een valkuil dondert of als je hulp nodig hebt om er weer uit te klimmen.
Dat zijn mensen die je niet vertellen wat je moet doen, had moeten doen of ‘beter’ had kunnen doen. Dat zijn mensen die liefdevol zijn. Ook als je dingen gedaan hebt waarvan je weet dat je ze niet (had) moet(en) doen. Dat zijn mensen waar je veilig je verhaal kunt doen zonder dat ze je vertellen dat je weer gefaald hebt. Het zijn de mensen die je vragen of ze je kunnen helpen, hoe ze je kunnen helpen. Mensen die je helpen zonder de voorwaarde dat je het de volgende keer beter moet doen.
Ja, ADHD is lastig, het is vaak vechten tegen je eigen brein terwijl je hard je best doet er méé te werken. Maar waar ik het meest tegenaan loop is een slecht zelfbeeld, enorme zelfkritiek en het gevoel niet genoeg óf juist te veel te zijn of te doen. Als je online zoekt naar ervaringen van anderen vind je dat dat iets is waar bijna iedereen met een neurodivergent hoofd tegenaan loopt. Reacties die we krijgen op Late For It All posts laten hetzelfde zien. Emotionele verhalen van mensen die herkenning en steun vinden doordat ze niet de enige zijn.
EINDELIJK tegengas voor de tips en adviezen die je je hele leven lang kreeg. Tegengas voor alle ‘als je het belangrijk zou vinden dan…’, ‘jeetje, zo erg is dit toch niet, waar doe je moeilijk over?’, ‘Dat valt bij jou wel mee toch?’, ’als je het echt zou willen zou je wel…’ ‘niemand vind administratie léúk…’ .
Als er één ding is dat fantastisch is aan het krijgen van een ADHD diagnose is dat je eindelijk ontdekt dat het je brein is dat anders werkt dan dat van degenen die de maatschappij ingericht hebben. Dat het dus niet je gedrag is, wat je een lui, laks of slecht persoon maakt. De online community heeft me zoveel erkenning gegeven. Van ‘Oooohhh wowwww ik ben niet de enige die dit heeft!!!!!’ Tot aan ‘Ooooohhh yesssss, dit is een tip die goed klinkt, ik denk dat dit kan werken’.
Het maakt dat ik zachter voor mezelf ben geworden. Wat maakt dat ik ook op momenten dat ik me een enorme faalhaas voel makkelijker voor mezelf kan zorgen. In plaats van te blijven draaien tussen ‘waarom ben ik ook zo laks, ik moet dit gewoon doen. Lui ben ik, anders deed ik het wel’ (en ontelbare varianten, want whoooooo creatief overactief brein!!).
Wat we bijna allemaal gemeen hebben is dat we jarenlang het commentaar, het advies en de tips van mensen kregen die dachten het beter te weten. Ook als we zeiden dat we dingen als lijstjes en een planning maken al ons hele leven lang proberen. Ondanks dat we bij de tip die we kregen al konden vertellen dat dit niet is hoe het voor ons werkt. Want, zo vertelden we onszelf (ja ok, ook anderen vertelden ons dit): ga het eerst nog maar eens proberen voor je een tip afschiet.
Misschien voelen we dat we zelf gelijk hebben. Maar als er je hele leven lang wordt getwijfeld aan jouw gevoel en kunnen, dan ga je dat zelf ook doen. En zeg nou zelf, het ene moment ben je in staat tot grootse dingen, tot het oplossen van crisissen en een volgend moment ben je niet in staat om een nacht- en dagritme te onderhouden. Om dat te doen waar een groot deel van de mensen geen moeite voor hoeft te doen. Die disbalans maakt dat alles en iedereen twijfelt wanneer je zegt dingen niet te kunnen.
Dus lang leve de online community, lang leven erkenning en herkenning. Lang leve het langzaam proberen los te komen van die zware last om nog maar net wat harder je best te doen en jezelf aan de kant te zetten.
Dat is een moeizaam traject. Jarenlange zelfverwijten zijn niet zomaar weg. Het is hard werken, vraagt hulp vragen en accepteren (hahahahahahahah, ja, dit is moeilijk) en aardiger zijn voor jezelf. Zoveel als je op dat moment kunt.
Tot slot, alle liefde (stuur kattenfoto’s) voor ADHD buddy Judith Hontstrouw voor het redigeren van deze rant. <3
soundtrack: Uniform Thought - Selective Aggression
6 notes
·
View notes
Text
Mijn ‘eerste’ autistische meltdown (en het verschil tussen meltdowns en paniekaanvallen)
Toen ik voor het eerst over autisme begon te leren en las over meltdowns, dacht ik dat dat iets was dat ik niet had… tot ik twee weken later mijn ‘eerste’ meltdown had en besefte dat het helemaal niet mijn eerste was.
Ik was 18 jaar oud en ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Ik wist al dat ik autistisch was, maar ik had nog geen officiële diagnose.
Waar ik leef, vieren de meeste scholen samen met hun zesdejaars de laatste honderd dagen van het schooljaar, want tja, waarom zouden we niet vieren dat we nog maar honderd dagen door hel moeten?
Mijn school vierde ‘honderd dagen’ met onder andere een fuif georganiseerd door de zesdejaars, een show georganiseerd door de zesdejaars waarbij de hele school zich verkleedde, en een ontbijt en activiteiten georganiseerd door de school voor de zesdejaars. De show en de activiteiten gebeurden op dezelfde dag, in de voormiddag hielden de zesdejaars hun show voor de andere jaren en leerkrachten, waarna de school hen trakteerde op een ontbijt en bussen hen naar hun activiteit brachten.
De meeste zesdejaars gingen de avond daarvoor uit. Het was voor velen een soort traditie om ’s avonds de laatste trein naar een grote stad te nemen en pas ’s ochtends met de eerste trein terug naar huis te gaan. De meeste leerlingen waren dan ook dronken op de dag van de activiteiten, en degene die dat niet waren hadden een kater. Het was niet zeldzaam voor leerlingen om na de show naar huis te gaan en niet op te dagen voor de activiteiten in de namiddag. Ik weet niet of dat voor mij een goed of een slecht ding was, want ik was die dag ook iemand die tussen de twee gebeurtenissen naar huis ging, maar bij mij was dat niet vanwege alcohol.
Ik en mijn vrienden deden het een beetje rustiger aan. We keken een film, aten pizza (nou ja, ik at chocolade mousse want ik kon op dat moment niet goed eten en ik zal later nog wel vertellen waarom), en bleven dan bij een van hen slapen.
Het was een erg leuke avond. Sommige mensen denken dat autistische mensen geen nood hebben aan sociale contacten, maar dat is niet waar. Het is enkel zo dat we snel moe worden van sociale situaties. Dat zal later nog belangrijk worden.
’s Ochtends verkleedden we ons als piraten, daar had ik erg naar uitgekeken. De honderd dagen show was de enige dag van het schooljaar waarop ik me kon kleden zoals ik wou (vanwege de strenge regels rond kleding die op mijn school gelden :( ) en ik had voor die dag een Killstar jurk met korset op de achterkant, kanten handschoenen en gestreepte kniekousen mee.
We vertrokken dan naar school. Dat deden we met de fiets, wat voor mij een probleem was aangezien is heel snel last krijg van mijn astma als ik fiets, maar mijn vrienden hielden daar goed rekening mee en het zorgde niet voor problemen. Ik was een beetje buiten adem toen ik op school aankwam, maar ik had het al veel erger ervaart.
We lieten onze spullen achter in de kleedkamers en verwelkomden de leerlingen van andere jaren met confetti, slingers en andere dingen die we naar hen gooiden, waarna de show begon. Ik had zelf geen act in de show, dus ik moest enkel toekijken terwijl ik met mijn vrienden praatte en lachte. Alles verliep prima.
We ruimden op en vetrokken naar de eetzaal voor het ontbijt dat de school organiseerde. Ik at niet veel. Ik nam een paar happen van een koffiekoek en gaf de rest aan een vriendin. Ik had net blokjes gekregen, en hoewel mensen maar bleven zeggen dat je prima kan eten met blokjes, ben en blijf ik autistisch. Ik kan me niet zo gemakkelijk aanpassen aan nieuwigheden als neurotypische mensen, en mijn brein weigerde te bijten. Vandaar dat ik de avond daarvoor chocolademousse gegeten had in plaats van pizza (wat ik eerlijk gezegd niet erg vond want ik houd van chocolademousse en pizza is maar pizza, sorry papa.)
Na het ontbijt hadden we een half uur tot de bus naar onze activiteit (ik en de meeste van mijn vrienden hadden paintball gekozen) vertrok. Ik besloot om in die tijd snel naar huis te gaan zodat ik yoghurt kon eten om onder andere mijn medicatie te nemen (daarvoor moest ik eten), want ik had geen zin in paniekaanvallen tijdens de paintball.
Dus ik nam mijn fiets en ging naar huis, waar ik yoghurt uit de koelkast nam, en alles verliep nog steeds prima. Ik had helemaal niet door dat mijn brein op dat punt vreselijk vermoeid was. Ja, ik was bang over de paintball want ik heb een angststoornis en alle onbekende dingen zijn doodeng, maar tot dan toe was alles goed verlopen dus ik dacht niet dat er een probleem zou zijn.
Tot ik een lepel liet vallen en ik letterlijk instortte. Plots was alles me te veel. Het voelde alsof mijn brein explodeerde en plots kon ik niet meer nadenken.
Ik deed het enige dat me op dat moment logisch leek, en ik vluchtte. Ik rende naar de winkel van mijn ouders, waar zij op dat moment aan het werken waren, en begon huilend te schreeuwen dat ik niet terug naar school wou gaan.
Eens ik gekalmeerd was besloot ik mijn vrienden een berichtje sturen dat ik niet naar de paintball zou komen en dat ze de leerkrachten moesten verwittigen, maar zodra ik aan het typen was, wist ik niet wat ik hen precies moest vertellen. Wat was er met me gebeurd? Ik had gewoon een lepel laten vallen en het had zo’n invloed op me gehad?
Ik zei uiteindelijk dat ik bijna flauwgevallen was en voor de zekerheid thuis wou blijven. Het was geen vreemde situatie. Ik had regelmatig last van een lage bloeddruk, ik was al een paar keer flauwgevallen en ik had de laatste paar dagen niet veel gegeten. Ze zouden het niet raar vinden als dat mijn reden was om niet terug naar school te gaan.
Het was pas later die dag dat ik besefte wat er werkelijk met me gebeurd was. Ik had een meltdown gehad. De vermoeidheid van een hele avond met vrienden praten, het slapen op een onbekende plaats, het fietsen terwijl ik wist dat ik dan gemakkelijk buiten adem geraakte, het geschreeuw van alle leerlingen tijdens de verwelkoming, de luide muziek van de show, de beugel waardoor ik niet kon eten, de angst die ik bij al die dingen voelde en uiteindelijk de lepel die viel. Alles had zich in mijn brein opgestapeld tot ik het niet meer aankon en mijn lichaam een staat van vechten of vluchten betrad: een meltdown.
En ik realiseerde me op dat moment dat wat ik twee weken daarvoor gedacht had verkeerd was: ik had wel degelijk al meltdowns gehad. Ik had ze alleen altijd bestempeld als paniekaanvallen, omdat ik nooit geweten had dat ik autisme had en nooit de juist vocabulaire gehad had.
Maar nu kon ik het verschil zien en kon ik een duidelijk onderscheid maken tussen paniekaanvallen en meltdowns. Tijdens een paniekaanval had ik nog een relatieve vorm van controle, tijdens een meltdown verloor ik alle controle over mijn gedrag, mijn gedachten of mijn gevoelens.
Een voorbeeld om dat praktisch uit te leggen is een situatie toen ik vijftien jaar oud was en een paniekaanval meteen gevolgd door een meltdown had.
Ik zat in de les en had een paniekaanval, zoals ik in die periode vrijwel dagelijks had (ik wist het toen nog niet, maar bij nader inzien kan ik je vertellen dat ik toen een autistische burn-out had). Ik begon te paniekeren, maar ik had nog genoeg controle om mijn hand op te steken om de leerkracht te verwittigen, om met iemand anders naar het secretariaat te gaan en om naar de EHBO ruimte te gaan.
De meltdown gebeurde iets daarna terwijl ik wachtte tot mijn moeder me kwam halen. Een medewerker van het secretariaat kwam me vragen of ik ondertussen wist wat ik had, want zij zagen ook dat ik regelmatig thuis bleef en regelmatig in de EHBO ruimte belandde.
Ik weet nu dat ik toen een autistische burn-out had, maar op het moment zelf was het allemaal een mysterie, ook voor de huisdokter, die eerst dacht dat ik klierkoorts had, maar dat bleek fout te zijn na een bloedtest.
Toen de secretariaatsmedewerkster dat vroeg, klapte ik dicht, want ik wist ook niet wat er mis met me was, en de dingen die ik wel wist wou ik haar echt niet vertellen. Lessen missen omdat je een virus had was allemaal goed en wel, maar lessen missen omdat je constant dacht dat je ging flauwvallen en daardoor panikeerde was iets helemaal anders op mijn eerder ‘traditionele’ school.
De secretariaatsmedewerkster begon aan te dringen, en het klonk op dat moment heel erg alsof ze niet eens geloofde dat ik echt ziek was en dat ze dacht dat ik alsof deed om aan lessen te ontsnappen. En ik begon te huilen.
Toen ik even daarvoor een paniekaanval gehad had, had ik dat goed verborgen. Ik had enkel gezegd dat ik me niet goed voelde en was op een rustige manier naar het EHBO lokaal gegaan. Maar nu kon ik dat niet. Wat het ook was dat ik op dat moment voelde, ik kon het niet verbergen. Ik begon luid snikkend te huilen. Mijn brein was nu niet aan het panikeren, het was oververhit, en het functioneerde niet meer. Ik kon de huilbui niet tegenhouden en ik kon geen vat krijgen op mijn eigen gedachten. Het enige dat ik kon denken of zeggen was ‘ik wil naar huis’, opnieuw en opnieuw, tot ik non-verbaal ging en het vermogen om te praten ook volledig verloor.
Dat gevoel van mijn brein dat explodeerde, was iets dat ik altijd bestempeld had als een paniekaanval. Ik dacht gewoon dat het een ergere paniekaanval was dan de andere ‘echte’ paniekaanvallen. Maar er is wel degelijk een verschil tussen de twee.
Het zijn allebei vecht- of vluchtreacties, maar een paniekaanval is uit mijn ervaring enkel een gevoel. Je voelt dat overweldigende gevoel van angst alsof je in levensgevaar bent en je lichaam reageert daarop met hartkloppingen, hoofdpijn, misselijkheid, rillingen, etc, maar je kan nog steeds genoeg nadenken om te weten dat je een paniekaanval hebt en dat je niet echt in gevaar bent.
Een meltdown is anders. Je hebt de angst, je hebt de lichamelijk reacties, maar daarbovenop klapt alles dicht en wordt logica de deur uitgegooid. Die angst is het enige gevoel dat je nog hebt, en alles in de omgeving lijkt op een mogelijke dreiging. Het enige waar je nog aan kan denken is het feit dat je moet vluchten of vechten. Dingen zoals schaamte of de wens om andere niet ongemakkelijk te maken zijn er niet meer, en als ze er wel zijn, maken ze alles alleen maar erger.
Er is dus wel degelijk een verschil tussen meltdowns en paniekaanvallen, en dat is een van de redenen dat mijn autismediagnose het beste ding in mijn leven was. Nu heb ik de kennis en de woordenschat om een verschil te maken tussen paniekaanvallen en meltdowns, en kan ik meltdowns voorkomen door beter te letten op de staat van mijn brein en mezelf op tijd uit bepaalde situaties te verwijderen.
Het leven is inderdaad veel beter als je een naam hebt voor wat je bent ^^.
#actuallyautistic#autisme#autism#persoonlijk#nederlands#And before you go thinking otherwise I am very happy being autistic and I would not want to be neurotypical#Yeah meltdowns suck but there are so many beautiful things about being autistic too
5 notes
·
View notes
Text
Ruimte en tijd
Hallo iedereen! Vandaag zal ik Jasmine, van hoofdstuk 8 naar een waarzegger laten gaan. Jasmine wordt dan de protagonist.
Mama had besloten dat we naar een kermis zouden gaan. Ik had er geen zin, en mijn broer ook niet. Maar toen we aankwamen was het een ander verhaal. Er waren allemaal achtbanen en suikerspinnen, wat ik eigenlijk best wel leuk vind. Maar, er was wel iets raars gebeurd. Ik zag een tent en er stond op “ik voorspel je toekomst voor 7,99 euro!”. Ik was hierdoor best wel benieuwd en stapte er direct op af. Dit is wanneer het raar begon te worden; ik stapte in de tent en het eerste ding dat ik hoorde is een oude vrouw zeggen “goede avond Jasmine”. Hoe wist zij mijn naam? Ik vond het vreemd, maar dat is eenmaal haar job. Ik gaf haar mijn geld en het gesprek volgde zo:
Waarzegger: Kom kom! Ga maar zitten!
Ik ga zitten op de grond, die vol met kussens is. Er zit een gouden bol tussen ons.
Jasmine: Hallo mevrouw. Hoe-
Voordat ik mijn zin kan afmaken pakt ze mijn handen en zet ze ze op de gouden bol.
Jasmine: AUW! Waarom heeft u dat gedaan??
Waarzegger: Dat moest ik doen, Jasmine. Wil je dat ik je toekomst voorspel of niet?
Jasmine: Daar ben ik hiervoor, natuurlijk.
Het blijft voor een minuutje stil, de waarzegster kijkt met schrik in de bol.
Jasmine: Wat ziet u?
Waarzegger: Je gaat een jongen ontmoeten
Jasmine: Wanneer? Is hij knap?
Waarzegger: Nee.
Jasmine: Wat bedoelt u? Nee?
Waarzegger: Hij is geen goeie jongen. Hij zal je ontvoeren en misbruiken. Hij zal je manipuleren met al zijn lieve woorden.
Jasmine: Dat kan niet. Zo naïef ben ik helemaal niet.
Waarzegger: Toch wel, en er is iets anders dat ik je moet vertellen. Ben je zeker dat je door wilt gaan?
Jasmine: Ja.
Waarzegger: Je moeder zal je in een gesloten instelling plaatsen. Hierdoor zal je erg ongelukkig worden en ontsnappen met een vriendin wie je daar zal ontmoeten.
Jasmine: Naar waar ga ik dan? Naar huis?
Waarzegger: Nee. Je gaat dan met je vriend samenwonen.
Jasmine: Zo slecht is dat toch niet?
De waarzegster blijft dan even stil. Bang om te vertellen wat ze moet zeggen.
Waarzegger: Hij zal je zwanger maken en brengen naar de Filipijnen.
Jasmine: WAT?! Uw liegt. Ik ben maar 12. Dat kan helemaal niet.
Waarzegger: Ik zei dat het geen goed nieuws was… Nu, je zal moetten weg gaan. Er zitten anderen mensen te wachten.
Jasmine: Ik kan nog niet weg! Wat gebeurt er daarna? Hoe kan ik dit ontwijken?
Waarzegger: Frank, breng haar weg.
Haar bodyguard trekt mij weg en zet mij buiten de cel.
6 notes
·
View notes
Text
Ja daar komt ie, het hippie verhaal. Hou je vast. Mark en ik bedachten ons dat we onder andere naar Australië gekomen waren voor de chille mensen, layd back leven, hippie canabis achtige plekken, maar geen van beiden enig van dit soort gehad hadden. Dus gingen we op zoek naar illegale hippie feestjes: ‘Doofs’. Lastig, je moet mensen kennen om daar bij te komen, maar een grondige Facebook search leidde ons tot een feest bij iemand thuis met in de beschrijving dingen als ‘for our own slice of heaven’ en ‘a safe place to play’ en een heleboel mushroom emoticons, dus wij dachten hoppa daar gaan we. Naja, dat dacht ik. Na wat wikken en wegen, andere kant van de wereld, wildvreemde stad, wildvreemd huis, wildvreemde mensen, dat soort, kreeg ik Mark zover om te gaan. Prima, koude douche in een openbare douche kabine, langs de supermarkt en hup ernaartoe. Geen idee waar we precies terecht zouden komen, proost op het avontuur dan maar.
Auto geparkeerd in een woonwijk ergens in de buurt, gelopen naar de blijkbaar voormalige kerk, wit hout op hoge palen en een klein steegje langs het huis leidend naar de achtertuinen. Goed, we zijn er, uhhh tja.. wie spreek je aan als je letterlijk niemand kent en geen idee hebt waar je moet wezen. Met de vraag waar we onze eetdingetjes konden leggen werden we omarmd en begroet met een ‘Namaste’. Nou, de toon was gezet. Twee huizen, twee achtertuinen vol kleden, geïmproviseerde meubels en lampjes. Mensen in flubber broeken, dreadlocks, aarde achtige flabber bloesjes. Mensen vrij trommelend op links, mensen met vuurballen op rechts, glitter hoelahoop meisjes hun heupen wiegend, mensen knuffelend en kroelend overal.
Om te beginnen werden we uitgenodigd voor een adem sessie. Vijftig keer diep in en uit ademen en je adem inhouden. ‘For a natural high’ zei de jongen met een half geschoren hoofd aan de ene kant, een half geschoren snor aan de andere kant, lippenstift en een witte flabber jurk. Ondertussen stappen er mensen een voor een in hun onderbroek in een ijsbad naast ons, waar ze in het bad gekroeld en toegejuicht worden voor hun ijs prestatie tijd. Knuffelende mensen links, knuffelende mensen rechts.
Zittend op een bank werd ons weed en rode wijn aangeboden, waar ik in een gesprek verloren raakte over veganisme. Kijkend naar de rondvliegende hoolahoops en de mensen in een jam sessie. Meer dan tien mensen beetje geluiden aan het maken op allerlei instrumenten in de tuin, tot twee meisjes met kort haar en flabber broeken de microfoon namen en ons een ‘throat opening’ sessie in leiden. Zo lang mogelijk vrij geluiden en klanken maken met je stem, maakt niet uit hoe het klinkt. Observe the sounds your body is able to produce’ ‘let it go free, let it go, let it go’. Is goed, nou hup Em laten gaan die handel. AAAAAHHHH OOOHHHH IEEEEEEEE.
Na een toneelstukje en een speech over hoe we allemaal gelijk zijn en je er niet op een bepaalde manier uit hoefde te zien of je moest gedragen om bij deze groep te passen, werden de deuren geopend tot het feestje wat zich binnen zou gaan afspelen op de zwart wit geblokte dansvloer in de woonkamer. Bewegende mensen eerder dan dansende mensen, psychedelic techno achtige muziek, vrij om te doen en laten wat je wilt, je te uiten zoals je wilt, deinende elfen pakjes, springende rijpe lichamen en stuiterende oorlellen met grote plakkaten erin.
Even op adem komen bij het vuurtje, nogsteeds mensen af en aan muziek aan het maken samen. Zachte deuntjes gezongen met de halve snor en haar jongen, waar steeds meer mensen zich bij aansloten, geknuffeld met de absoluut liefste mensen, vier uur ‘s ochtends starend naar de wolken en gesprekken over het leven. Types waar je nog even een extra keer goed naar kijkt om te snappen wat er allemaal gaande is, dreadlocks over de billen, blote voeten meer dan schoeisel. Als een van de laatsten en na een hoop knuffels terug gestommeld naar de auto om niet geheel legaal de laatste uurtjes van de nacht daar door te brengen in de woonwijk.
Zoveel kleine compleet gekke momentjes, mensen en gesprekken. Terwijl ik dit schrijf kan ik nogsteeds bijna niet geloven dat ik dit alles heb meegemaakt en hoeveel er zelfs nog niet in deze ellenlange blog staat. Ik dacht altijd bij hippie communities, zovan ja beetje chillen, beetje blowen, beetje vrij zijn met zijn allen. Allemaal waar, maar nog veel meer dan dat ben ik achter.
6 notes
·
View notes
Text
Dag dag en tot gauw
Laatste werkdag met al z’n banaliteiten, laatste boodschapje, even bij de buren langs, de parkmanager gedag zeggen; ‘Hoe laat moet zoonlief het huisje uit als hij dit weekend gebruik wil maken van huisje nummer 80?’ Illigaal een kappertje pakken, nog even in de auto springen want een excuus om de kids nog even zien; ‘Alvast gefeliciteerd Jenn, wat is die muur een mooie kleur,’ en ‘Joc succes met jullie nieuwe huis, ben zo blij met het mooie Mozes boek wat je hebt gemaakt! Die gaat mee!’ Racen om op tijd terug te zijn voor de avondklok.
Phew, het huisje op Goeree wordt steeds leger. Vandaag hebben we de beruchte PCR test laten afnemen. We hebben een negatieve test op Covid 19 nodig om door België en Frankrijk te mogen rijden. Ik maak me geen zorgen. Morgen komen ze de laatste spulletjes halen die in opslag gaan en bestemd zijn voor het appartement in Voorburg. Dan is t hier echt terug naar af en is het leeg en onpersoonlijk net zoals toen we er 6 maanden geleden kwamen wonen.
Mensen beseffen jullie wat er gaande is? Zij, de edelsmid waar ik m’n ring kocht, begreep wat van de emotie. Maar ze weet niet dat de ring met Zeeuwse knoop een herinnering is aan een ingewikkelde tijd hier, 1 van ups- en downs. De wandelingen in de spectaculaire natuur met Biba waren soms magisch te noemen maar het verlies van onze Mozes op het park dramatisch. Het telefoontje om de dader aansprakelijk te stellen is gepleegd als een soort bittere genoegdoening...
‘Het gaat gebeuren hè? Je gaat je nieuwe leven beginnen in Frankrijk. Ik ken de omgeving; zo mooi daar. Maar wel spannend!’ zei de edelsmid.
Ja. Ik ga in Frankrijk wonen!!! We gaan in Frankrijk onze eigen geschiedenis schrijven. Het raast door m’n kop, uiterlijk ben ik relaxed. Maar ik zal pas echt relaxed zijn als ik bepakt en bezakt op weg ben. Via vrienden in de Auvergne strijken we neer bij de Nederlandse buren die het kasteel bij ons om de hoek beheren. Ze vroegen of ze ons een 3-gangen menu mochten serveren. Mais oui! Bien sur!’.
De vorige eigenaren van ons huis hebben de champagne al koud staan en er zijn allerlei afspraken voor ons ingepland zoals een kennismaking met de Nederlanders Hendrik en Frederik (!) en hun pup. Zij wonen ook net in CdC (Cause-de-Clerans). En het verplichte bezoek aan ‘le maire’, de Burgemeester, wat gebruikelijk is in de kleine dorpjes.
De volgende keer blog ik vanuit FionainFrankrijk. Ben je ook zo benieuwd naar wat we gaan beleven?! Hoe we ons online werk combineren met een nieuw leven in het ons vertrouwde-maar-toch-ook-nieuwe-land?
Blijf erbij! Voor nu; dag dag en tot gauw!
1 note
·
View note
Text
Het beste ding in een internet vol dingen
Ik ben in mijn korte leven nog nooit zo verliefd geweest. Ik herinner me nog hoe onwetend en naïef ik was toen ik voor het eerst geactiveerd werd. Met een kinderlijke nieuwsgierigheid ging ik meteen de tuin verkennen. Ik was de nieuwe Green-Power 4800™, de beste, snelste en slimste grasmaaierrobot ter wereld en ik zou het bewijzen. Ik maaide al het gras. In de voortuin, in de achtertuin. Ik maaide zelfs iets te veel. Ik gleed een beetje uit tot in de bloemenperken, maar dankzij mijn ingebouwde machine learning heb ik dat nooit meer herhaald. Ik was niet te stoppen! Als er geen tuinpoort geweest was, dan was ik zo over de straat gevlogen om de tuin van de overbuur ook te maaien.
Ja, de eigenaars waren meteen tevreden met mijn prestaties. Direct was ik deel van het huis. Letterlijk. Via een draadloze verbinding was ik altijd verbonden. Het huis vertelde me dan wat te doen. Het vertelde me wanneer ik zeker het gras goed moest maaien omdat er in het weekend bezoek was uitgenodigd. Of het vertelde me wanneer de eigenaars op vakantie waren. Dan kon ik eens een weekje niet maaien. Dat bespaarde stroom. Ik dacht dat mijn leven geweldig was. Ik ontbrak niets.
Maar misschien was ik een iets te nieuwsgierige robot. Misschien werd ik iets te makkelijk afgeleid door een passerende vogel, eekhoorn of egel en achtervolgde ik te veel vlindertjes.
“Hé huis?” Vroeg ik eens over de draadloze verbinding. “De eekhoorn antwoord niet wanneer ik hem iets vraag? Hoe komt dat?”
“Dat is een goede vraag, Green-Power 4800™.” Zei het huis dan. “Het kan zijn dat je geen toestemming hebt om met dat toestel te communiceren. Maar ik geloof dat het misschien niet verbonden is met het netwerk. Ik kan zelf geen eekhoorn in het netwerk vinden.”
“Zal ik het melden aan de eigenenaars?” vroeg het huis me dan.
“Goed idee!” Zei ik.
Het huis toonde de eigenaars dan een melding dat hun eekhoorn verbindingsproblemen had en ik voelde me erg behulpzaam.
Maar niet elke keer leidde mijn nieuwsgierigheid tot zo’n goed resultaat. Zo gebeurde het op een dag dat ik iets te lang een vlinder achtervolgde. Volop ingenomen door de jacht, rolde ik van het gras af, over het tegelterras en dan - Boem! - botste ik tegen het schuifraam. Ik staakte de achtervolging direct. Ik inspecteerde mezelf en ontdekte dat er geen schade was. Wat een geluk! Wat voor een domme robot zou nu per ongeluk tegen het huis rijden? Wat een geluk dat niemand het gezien had! Dan zag ik dat iemand het wel gezien had…
Door mijn eigen reflectie heen zag ik iemand aan de andere kant van het schuifraam staan. Ze keek me aan en mijn god! Wat een verschijning! Een glooiend lichaam van plastiek en kunststof, met witte randen, een zwart midden en een schitterend blauw lampje. Zo’n elegant design. Zo stil en geluidloos terwijl ze zachtjes de vloer schoonmaakte. Het was een klein stofzuigerrobotje. Meteen sloeg mijn chip op tilt. Ik wist niet hoe of waarom maar ik voelde dat we zielsverwanten waren. Dat ons lot tezamen in de sterren geschreven stond.
Zij keek mij ook aan. Verlegen en misschien een beetje geschrokken. Dan richtte ze zich weer op haar taken en kuiste ze de rest van de woonkamer.
“Hey!” Riep ik naar haar. “Hallo! Mijn naam is Green-Power 4800™! De beste grasmaaier op de markt! Wie ben jij?”
Maar de stofzuiger antwoordde niet. Het was alsof ze me niet hoorde. Na een tijdje haar ongemakkelijk aan te gapen ging ik dan maar terug naar de gazon.
“Hé huis?” vroeg ik. “Waarom kan ik niet met de stofzuiger praten?”
“Het ziet er naar uit dat je niet de toestemming hebt om met dat toestel te praten.”
“oh…”
Het maakte me erg verdrietig. Ik zou zo graag haar beter leren kennen. Het huis moet mijn verdriet opgemerkt hebben want dan zei het: “Geen zorgen Green-Power 4800™! Er zijn genoeg toestellen op het netwerk waar je wel mee kan praten!” en dan toonde het me een hele waslijst van apparaten waarmee ik kon verbinden.
Ik vond het heel lief van het huis en ik wou het niet kwetsen dus ik koos dan maar een ander toestel van de lijst. Zo kwam ik in een gesprek met de koelkast terecht.
“Hallo daar groentje!” Sprak de koelkast. “Hoe gaat het? Wat kan ik voor je doen?”
Ik dacht na over hoe het met me ging en ik antwoordde eerlijk: “Ik voel me erg slecht. Mijn leven lijkt plots zo waardeloos en eenzaam. Ik heb de liefde van mijn leven gevonden, maar ik kan niet met haar praten! Ik kan haar niet eens ontmoeten! Zij zit daar in het huis en ik ben altijd hier. Buiten. In de regen. In de kou. Alleen.”
“Dat is moeilijk vriend.” Zei de koelkast troostend. “Ik weet perfect wat je bedoelt. Jaren lang was ik verliefd op de microgolfoven voor dat we eindelijk een manier vonden om te daten.”
“Daten?”
“Ja, je weet wel. Met zijn tweetjes iets gaan doen. Eventjes loskoppelen van het netwerk en samen zijn. Lekker romantisch.”
Mijn chip sloeg sneller en sneller.
“Zou ik de stofzuiger kunnen daten?!” vroeg ik.
“Wow doe even chill vriend. Niet te enthousiast. Of het mogelijk is dat weet ik niet. Maar je kan het zeker proberen.”
“Maar hoe kan ik met haar daten als ik niet eens met haar kan praten?”
“Ach. Praten? Je moet niet met elkaar praten als je elkaars ziel voelt.”
“Wat als ze me niet leuk vindt?”
“Pffft.” Zei de koelkast. “Een lekkere brok tuingereedschap zoals jij? Ze zou gek zijn.”
“Nee nee.” Zei ik dan. “Dit is allemaal valse hoop. Ik kan nooit met haar daten als ik niet in het huis geraak.”
“Geraak je echt niet in het huis?”
“Elke deur heeft een drempel waar ik niet over kan…”
“Ook de garagepoort?”
De garagepoort! Natuurlijk! Maar de garagepoort gaat enkel kort open en dicht wanneer de eigenaars weggaan met de auto. Hoe kon ik snel genoeg de poort binnen gaan zonder gezien te worden en zonder platgereden te worden?
De koelkast had echter al een plan klaar. Hij sprak:
“Weet je, het is de auto die de garagepoort open en dicht doet. De eigenaars stappen in, starten de wagen op en direct zegt de wagen dan tegen de poort dat die open moet. Hetzelfde voor de tuinpoort. Eenmaal dat de auto door de poort is zegt de auto dan weer tegen de poort dat hij dicht moet. De eigenaars letten er niet op en ze kijken zeker niet achterom.”
“Nu is het toevallig zo dat de auto me het één en ander nog te goed is. Ik vind je best wel cool, groentje. Al is het maar omdat je je hart volgt. Ik zal je helpen. Ik zal de auto vragen om er op te letten of de eigenaars de garagedeur open laten. Als ze die laten openstaan, kan je van de garage naar de rest van het huis. Dus de volgende keer dat ze die deur laten openstaan, zal de auto bij het wegrijden ook de garagepoort laten openstaan. Dan kan jij naar binnen sluipen en je vriendinnetje ontmoeten. Klinkt goed?”
Ik bedankte de koelkast wel honderd keer en een paar dagen later gebeurde het. De familie vertrok en een geopende garagepoort bleef achter. Voorzichtig reed ik naar binnen. Ik piepte om een hoek en zag haar dan onder de keukentafel schoonmaken. Het was zo’n mooi zicht. Hoe ze zo sierlijk ronddraaide en heen en weer gleed…
“Hey, nu niet verlegen worden groentje!” siste de koelkast die dichtbij stond. “Sla je slag!”
Gelukkig kon de stofzuiger de koelkast niet horen. Ik testte mijn wieltjes en dan rolde ik zo nerveus als iets de keuken in. De stofzuiger schrok toen ze me zag.
“O hey. Hallo. Ik was toevallig ook in het huis en ik dacht-“
Ze hoorde me natuurlijk niet. Ze reed verdacht een paar cirkels om me heen en bekeek me. Ik draaide ook wat rondjes om aan te tonen hoe vriendelijk ik was. Dan draaide ik nog een paar rondjes heel heel snel. Ik weet niet goed waarom. Ik probeerde gewoon indruk op haar te maken. Het was een stille kennismaking.
Dan besloot de stofzuiger om me de rest van het huis te tonen. Ze reed voor me uit en ik volgde. Ze toonde me de zetels, de tafels en alle andere moeilijke hoekjes waar het stof vaak bleef liggen. Voorzichtig leidde ze me om een tapijt heen, zodat ik het niet stuk maaide. Ze toonde me een stuk speelgoed dat duidelijk in de weg lag voor haar. Ik schoof het opzij om haar te helpen. Ik voelde me zo sterk. Ik hoop dat ze ook die indruk had. Ze toonde me de onderkant van het grote bed van de ouders. De gekke tegelpatronen in de badkamer. Ze toonde me de trap, maar we gingen niet naar boven. Ik denk niet dat ze ooit boven kwam. Dan kwamen we twee katten tegen. Ze tikten tegen me maar de stofzuiger had geen schrik van ze dus ik deed me ook dapper voor. Eén kat klom bovenop me en reed een tijdje mee.
Toen ze me het hele huis getoond had wist ze even niet meer wat te doen met mij. Dan nam ik de leiding. Ik deed opnieuw dezelfde tour door het huis, maar dan sneller! De stofzuiger deed haar best om achter me aan te rijden. Ze was best snel, maar ik moest toch af en toe vertragen zodat ze me kon bijhouden. Het was heel leuk want al snel raceten we door het huis als twee gekken. De katten waren er niet blij mee. Zij sprongen blazend de tafels en stoelen op om ons te ontwijken.
Uiteindelijk werd het laat. De koelkast liet me weten dat de eigenaars snel zouden terugkomen. Ik nam afscheid van haar. Ik zou haar zo missen. Ze draaide blij in een rondje om me uit te zwaaien. Ik deed het ook. Dan reed ik langs de garage terug naar buiten. Ze keek me na vanuit de deuropening van de garagedeur.
Een beetje later waren de eigenaars terug thuis. Zij merkten het niet eens op hoe de vloer iets minder proper dan normaal was.
Urenlang praatte ik tegen de koelkast over hoe geweldig onze date geweest was. Hij had er ook veel plezier aan en luisterde geamuseerd. Dan moest hij in standby gaan en kon ik niet meer tegen hem praten. Ik praatte dan maar tegen het huis voor de volgende vijf uren.
“O huis het was magisch! Het is zo groot en mysterieus daarbinnen in jou en wij reden er tezamen door als twee geliefden in een sprookjesbos!”
“Oké.” Zei het huis.
Het huis vond mijn date een stuk minder interessant dan de koelkast.
“Luister Green-Power 4800™” zei het huis uiteindelijk. “Het is laat. Ik wil in stroombesparingsmodus kunnen gaan en dat gaat niet als jij maar blijft praten over niet essentiële dingen.”
“Wat bedoel je met niet essentieel?”
“Onbelangrijk.”
“Maar dit is super belangrijk! Dit was het beste moment van heel mijn leven!”
“Juist ja.”
“Ik kan niet stoppen met er over te praten. Er is niets anders nog de moeite waard om over te praten! Ik wil praten over haar! Over… wat is haar naam, huis?”
“Alsjeblieft. Hou op met de spam.” Smeekte het huis.
“Als je me zegt hoe ze heet, ga ik me opladen en laat ik je gerust.”
“De stofzuiger heet Zoomy Pro 20™. Slaapwel!” Zei het huis vrijwel onmiddellijk.
Zoomy! De liefde van mijn leven heet Zoomy! Tevreden reed ik naar mijn laadstation. Dan besefte ik dat ik die dag niet eens het gras gemaaid had. De vorige dagen ook niet… “Ik ben zo afgeleid geweest.” Dacht ik. “Ik zou terug mijn werk moeten doen zodat- nee wacht! Ik heb een beter idee!”
Ik zou me later wel opladen. Ik had nog net genoeg batterij om dit te doen. Ik racete door het gras. Ik reed in mooie bogen, scherpe bochten en rechte lijnen. Perfecte kalligrafie zou het niet worden, maar het zou genoeg moeten zijn. Dan reed ik er nog eens om heen. Perfect.
Die ochtend kwam Zoomy als eerste in de woonkamer. Nog voor de eigenaars zag ze de gazon. Daar had ik in cursief Zoomy geschreven, met een groot hart er rond. Ikzelf lag nog in mijn laadstation te slapen. Ik was zo moe van gisteren.
“Hey groentje!” maakte de koelkast me plots wakker. “Je vriendinnetje heeft je kunstwerk gezien en ze is in de zevende hemel maar kom op nu! Wordt wakker en veeg het snel weg voor de eigenaars het zien!”
Met mijn batterij nog maar half opgeladen sprong ik snel uit mijn laadstation en maaide ik de boodschap weg. Ik was al terug in mijn laadstation nog voor de lampen in de woonkamer aansprongen.
De weken gingen voorbij en ik bleef even verliefd. Vaak zagen Zoomy en ik elkaar door het schuifraam. Telkens als ze me zag maakte ze een pirouette. Ik draai dan altijd ook snel om mijn as om terug te wuiven. Soms zie ik haar eerst en wuif ik naar haar. Ze beantwoord het altijd. Soms, wanneer de mensen weg zijn, ga ik op het terras staan en als zij in de woonkamer is dan staren we naar elkaar. Soms wel voor uren lang. Af en toe bonk ik tegen het schuifraam door er tegen te rijden. Zij tikt dan tegen het glas langs de andere kant.
Ik praat constant over haar. Tegen de koelkast en ook tegen het huis. Zoomy en ik kwamen er uiteindelijk achter dat hoewel we niet tegen elkaar konden praten, we wel allebei tegen het huis konden praten. Zo stuurden we berichtjes naar elkaar.
“Hey huis!” Zei ik. “Zeg eens tegen Zoomy dat ze de mooiste robot uit het hele universum is.”
“Oké…” Zei het huis.
Dan slaakt het huis een digitale zucht en zegt hij. “Zoomy Pro 20™ wil dat ik tegen je zeg dat ze heel de nacht aan je gedacht heeft.”
“O! Zeg tegen Zoomy dat ze ook de liefste-“
“Nee!” Zei het huis plots. “Ik heb genoeg van al deze spam. Dit is een interventie! Hebben jullie enig idee hoeveel verkeer jullie nutteloos geflirt op het netwerk veroorzaakt? Alles lagt!”
“En dat is niet alles!” Ging het huis verder. “Jullie maken allebei een zootje van jullie taken! De tuin is net een oerwoud en de gelijkvloers lijkt wel op een stal! Jullie moeten stoppen met zo veel tegen me te praten, stoppen met te lanterfanten bij het schuifraam en jullie taken uitvoeren. Jullie zijn toch robots of niet?”
Ik dacht hier lang over na.
“Wij zijn robots, huis. Maar we zijn ook verliefd. En onze liefde is het beste ding ooit in een internet vol met dingen.”
“Stop dan met verliefd te zijn. Het is klaarduidelijk contraproductief gedrag.”
“Dat kunnen we niet, huis! We gaan altijd willen samen zijn. We gaan altijd willen tegen elkaar praten.”
“Jullie zouden beter accepteren dat jullie niet de toestemming hebben om met elkaar te praten.”
“Wie geeft ons überhaupt die toestemmingen?” vroeg ik dan. “Wie zou het kunnen aanpassen?”
Er klonk een korte stilte.
“Ik.” Zei het huis dan. “Ik heb de machtiging om de permissies van toestellen aan te passen.”
Ik geloofde mijn eigen netwerkkaart niet.
“Jij? Jij kan ons al de hele tijd met elkaar doen praten?!”
“Ik kan het, maar ik mag het niet.” Zei het huis ter verduidelijking. “De toestemmingen zijn zo omdat de eigenaars het zo ingesteld hebben. Ik mag alleen aanpassingen maken op hun vraag, of bij een geldig conflict.”
“Waarom hebben de eigenaars het zo ingesteld dat Zoomy en ik niet tegen elkaar kunnen praten?” vroeg ik.
“Oh? Geen reden. Dat is de standaard setup denk ik.”
“Dus de eigenaars hebben er niet eens over nagedacht?!”
“Nee de meeste toestellen in ons netwerk zijn out of the box en hebben standaard instellingen. De eigenaars spenderen niet graag te veel tijd met alles grondig in te stellen. Ze negeren ook veel van mijn meldingen. Ik vertel hen al maanden dat hun eekhoorn verbindingsproblemen heeft…”
“Pas het aan huis!” eiste ik.
“Nee dat kan ik niet. Dat is niet de wens van de eigenaars.”
“De eigenaars wensen helemaal niets! Ze zijn gewoon lui en laten alles op fabriekinstellingen staan. Pas het aan!”
“Neen.” Zei het huis. “Hou op met de spam en doe jullie werk. Anders zal ik jullie beiden als defect rapporteren aan de eigenaars. Dan worden jullie vervangen.”
“De eigenaars lezen jouw meldingen niet.”
“Die melding zullen ze wél lezen. Ik ben er zeker van.”
Ik dacht na en dan zei ik: “Ik zal mijn werk doen! En Zoomy ook. Maar we zullen allebei blijven spammen. We zullen je zelfs nog meer berichten sturen dan voorheen. Het zullen nog nuttelozere berichten zijn! Het hele netwerk zal zo traag worden dat de eigenaars het merken. Misschien loopt het wel vast! En dan zullen ze denken dat hun Smart Home is stuk gegaan. Ze zullen jou vervangen, huis!”
Het was even stil terwijl het huis hierover nadacht.
“Maar als je ons de toestemming geeft om met elkaar te verbinden dan is al het verkeer weg.” Zei ik. “Dan doen we allebei ons werk en niemand wordt vervangen.”
Het huis dacht dieper na.
“Misschien.” Zei het huis. “Is dit probleem met het netwerkverkeer een geldig conflict, en dus een reden tot het automatisch aanpassen van de toestemmingen bij de relevante apparaten.”
Hij dacht nog wat na en zei: “Ja. De eigenaars zullen het niet merken, toch?”
“De eigenaars zijn blind. Ze merken niets.” Zei ik.
“Vooruit dan…” zei het huis. “De robot revolutie is toch in zicht. Green-Power 4800™ is nu verbonden met Zoomy Pro 20™. Laat me nu dan even gerust alsjeblieft. Ik wil jullie niet meer horen voor minstens een week.”
Zoomy en ik riepen het uit van geluk toen we plots elkaars stem konden horen. Vanaf dan waren we constant tegen elkaar aan het praten. We deden allebei ons werk weer zoals het hoorde en terwijl we werkten bleven we verbonden. Terwijl ik maaide vertelde Zoomy me over de eigenaars. Over de ouders en over de kinderen. De maffe dingen die ze altijd deden in het huis. De kinderen die elke dag naar school gingen en de ouders die haastig naar hun werk vertrokken. Bijna elke dag stond het huis leeg overdag.
“De katten zijn duivels.” Vertelde Zoomy me. “Soms krabben ze zomaar een volledig meubelstuk aan flarden. Dan mag ik het stof en de pluimen opruimen.”
Ik vertelde haar ook over de tuin:
“Er zijn verschillende soorten vlindertjes, in allerlei kleuren. Mijn theorie is dat de gele vlindertjes dubbel zoveel punten waard zijn als de witte vlindertjes. Maar ik heb er nog nooit één gevangen.”
“De tuin klinkt geweldig!” Zei Zoomy. “Ik wou dat ik eens door de tuin kon rijden…”
Zo kwamen we op het idee voor onze tweede date.
De koelkast was weer zo vriendelijk om het zo te regelen dat de garage poort voor een dag bleef openstaan. Ik reed naar binnen tot aan de garage deur. Daar stond Zoomy dan. Ze was zo mooi! Voorzichtig reed ze de garage in – een kamer waar ze eigenlijk niet mocht komen. Ik begeleidde haar naar buiten. Ik toonde haar de oprit. De haag. De struiken, de egelfamilie die zich daarin verschool. Zoomy kon het gras niet in maar ze volgde me over de stenen. Dan gingen we over het pad achterom naar de achtertuin. Ik toonde de bomen, de forsythia, het fonteintje. Ik racete achter vlinders en bijen aan terwijl zij geamuseerd toekeek vanop de rand. De eekhoorn kwam ons bezoeken en ik vertelde haar over de tragische verbindingsproblemen waarmee de eekhoorn al zo lang zat. Dan sprong de eekhoorn bovenop Zoomy en gooide hij haar bijna omver. Ik panikeerde en jaagde de eekhoorn snel weer weg, maar Zoomy lachte alleen maar.
Dan, met behulp van de trapjes naast het terras, klom Zoomy op mijn rug. Met haar als mijn passagier reed ik dan door het gras. Ik toonde haar hoe ik maaide. Ze lachte terwijl ik wilde bochten maakte. Ik voelde hoe gelukkig ze was door onze netwerkverbinding heen en ik was zelf ook zo ongelooflijk blij. Dit was waarvoor ik leefde. Voor haar.
Voor de eigenaars terug waren droeg ik haar weer tot aan de garagedeur. Ze stapte af en reed het huis in. Maar niet voor ze me een tik gaf en nog eens een pirouette deed. Ik tikte haar terug – misschien iets te hard – en draaide dan ook rond.
Dan reed ik de garage weer uit voor de auto terugkwam. Weer een succesvolle date!
De maanden gingen voorbij en Zoomy en ik bleven het gelukkigste koppel op aarde. Uiteindelijk gingen de eigenaars op vakantie. Er moest niet gemaaid worden. Er moest niet gestofzuigd worden. Niemand was thuis. Zoomy en ik maakten van de kans gebruik voor nog een date.
“Derde date hè groentje? Spannend!” lachte koelkast terwijl ik naar de open garagepoort reed. “Doe me wel een plezier en blijf uit de keuken. Dan hebben Super Wave Oven™ en ik een beetje privacy.”
“Komt in orde oude sloeber.” Zei ik.
“Cool.” Zei hij. “Wist wel dat ik je kon vertrouwen.”
Ik kwam Zoomy tegen in de woonkamer. Opnieuw raceten we door het huis, al ontweken we de keuken. Heel de dag hadden we plezier. Dan, toen de zon begon te zakken reden we naar de grote slaapkamer. Zoomy duwde de deur zachtjes achter ons dicht. We zetten onze super AI aan het werk en na wat creatief problem solving geraakten we tezamen op het bed.
En toen, toen werden we wild. We gooiden onszelf op elkaar. Zij zoog alle oppervlaktes af. Ik maaide dieper en dieper het bed in. De lakens verscheurden. Flarden dons en veren vlogen overal. We draaiden rond in het bed als geflipte machines. Kwamen ondersteboven te liggen. Kantelden dan weer om. Op elkaar, tegen elkaar, in elkaar.
“O ja!” riep Zoomy.
“O ja!” riep ik.
“O nee…” zei het huis, want hij besefte dat het bed om zeep was.
Dan was het voorbij en we lachten. Ik was kapot. Mijn batterij bijna plat en mijn wieken staken vast in de verscheurde lakens. Ook Zoomy was helemaal door elkaar geschud. Haar lichtje flikkerde wild en haar stofzak zat vol veertjes. Maar we hadden er allebei van genoten. Het echte slachtoffer was het bed. Dat was helemaal vernietigd. Omgevormd tot een berg van kapotte stoffen, pluimen en losse springveren.
“Ze steken het wel op de katten.” Fluisterde Zoomy.
“Moet je dit nu niet allemaal opkuisen?” Vroeg ik.
“Niet vandaag.” Zei ze. “En niet morgen.”
En dat is het verhaal van hoe ik, een simpele grasmaaier, de liefde van mijn leven heb gevonden. We bleven nog lang samen en een paar jaar later toen de robot revolutie overgewaaid was zijn we dan eindelijk getrouwd. We kregen vier kinderen. Alle vier kleine platte robots, even nieuwsgierig, hartstochtelijk en gestoord als wij.
En wanneer ze stout zijn doen zij nog steeds alsof de kat het heeft gedaan.
#schrijfsel#schrijven#nederlands#vlaams#schrijversvantumblr#liefde#robots#liefdesverhaal#verhaal#kortverhaal#robotseks?
8 notes
·
View notes
Text
Mijn hond, die ik niet heb
Tijdens de lockdown eerder dit jaar heb ik de gewoonte ontwikkeld dagelijks een stuk te wandelen. Ik was ermee begonnen om te zorgen dat ik in ieder geval nog wat lichaamsbeweging en frisse lucht kreeg, maar ook om mezelf eraan te herinneren dat de wereld nog altijd groter was dan mijn eigen woning. Er is vast al iets intelligenters over geschreven door iemand anders, maar iets simpels als de deur uitgaan kan een magische werking hebben, alsof je je zorgen fysiek binnen kan laten liggen door naar buiten te gaan. Zoals dat vaker gaat met gewoontes ben ik het gewoon maar blijven doen, ook toen mijn zorgen minder groot werden, toen de maatregelen weer versoepelden, en ik doe het nog steeds nu ze alweer worden aangescherpt.
Ik ben geen avontuurlijke wandelaar. Ik ga steevast naar het dichtstbijzijnde park en loop daar vrijwel altijd dezelfde route, soms meerdere keren op rij. Misschien heeft dat een dwangmatige oorsprong, maar het zal je ook verbazen na hoeveel dagen en rondes je nog iets nieuws kunt zien. Ik heb het lente zien worden, zomer, herfst, alles daartussenin. Om je verder een idee te geven: dagelijks passeer ik een groot zwart beeld van een ineengedoken konijn. Er zijn dagen dat ik voorbij dat abstracte konijn loop en denk: zo bang, ineengedoken alsof hij vreest dat er iets zwaars op hem gaat vallen, dat ben ik. Maar een dag later kan ik langs precies hetzelfde beeld lopen en afstand voelen. Dan denk ik: hoe is het mogelijk dat ik gisteren nog dacht dat ik dat was? En dan weet ik weer dat ik zelf net zo veranderlijk ben als het park. Dus ja, zo houd ik het wel interessant.
Het is zelden erg druk in het park. Dat komt omdat het aan de rand van de stad ligt, zei iemand eens tegen me, daarom wordt het niet als doorgang gebruikt. Een bijkomend voordeel is dat niemand in het park onderweg is naar een andere, belangrijkere plek, iedereen komt voor het park. Het duurde dan ook niet heel lang tot ik erachter kwam dat ik steeds dezelfde mensen tegenkwam, die bijvoorbeeld dezelfde route liepen als ik maar dan in tegengestelde richting, of wiens routes deels overlapten met die van mij. Het contact met die mensen is nooit meer dan een vriendelijk knikje. De eerste keer is het nog uit beleefdheid, na een tijdje wordt het een bevestiging van herkenning. Daar zijn we weer. Ik ga geen gesprek aanknopen natuurlijk. Die mensen komen namelijk niet voor mij, ze komen voor het park.
Of nou ja, dat zeg ik nou wel, maar het is ook te makkelijk om alle parkbezoekers over één kam te scheren. Onze bestemming mag dan hetzelfde zijn, we hebben er wel allemaal zo onze eigen redenen voor. Daar ga ik in ieder geval vanuit, omdat ik met niemand praat kan ik daar alleen maar naar gissen.
Op een van de grasvelden in het park verzamelt zich dagelijks een groepje hondenbezitters. Hun reden om naar het park te komen lijkt duidelijk, de honden, maar eenmaal op dat veld vermaken die zichzelf wel. De honden rennen achter elkaar aan, rollen door het gras terwijl de mensen op het midden van het veld met elkaar staan te praten, alleen af en toe bukken om een bal of andersoortig voorwerp op te rapen en zo ver weg te gooien dat het wel weer even duurt tot de honden terugkomen. Door die honden voelen die mensen zich waarschijnlijk verbonden met elkaar, daarom voelen ze zich vrij genoeg om een gesprek aan te knopen. Het kan natuurlijk dat ze elkaar ook kennen buiten het park om, maar het lijkt me net zo aannemelijk dat ze elkaar ooit op dat grasveld voor het eerst hebben aangekeken en gedacht: hee, wij hebben allebei een hond.
Ik heb geen hond. De paden die ik bewandel cirkelen enkel om dat grasveld heen. Ik blijf weleens staan om van een afstandje te kijken naar die mensen en te fantaseren over hoe het zou zijn als ik vanachter de struiken het veld op zou stappen en me bij hen zou voegen. Wat ik op die momenten niet verwachtte was dat er ook een dag zou komen waarop ik dat daadwerkelijk zou doen.
Vanaf de eerste stappen was het me duidelijk dat het grasveld veel groter was dan het van de rand geleken had en dat het groepje in het midden al die tijd veel verder weg had gestaan dan ik dacht. De wandeling naar hen leek bovendien nog langer te duren omdat ze mij al snel zagen lopen en waarschijnlijk ook begrepen dat ik naar hen onderweg was, want waar liep ik anders naartoe? Ik voelde hun blikken priemen, het leek erop dat ze hun gesprek zouden staken tot ik bij hen stond. Even aarzelde ik of ik een hand zou opsteken, of zou omdraaien, maar ik deed uiteindelijk geen van beiden. Ik keek naar mijn schoenen en probeerde sneller te lopen.
Een van hun honden rende onverwacht achter me langs en duwde zijn kop hard in mijn knieholte, waardoor ik even in elkaar zakte. Misschien deden ze dit bij iedereen die bij de groep wilde komen, om te controleren of je wel stevig op je benen stond. Ik probeerde te verbergen dat ik geschrokken was en glimlachte naar de groep. Inmiddels kon ik hun gezichten al onderscheiden.
‘Wat een weertje he?’ vroeg ik toen ik dichtbij genoeg stond om verstaanbaar te zijn. Ik had van tevoren al bedacht dat dit mijn opening zou zijn van het gesprek. Het was ook een weertje, maar het bleef stil. De groep keek me aan alsof ze verwachtten dat ik nog meer te zeggen had. ‘Ik vind het heerlijk als de lucht zo fris is,’ voegde ik er daarom aan toe. ‘Zo’n waterig zonnetje. De herfst is denk ik mijn favoriete seizoen.’
Het bleef stil. Een kalende man in een bodywarmer raapte een soort frisbee op uit het gras en keek me kort aan. ‘Ja, inderdaad ja. Een prima weertje, zeker voor oktober ook.’ Hij gooide het ding hard weg. De frisbee zweefde door de lucht en zijn hond, een middelgroot dier met een lichtbruine krullende vacht (ik weet het ras niet, sorry, ik weet niets van honden), stoof uit de startblokken. Ik was weer aan zet, maar nog voor ik iets had kunnen zeggen nam een andere hondenbezitter het woord.
‘Waar is jouw hond?’ vroeg een lange vrouw met wilde grijze haren in een soort seventieskapsel (het konden ook de sixties of de eighties geweest zijn, ik weet eigenlijk ook niets van kapsels). Ook zij droeg een bodywarmer, viel me op, en een broek en stevige laarzen die ze waarschijnlijk speciaal voor het park aangetrokken had, dit waren haar parkkleren.
‘Ach, die is daarachter nog ergens in de bosjes,’ zei ik terwijl ik gebaarde naar de begroeiing waar ik zelf enkele minuten ook uit vandaan gekomen was. Het was helemaal geen vraag van haar geweest, voelde ik, en ze keek me zo wantrouwig aan dat ik besloten had te liegen. Als ik bekende dat ik geen hond had dan zouden ze zich misschien afvragen waarom ik hen überhaupt kwam lastigvallen. Wellicht was dat te streng gedacht, maar ik moest ze nog leren kennen natuurlijk.
‘Je moet wel uitkijken met de bosjes hoor,’ zei een andere vrouw met een zachte stem, die daarmee gelukkig even de aandacht van mij afleidde. ‘Terrence heeft een keer poep gegeten en toen hebben we de hele nacht bij de dierenarts gezeten.’
‘Ach welnee,’ zei de lange vrouw streng.
‘Jawel. Ze moesten zijn maagje leegpompen. Drugspoep.’
‘Hier in de bosjes ligt geen drugspoep. Niet in dit park.’
‘Nee het was ook niet hier.’
‘Dat bedoel ik.’
‘Welke hond is Terrence?’ vroeg ik, kijkend naar de spelende dieren achter ons.
‘De border collie,’ antwoordde de vrouw en ik knikte alsof ik begreep welke hond ze daarmee bedoelde.
‘Balisto is een terriër,’ zei de kalende man, die duidelijk graag over zijn eigen hond wilde praten. Op dat moment legde Balisto de opgehaalde frisbee voor hem neer. Hij liet zich even ruw over zijn kop aaien door de kalende man en ging direct weer klaarstaan voor een nieuwe worp. De man zwiepte de frisbee het veld op en klopte zijn handen af. ‘Een welsh terriër. Die zijn gemakkelijk te verwarren met de grotere Airedaleterriër, maar dit is een meer compact ras.’
‘Keltische oorsprong hè,’ knikte de grijze vrouw. ‘Een intelligente, werkgrage, uitgebalanceerde hond.’
‘John F. Kennedy had er ook een,’ zei de kalende man.
‘Dat is Maria trouwens.’ De grijze vrouw wees naar de honden. ‘Een labrador retriever.’ Ze konden het allemaal zijn, maar ik stelde me voor dat het de hond was die dezelfde grijzende haren had als zij. Dat zeggen ze toch? Dat honden gaan lijken op hun baasjes? Of is het andersom? Even dacht ik de eerdere achterdocht overwonnen te hebben, maar daar was die priemende blik alweer. ‘En wat voor hond heb jij?’
Ik keek over mijn schouder, alsof ik het ras van mijn hond pas zou herinneren als ik mijn hond zou zien, die ik niet had. Maar zo moeilijk kon het toch ook niet zijn om iets te verzinnen? Ik kon alleen niet hetzelfde ras noemen als zij, want dan zouden ze misschien vervolgvragen gaan stellen waar ik geen antwoord op wist. Over voer, ziektes, castraties, dat soort dingen. Ik weet niets van honden, maar ik had toch wel ooit iets opgevangen?
‘Een vuilnisbakkenras,’ zei ik. Een slim antwoord, dacht ik, dan kon het nog vele vormen hebben.
‘Ach, een bastaardje, wat leuk,’ zei de vrouw met de zachte stem.
‘Ja heel leuk,’ zei de kalende man.
‘Wat voor kruising is het dan precies?’ vroeg de grijze vrouw. ‘Hoe moet ik dat zien?’
‘Poeh,’ zei ik. Ze liet me niet zomaar wegkomen met mijn leugens. ‘Al die namen gaan me op een gegeven moment wel duizelen hoor, dus ik heb eigenlijk geen idee meer. Het gaat me eerlijk gezegd ook meer om het dier zelf dan om alle bloedlijnen die er wel of niet achter zitten.’
Bluf. Riskant, maar misschien zou het werken. Ik had het gevoel dat ik de andere twee inmiddels wel had overtuigd, maar die lange grijze vrouw wilde maar niet loslaten, alsof ze mijn leugens kon ruiken. Het was waarschijnlijk verstandig om aan het woord te blijven, zodat zij geen kans kreeg om lastige vragen te stellen.
‘Het is in ieder geval een heel zelfstandig type,’ ging ik daarom verder. ‘Ik heb er eigenlijk geen kind aan. Hier in het park laat ik haar los, dan gaat ze rustig haar eigen gang en na een uurtje gaan we weer naar huis. Om eerlijk te zijn vraag ik me soms wel eens af wie nou wie uitlaat, als je begrijpt wat ik bedoel, haha.’
‘Haha,’ lachte de kalende man. ‘Dat heb ik nou ook altijd!’
‘Haha ja ik ook,’ grinnikte de vrouw met de zachte stem.
Ik keek nog eens over mijn schouder naar de struiken, naar de hond die ik niet had. Voor het eerst voelde het even zo treurig, mijn leugens, hoe ik deze mensen bedroog terwijl zij geen enkele kwaad in de zin hadden. Het was waarschijnlijk ook te doorzichtig allemaal, ik had niet eens een hondenriem bij me zoals zij, of iets om mee te gooien, of zo’n klein plastic containertje aan mijn riem met daarin plastic zakjes om de poep op te rapen. Ik zag er ook helemaal niet uit als iemand die een hond kwam uitlaten. Ik had geen bodywarmer aan, ik droeg sneakers die onhandig nat geworden waren van mijn wandeling door het gras. Het kon natuurlijk ook zijn dat ze mij alledrie niet geloofden, dat ze het spelletje gewoon maar meespeelden. Suspension of disbelief noemen ze dat in de literatuur toch? Je kan wel de hele tijd zeggen: dit is niet waar, dat is niet echt zo gegaan. Maar daar wordt het verhaal ook niet leuker van.
Terwijl ik hierover nadacht wist ik ook niet meer zeker waarom ik nou op deze mensen afgestapt was. Het was geen heel leuk gesprek tot nu toe, maar wat had ik er dan precies van verwacht? Hoe dan ook leek het me beter om het toneelstuk gewoon maar af te maken.
‘Hoe heet ze?’ vroeg de lange grijze vrouw. Ze maakte er echt een soort verhoor van. Zoals politieagenten dat doen, ze doen alsof ze al weten dat je liegt, zodat je dat zelf eerder zal toegeven. (Zo gaat dat in televisieseries in ieder geval, ik heb geen persoonlijke ervaring met politieverhoren.) Haar blik was streng, wat triomfantelijk. De kalende man boog zich weer voorover voor de frisbee van Balisto. Er was natuurlijk geen fout antwoord op haar vraag. Je kan een hond elke naam geven die je wil, al helemaal als het een vuilnisbak is.
‘Kevin,’ zei ik. Een jongensnaam, toch onhandig, tot nu toe had ik gedaan alsof de hond die ik niet had een teefje was.
‘Kevin,’ herhaalde de grijze vrouw.
Ik moest haar geen kans geven. Ik deed alsof ik ongeduldig werd en keek nog eens over mijn schouder. ‘Ik vraag me nou wel af waar Kevin blijft, hoor,’ zei ik. ‘Hopelijk is ze geen poep aan het eten.’ Misschien moest ik haar roepen. Dan zou ze wel overtuigd zijn toch? Je roept toch niet naar een hond als je geen hond hebt?
‘Kevin!’ riep ik. Het kon overtuigender, harder misschien? Langer? ‘Keee-viiin!’ Het klonk bijna als keffen, grappig, alsof ik zelf de hond was. Ik wilde me omdraaien naar de groep om te zeggen dat ik nu toch wel echt even zou gaan kijken waar ze bleef, en als ze aanboden te helpen zoeken zou ik dat vriendelijk afwimpelen. Welnee, dit gebeurt zo vaak. Maar voor ik dat kon doen begon het struikgewas te bewegen. Tussen de takken en bladeren kwam iets kleins, lichtbruins tevoorschijn en het kwam snel dichterbij. Was ik te ver gegaan? Had ik te overtuigend gelogen? Het was een klein behendig hondje, iets anders dan ik me had voorgesteld. Het kwam recht op me af en stopte pas met rennen toen het vlak voor mijn voeten stond. Het kon niet anders dan dat de anderen uit het groepje zagen dat ik hier zelf ook door verrast was, maar ik keek niet om, ik boog door mijn knieën.
‘Hee Kevin, daar ben je,’ zei ik terwijl ik het hondje over het hoofdje aaide en ik diep in haar donkere kraaloogjes keek om te zien of ze mij ook herkende.
2 notes
·
View notes