#hoe geen boek te schrijven
Explore tagged Tumblr posts
Text
Esoterische en gegronde dingen
Daar zaten we dan rond A's tafel, haar dochter C, haar zus K uit Frankrijk, haar bevriende oud-collega V, zij en ik. Tussen ons in lagen de boeken van Annie Ernaux en Didier Eribon, in Franse en Nederlandse edities. We zouden elkaar passages voorlezen en erover praten. Ik stelde vast hoe onwaarschijnlijk dit gezelschap toch was. Dat een vrouw met haar dochter en zus zoiets doet! Praten over boeken is toch iets dat alleen met vrienden mogelijk is?
In 'Het vonnis van de samenleving' van Didier Eribon, het vervolg op zijn 'Terug naar Reims', analyseert hij nog diepgaander de mechanismen die de oude maatschappelijke klassen in stand houden. Annie Ernaux ging hem voor, Edouard Louis is de jongste telg van schrijvende klasse-migranten in Frankrijk. Gedrieën vormen zij de elite van een heel specifiek literair-sociologisch-filosofisch gebied. Hoe ironisch!
Die ochtend vielen de inhoud van de boeken en het leven zelf simpelweg samen. Om de dingen even helder te maken, en zonder dat uit te spelen, zei ik dat ik in ons gezelschap de zuivere klasse-migrant was. Ha! Daar is dat oude gevoelige kinderverlangen weer me te willen onderscheiden. Al vroeg wilde ik anders worden. Dat anders-worden was iets groots en opwindends – en geen sinecure.
Als de jonge Didier op de middelbare school voor het eerst een glimp opvangt van de namen die horen bij een verre wereld van denken en literatuur vormen ze voor hem een soort 'esoterische symbolen', die hem riepen. Hij wilde niets liever dan die ruimte binnendringen. Eenmaal op weg daarheen spreekt hij zelfs van 'ambivalente roesgevoelens'. Hoe pijnlijk die ambivalentie zou worden, werd pas later duidelijk. Bijna niemand van ons gezelschap had alle boeken gelezen, en er was misschien niet één boek dat we allemaal gelezen hadden, maar de werelden van Ernaux en Eribon bezitten zo'n inhoudelijke samenhang dat het vooral hun ideeën waren die de echte gespreksstof vormden.
En toen gebeurde er iets moois. C was de dag ervoor uit Italië thuisgekomen. Daar zet zij na het conservatorium in Den Haag haar cello-studie voort. Ambivalentie mag dan een van de grote thema's zijn in de boeken van Ernaux en Eribon, toch dringt zich het idee op dat de wereld van cultuur en wetenschap hoe dan ook superieur is. C zei dat het moeilijk was om werkelijk contact te krijgen met 'gegronde dingen' en dat ze bijvoorbeeld de vader van een vriend zo bewondert om zijn praktische vaardigheden. Ze zei ook dat iemand die een bed kan maken, dat dat toch iets essentieels is in het leven, veel meer dan bijvoorbeeld praten over boeken. V zei lachend dat het ook best absurd is wat we aan die tafel deden. Ik hield C voor dat zijzelf een ambacht beheerst: het bespelen van haar instrument. Dat zou haar moeten kunnen gronden. Ik ben de dochter van een bankwerker die een conceptueel kunstenaar werd, maar die eindelijk haar ambacht vond: het schrijven.
3 notes
·
View notes
Text
Appreciatie over het boek!
Mijn beste lezers,
Zoals jullie misschien hebben gelezen in mijn vorige post heb ik mijn boek eindelijk uitgelezen. Ik had het einde niet verwacht, maar dat is niet zo erg. Als je wilt weten wat er gebeurd is raad ik je aan om mijn voorlaatste post te lezen. In deze post zal ik jullie mijn persoonlijke appreciatie geven over het boek.
Ik vond het boek persoonlijk zeer leuk. Ten eerste vind ik de titel echt goed gekozen. Het geeft je niet te veel weer maar ook niet te weinig informatie, je weet zo niet waarover het gaat, maar wel dat het niet een vrolijk boek zal zijn. Ik denk ook dat ik daarom het boek gekozen heb omdat ik zo een titel nog nooit heb gezien. Ten tweede vond ik de hoofdpersonage Jas zeer interessant. Door heel het boek heen kon je haar mindset/gedachtens lezen en zien hoe ze verder evolueerde tot een tiener, niet perse altijd in de goede richting. Ik vond ook dat haar familie goed gekozen was in verband met hun karaktereigenschappen. Ze pasten allemaal in het verhaal. Je had een strenge vader met een vriendelijke/kalme moeder die niet echt liefde voor elkaar hadden. Je kon duidelijk zien dat ze niet voor de liefde getrouwd waren, maar omdat dat de norm was in die tijd. Haar zus Hanna en broer Obbe pasten ook goed in het verhaal. Ik vond het prettig dat ik meer over hen kon leren tijdens het lezen van het boek. Wat ik wel jammer vond is dat ik niet veel heb kunnen lezen over Matthies. Alleen dat hij gemist werd, maar ik las nooit echt concrete situaties waar je zijn karakter kon lezen en zien wie hij als persoon was. Daarnaast mochten er volgens mij meer bijfiguren toegevoegd worden. Gewoon om het verhaal interessanter te maken, want hier kwamen we vaak de veearts en Belle tegen maar die waren ook de enige. Het mochten volgens mij er veel meer zijn. Ik vond de plaats die gekozen werd voor het boek ook zeer passend omdat als ik aan Nederland denk, denk ik vooral aan het landbouw met dieren en de zee ernaast. Deze familie leefde ook van de koeien en hadden een zeer grote tuin vol met groenten en platen. Ik kon het verhaal helemaal verbeelden en dat hielp enorm bij het lezen en begrijpen van het boek. Daarnaast vond ik het leuk dat het boek niet zo een lange hoofdstukken had. Dat zorgde ervoor dat ik verder wou lezen en dat ik ook sneller kon stoppen met het lezen omdat je dan niet een hoofdstuk van 20 pagina's in een keer moest lezen. Aan de andere kant vond ik het niet zo fijn dat er zo veel details geschreven werden. De schrijver had soms volgens mij te veel informatie gegeven die ik niet perse nodig had. Wat ik ook niet leuk vond is dat er bijna de hele tijd flashbacks waren. Ik vergat soms waar we waren in het verhaal. Dat bracht me ook in verwarring toen ik de samenvattingen van de hoofdstukken zat op te schrijven. Daarom kon ik vaak die extra informaties niet opschrijven omdat die niet in verband kwamen met wat ik ervoor schreef. En ik vind in het algemeen flashbacks niet zo fijn om te lezen. Uiteindelijk krijgt het boek van mij een 8,5/10. Het krijgt geen 10 van mij omdat ik ook vond dat er niet genoeg actie werd genomen. Het werd soms heel repetitief, ik kon in bepaalde situaties al zeggen wat er zal gebeuren zonder dat ik het gelezen heb. Dat vertraagde ook mijn leesproces.
Samenvattend was het volgens mij een goed boek, maar er kon veel meer actie gebeuren.
Zo dit was mijn persoonlijke appreciatie, hopelijk kunnen jullie hiermee akkoord gaan en jullie mogen natuurlijk ook altijd jullie eigen mening achterlaten in de reacties.
Tot de volgende keer!
Veselina☺︎
4 notes
·
View notes
Text
REIN DOL, VERRASSEND EN VEELZIJDIG TEKENTALENT
Enkele jaren geleden zag ik zijn werk in Museum Belvédère. In de thematentoonstelling “On the Spot”. Diverse kunstenaars waren gevraagd om een voor hen dierbare plek vast te leggen in hun werken. Voor Rein Dool op dat moment, 2017, was dit het parkgebied van onder meer zijn woonplaats Dordrecht. Een verstilde omgeving waar het meer dan prettig toeven is. Dat las ik af uit de afbeeldingen in een zorgvuldige arcering, houtskool op oosters papier. Het zette mij lyrisch op woorden en ik schreef een bewogen artikel; een citaat: “De hoge bomen met gitzwarte stammen. De paden die geplaveid zijn met afgevallen bladeren. Het kroos zweeft op het water van de vijver. Takken hangen zwaar van het gebladerte. De wind waait en neemt de beweging van het krijt in de vingers van Dool mee. Tekeningen zijn dynamisch en andere geven statisch de schoonheid van het park weer. De gespotte vlakken zijn gekaderd, maar kunnen andersom werkend ook geschetst begrensd zijn en daarna door meest arcering ingevuld. Een speelse opzet derhalve, waarin de blik berustend kan wegzinken. Het is een park om in weg te dromen. Een beeld om te mijmeren. Laat mij hier maar figuurlijk versterven.”
Nu zie ik dit werk weer in het Dordrechts Museum en kan ik het daarna nog weer zien in de Fondation Custodia, maar daarvoor reis ik naar Parijs. Het museum laat een selectie van tekeningen van Rein Dool zien uit zijn omvangrijke oeuvre dat meer dan 70 jaar van werken beslaat. Ook tref ik het aan in de catalogus bij de tentoonstelling: Rein Dool tekeningen. Daarin verwoordt conservator Rijksprentenkabinet Huigen Leeflang, naast de grote oplage van afbeeldingen, de levensloop van mens en kunstenaar. De feiten enigst kind te zijn van oude ouders, een moeilijke jeugd met veel ziekten, de strenge vader en liefdevolle moeder, de christelijke opvoeding en het tekenen waarin hij eenzaam kan vluchten. En de verschillende stijlen in de kunst die Dool hanteert en aanhangt. Hij is veelzijdig, schildert en tekent, maakt grafiek en keramiek, vormt sculpturen in brons en staal, en beschikt over een feilloos kleurgevoel. Maar is ook een begenadigd fotograaf en een virtuoos muzikant, verzamelaar van muziekinstrumenten.
Maar toch komt het tekenen altijd op de eerste plaats. Het is het fundament van zijn werk, voor zijn werk. “Het is in zijn tekeningen dat hij zich het meest direct uit en laat kennen”, schrijven Femke Hameetman en Ger Luijten in het voorwoord, zij zijn respectievelijk artistiek directeur Dordrechts Museum en directeur Fondation Custodia. “Uitgangspunt voor Dools werk zijn veelal de traditionele thema’s landschap, portret, stilleven en figuurstuk.” Zijn benadering tot het onderwerp en de werkwijze waarmee hij deze vastlegt laat een grote verscheidenheid in werken zien. Er zijn tekenaars die op een bepaald moment een stijl en een manier van werken omarmen en zich daarin vasthoudend blijven uitdrukken. Maar bij Rein Dool is daarvan geen sprake, hij wisselt voortdurend van tekentrant. Zo schept hij een veelzijdig oeuvre, waarbij hij zichzelf afvraagt of iedereen wel ziet of het allemaal door een en dezelfde kunstenaar is gemaakt.
De kennismaking met zijn werk in Museum Belvédère deed mij al verwonderen, maar het zien van de doorsnee uit zijn levenswerk in het Dordrechts Museum verrast mij nog meer. Vergenoegd blader ik dan ook het boek door waarin de werken mij, hoe verschillend ook, op indruk en emotie aanspreken. Al op jonge leeftijd ontdekt Rein Dool dat tekenen hem veel voldoening geeft, het bezorgt hem een gevoel van eigenwaarde: ‘Het tekenen gaf me een doel in het leven. Als ik maar kon tekenen, dan was het goed. Ik tekende om mijzelf te worden.’ Op school oogst hij bewondering met het natekenen van historische schoolplaten. Ook dan al is zijn scherp oog en geconcentreerde blik opvallend om gedetailleerd werk te kunnen maken. Hij volgt een opleiding tot lithograaf en werkt een tijdlang in een drukkerij om vervolgens zelfstandig kunstenaar te worden.
Als jonge tekenaar ontdekt Dool zijn talent voor het tekenen naar de werkelijkheid, het wonder dat je dankzij nauwkeurig kijken en beschouwen, en door het oefenen van je hand alles om je heen kunt weergeven met een potlood. Bekijk je het onderwerp zorgvuldig van alle kanten, zie je volume en diepte, dan begint het onder je handen steeds werkelijker te worden. “Het aandachtig en nauwkeurig kijken, het zich letterlijk eigen maken van planten, bomen, gebouwen, mensen en landschappen is een vermogen dat Dool nooit meer heeft losgelaten en is gaan beschouwen als de essentie van het tekenen naar de werkelijkheid”, schrijft Huigen Leeflang. Daarnaast benadert hij zijn werk ook met veel humor wanneer dat nodig en op zijn plaats is. “Zijn oog voor het absurde van het ogenschijnlijk gewone en alledaagse vormt voor Dool een onuitputtelijke bron van inspiratie.”
Het beelden naar de uiterste werkelijkheid geeft hem het vermogen om daarnaast de essentie van het beeld te pakken. In zijn werk kan hij door te kijken welhaast fotografisch realistisch zijn, maar door die kennis van zaken kan hij dingen makkelijk weglaten tot een veelzeggend abstract werk ontstaat. Want het tekenen en schilderen naar de werkelijkheid dat hij steeds beter beheerst voelt vaak ook als een inperking van zijn vrijheid. Hij durft de werkelijkheid los te laten en ontdekt hoe weinig er voor nodig is om een mens te maken. Hij gaat zijn onderwerpen stileren, maar valt ook weer terug op abstracte werken zijn bijzonder werkelijk realisme.
Meestal tekent Dool in de buitenlucht of in het atelier naar model, maar ook maakt hij foto’s van wat hem inspireert. Deze zwart-witopnamen gebruikt hij als uitgangspunt voor zijn tekeningen. Maar van exact kopiëren is geen sprake, volgens Leeflang, eerder van een synthese. Gezichtsuitdrukkingen, ledematen en houdingen worden vertekend weergegeven, wat opmerkelijk genoeg hun herkenbaarheid en zeggingskracht vergroot. Dool woekert met zijn talenten. Niet alleen uit plichtsbesef, een zelfgekozen opdracht om er het beste van te maken, maar vooral vanwege het grote plezier in eigen kunnen dat kenmerkend is voor zijn werk, of het nu een doorwerkte compositie betreft of een luchtige schets.
“Ondanks de grote verscheidenheid in techniek, materiaalgebruik en tekenstijl blijft de verwantschap tussen Dools werken immer zichtbaar”, merkt Leeflang nog op. Dat houdt verband met zijn anders kunnen kijken, beter kunnen zien en doorzien, zijn oorspronkelijke handschrift en zijn verwondering over de wereld, zijn medemens en zichzelf. In het boek is nog plek ingeruimd voor een drietal dichters. Poëzie waarmee Dool met zijn verbeelding aan de haal is gegaan. De woorden beeld heeft gegeven, maar het zou best ook zo kunnen zijn dat het andersom werkt. Rein Dool is een verrassend tekenaar met soms wonderlijk werk. Voor elk wat wils zou je kunnen zeggen. Want van vele tekenstijlen, in abstractie en naar de werkelijkheid, van landschap tot portret en alles wat daartussen zit, dus van alle markten thuis.
Rein Dool, tekenaar. Uitgave bij tentoonstelling in het Dordrechts Museum. Tekst Huigen Leeflang. Waanders Uitgevers, Dordrechts Museum, Fondation Custodia, 2022.
2 notes
·
View notes
Text
ruimte en tijd
Beste lezers,
Mijn volgende opdracht voor de Nederlandse les is om in te beelden dat de protagonist van mijn boek (Ik Geef Je De Zon) een waarzegger gaat bezoeken, en hier over een tekst schrijven. In dit boek zijn er 2 hoofdperonages, dus ga ik één van de 2 kiezen: Noah. Veel lees plezier!!
-----
Noah komt aan aan bij een kleine winkel, met een groot bord buiten met de tekst: WAARZEGGER.
"Dit moet het zijn," zegt Noah tegen zichzelf.
Hij trekt de deur open en ziet een oud vrouwtje zitten aan een tafel met een kopje thee in haar hand.
Waarzegger: "Goeiedag jonge man."
Noah: "Aangenaam, ik heet Noah. Heb ik het juiste adres, bent u de waarzegger?"
Waarzegger: "Je bent op de juiste plaats. Ga zitten en maak het jezelf gemakkelijk. Vertel maar, wat brengt z'on jonge man naar een oude waarzegger?"
Noah zit neer aan de overkant van de waarzegger. Hij denk even na, zonder te weten waar hij moet beginnen.
Noah: "Wel, ik heet Noah, Noah Sweetwine. Onlangs zijn er veel dingen gebeurd in mijn leven. Mijn hoofd is zeer actief en ik ben een overdenker, dus ik had gehoopt dat u mij kon helpen met het allemaal een beetje duiklijker te maken. Ik las over je in de krant, die leest mijn vader altijd, en besloot om even te paseren."
Waarzegger: "Prima Noah, dan zullen we eraan beginnen. Als het oké is dan zal ik beginnen met een paar vragen te stellen. Ten eerste zou ik graag willen weten hoe oud je bent en dat je uitlegt wie in je leven belangerijk voelt."
Noah: " Nou, ik ben 13 jaar oud. Mmh, ik moet even na denken... . Mijn zus Jude, ik hou heel erg van haar. Zij is de meisjesversie van mij. We denken exact hetzelfde, het is alsof we tweelingtelepathie hebben. Mijn oma is ook zeer belangerijk voor me, wel was. Onlangs is ze overleden en had had ze een boodschap voor mij en mijn tweelingzus. Haar boodschap was dat Jude en ik onze vooropleiding zouden doen bij de ASK, de Academie voor Schone Kunsen. Ik wil heel erg graag gaan, ik hou van tekenen."
Waarzegger: "Mooi zo Noah. Voordat ik begin wil ik je vertellen dat mijn voorspellingen niet altijd juist zijn, dus neem ze niet kwaalijk. Helaas zie ik voor jouw geen toekomst met kunst. Ik zie wel verraad, verraad van iemand die heel erg veel van je houdt, zonder dat je het verwacht. Maar wacht, ik zie ook dat je er niet zal achterkomen voor een lange tijd, maar ooit wel, ooit zullen ze het je vertellen."
Noah: "Verraad?? Dat had ik niet zien aankomen. Weet u van wie?"
Waarzegger: "Jammer genoeg kan ik dat je niet vertellen. Oh, ik zie wel iemand nieuw komen in je leven. Iemand die je nog niet goed kent. Je kent die persoon wel van zien en heb onlangs tegengekomen. Ze hebben bruin haar en bruine ogen. Ze zijn zeer betrouwbaar, en je onderscheidt je van de menigte voor hen.
Noah: "Waw. Misschien is het wel mijn zielsverwant. Weet u wanneer ze in mijn leven komt? Ik kan niet wachten tot als ik haar leer kennen!"
Waarzegger: "Zielsverwant... ja dat klinkt mij nog juist. Maar haar is het niet hoor Noah, het is volgens mij een jonge man. Hij komt langzaam meer en meer voor in jouw leven, en je zal het opmerken."
Noah: "Nee, je vergist je, het moet een meisje zijn. Het kan niet anders."
Waarzegger: "Nou ja, volgens mij vergis is me niet, maar dat is niet belangerijk. We doen voort."
De waarzegger zet haar hand op wat lijkt als een soort van wereldbol, maar dan zonder al de landen. Ze sluit haar ogen en Noah doet mee.
Waarzegger: "Oké Noah, ik zie dat je een groot geheim gaat krijgen, zonder dat je het wil geloven. Maar niet over jezelf, het is een geheim van iemand anders, iemand die je zal verliezen. Je zult dit geheim een paar jaar ontkennen, maar dan komt de waarheid aan het licht."
Noah: "Een geheim? Wat voor geheim? En wat bedoelt u met dat ik iemand zal verliezen? Bedoelt u dat iemand zal sterven?"
Waarzegger: "Rusig aan Noah. Dit geheim zal je hele leven veranderen, en ook die van jouw familie. Zou je mij nog een beetje kunnen vertellen over jouw familie situatie?"
Noah: "Tuurlijk, zoals ik al zei heb ik een twelingzus. Ik woon samen met haar en mijn ouders. Ze praten minder dan vroeger, mijn ouders. Maar het is niks, het komt volgens mij doordat mijn oma is overleden, maar mijn mama komt her wel door."
Waarzegger: "Ok dankuwel Noah. Ik kan je nog zeggen dat er iets gaat veranderen. Ik kan niet zeggen tussen wie, maar deze verandering zal je hele familie veranderen. Oh, ik kan ook zeggen dat dit iets heeft te maken met dat geheim van je."
Noah: "Ik ben helemaal in de war. Maar helaas moet ik ervan door gaan, ik heb school in een half uur."
Waarzegger: "Geen probleem Noah. Nog eens bedankt voor te passeren en hopelijk zie ik je snel weer!
Noah: "Zeker mevrouw. eel erg bedankt.
3 notes
·
View notes
Text
Als een stip aan de horizon
Project:
Jan M Leupen maakt Collages en de voormalig stadsdichter van Rotterdam Daniël Dee maakt deze af door er Tekst/gedichten bij te schrijven.
Dit project zal als boek gepubliceerd worden binnen een nog onbepaalde tijd
Als een stip aan de horizon
je staart al zo lang wezenloos
naar een collage van jan m Leupen
dat je aan jezelf refereert
in de tweede persoon enkelvoud
natuurlijk praat je tegen jezelf
soms heb je nu eenmaal
deskundig advies nodig
je hebt het nooit gekund
schoonheid maken
schoonheid vasthouden
wie liefheeft wordt bescheiden
stippen spatten op je netvlies
als manen en zonnen
in alle kleuren van de regenboog
of geschied dit fenomeen
toch alleen in je brein
wat je ook rangschikt
er verschijnt geen weg
naar het oneindige
de stippen verspringen
telkens weer
je moet ook niet naar jezelf luisteren
als je dronken bent
je lijden is als een olieverfdoek
hoe mooi ook de afbeelding
zij – want ze is altijd een vrouw –
blijft voor altijd tweedimensionaal
en de craquelé heeft al gewonnen
Daniël Dee
0 notes
Text
"Hey, hoe gaat het?"
"Ja goed, wel prima, z'n gangetje, zoals het gaat. Komt wel goed, het gaat wel over, ik stel me aan. Ik ga wel door, ik moet door, ik kom er wel overheen.
"Nee, het gaat niet goed. Ik weet niet wat ik moet doen. Mijn lichaam zit vol met energie en ik weet niet hoe ik het kwijt moet. Als elektriciteit voel ik het door mijn aderen en het doet zeer. Ik moet bewegen, maar geen beweging is genoeg. Ik moet rennen, maar ik ren niet snel genoeg. Ik moet dansen, en voor even ben ik het vergeten, mijn hoofd is leeg, mijn lichaam het enige instrument dat van belang is.
"Dan stop ik, keer terug in mijn lijf. Ik zweet, maar de tintelingen zijn niet gestopt. Ik ben buiten adem, maar de toeren blijven draaien. Ik tril van opwinding, maar ik ben moe.
"Ik weet niet wat ik moet doen.
"Ik zit in mijn eerste jaar van de Uni, ik kan niet nu al opgeven. Hier keek ik zo naar uit. Ik wil niet opgeven. Maar waar moet ik beginnen? Stress voelt iedereen, stel je niet aan man.
"Mijn vader heeft kanker. Het komt goed hoor, ik wilde je niet laten schrikken. Niet zoals ik zelf schrok, twee maanden geleden, toen de doktoren dachten dat hij alleen nog palliatieve zorg kon krijgen. Ze hadden het fout gelukkig. Andere kanker, chemo slaat goed aan. 'Evidente vermindering' zeiden ze laatst. Het komt goed hoor. Het komt goed hoor. Ik moet het herhalen voor ik het vergeet, voordat mijn angst mijn teksten gaat schrijven.
"Ik moet dansen, ik moet bewegen, ik moet schreeuwen, ik wil naar het strand, uitwaaien ofzo.
"Toen mijn moeder zei dat ze denkt dat het wel goed komt, dat is denk ik het eerste moment dat ik het zelf even geloofde.
"Ik moet mijn studie afmaken. Dat heb ik beloofd.
"Het gaat goed hoor, mijn hoofd zit gewoon een beetje vol.
"Vol, mijn hoofd zit vol. Er is geen ruimte. Ik moet bewegen. Ik kan niet bewegen. Ik moet bewegen. Ik ben weer met dansen begonnen, ik hoop dat ik me beter voel.
"Ik typ te snle, ik maak relkens tyopfouten godverdomme. Mijn vingers willeen te snel, ikdenk te snel, mijn hoofd zit vol ijn hoofd zit vol mijn hoofd zit. er zit elektriciteit in mijn lichaam.
"Ik heb van de week een boek uitgelezen. Wellicht is het te zien in m'n reblogs van de laatste paar dagen. 'Fourth Wing', ik vond het leuk. Kan niet wachten tot ik het volgende deel kan lezen. Kut... Ik moet eerst aan school. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Het voelt niet eens meer belangrijk.
"Ik kan niet falen voor Uni. Het is te belangrijk. Ik wil het halen. Ik vind het leuk. Het gaat over kunst en media en architectuur en design. Leuke mensen. Interessante vakken. Waarom voelt het alsof ik nu al achterloop?
"Mijn vader is bezig met de zolder. Bizarre man, hij is net terug van een ziekenhuisopname, chemo, vier dagen. We hebben dakkapellen, heel mooi, ontzettend ruim, prachtige ramen. Ik wil niet dat hij chagrijnig naar mama doet.
"Ik hoop dat mama zich oké voelt.
"Ik ben blij dat mijn familie, mijn ouders, mijn broers en zussen, zo open over 'houden van' zijn. Ik hou van hen en weet dat ze van mij houden.
"Mijn familie uit Chili was hier in september, toen we dachten dat papa dood zou gaan. Toen ze weggingen hadden we al het betere nieuws. Toch voel ik een knoop in mijn maag als ik aan dat afscheid op Schiphol denk.
"Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Ik wil studeren, maar voel me bevroren als ik op mijn kamer zit. Ik loop rond. Doe een handstand tegen de muur. Dans op sokken met antislip, ga bijna op mijn smoel, ironie.
"Ik wil blij zijn, spontaan zijn, lief zijn, warm zijn. Hardwerkend. Ben ik ondankbaar? Ben ik lui?
"Er zit elektriciteit in mijn lichaam. Normaliter zou dat een metafoor zijn voor iets fijns, energie. Maar nu weet ik even niet wat ik ermee moet. Ik moet sneller rennen. Ik moet hoger springen. Ik wil schreeuwen, maar dan zullen mijn buren dat horen, ik wil geen overlast veroorzaken.
"Mijn Instagram feed is ook verschrikkelijk trouwens. Ik krijg de laatste tijd allemaal video's over rouw. Ik wil niet rouwen. Niet meer. Ik heb genoeg gehad. Maar ik ben bang dat als ik deze angst uitspreek, ik het uitnodig. Wat als ik mijn angsten te hard denk en het gaat fout. Drie keer iets herhalen. Dan moet Hij snappen dat ik het niet wil. Dat ik het niet wens. Drie keer kloppen, drie keer klakken, drie keer tikken, drie keer dit, die keer dat. Drie is een heilig getal ofzo.
"Ik ben niet eens gelovig, waar gaat dit nou weer over?
"Ik heb een tattoo trouwens, focking leip. Echt mooi ook. Ik wil binnenkort nog één laten zetten. Die is voor Haar. Ik wil het al acht jaar en ik denk dat ik er aan toe ben. Closure ofzo, voor zoverre dat kan.
"Heb gister een boek uitgelezen, was heel even ontsnapt. Leuk boek, aanrader. Ik moet aan de Uni. Ik moet gewoon beginnen, zo moeilijk is het niet. Ik vind het leuk. Het is ook leuk. Ik moet me er gewoon toe zetten. Easy.
"Ik ga morgen een dansworkshop volgen, ik kijk hier al een maand naar uit. Ik hoop dat ik het eruit dans. Energie is goed als ik er wat mee kan. Dansen, daar kan ik wat mee. Hoop ik.
"Niets veranderd als ik zelf niet verander.
"Ik hoor me beter te voelen. Ik hoor me te kunnen focussen. Hij wordt tenslotte beter. Hij zit zelfs op zolder te klussen, hallo. Dus doe gewoon je ding, het komt goed. Ga gewoon naar school. Wees blij.
"Wie ben ik als ik geen danser ben? Wie ben ik als ik faal?
"Ja gaat goed hoor. Effe moeilijk de laatste tijd, maar komt wel goed. Genoeg over mij, hoe gaat het met jou?"
0 notes
Text
Het is Pride maand. Onder elke post op social media met een regenboog staan honderden haat-comments. In reactie hierop ben ik vorig jaar begonen met het één en ander op papier zetten om mensen bewust waar ze eigenlijk over praten.
In de loop van de maand post ik telkens een hoofdstuk uit dit boek.
Dit is hoofstuk 2.
________________________________________
ZE DUWEN HET SOOR ONZE STROT
Het is de terugkerende leus onder elk artikel, post, filmpje, foto ooit op het hele internet. Meestal vooraf gegaan door een compleet misplaatst: "Ik heb niks tegen die lhbqxyz lui maar..."
Het heeft een beetje dezelfde vibe als "Ik ben echt geen hekel aan buitenlanders maar..."
Werkelijk, die disclaimer doet echt helemaal niks.
Maar enfin, 'we duwen het door je strot.' word er tegen me gezegd. Ik, persoon die nog het meest druk is met binnen zitten en bedenken wat ik vanavond wil eten.
Wie duwt het precies door je strot? De homo aan het eind van de straat die rustig in de tuin zit met z'n man? De non-binair die daar bij de kapper zit voor een verse pixie-cut? De transgender die z'n studie psychologie aan het afronden is?
Wat zijn precies de elementen die de cis-hetero zo storen?
Rainbow washing: Als we onze focus even ergens anders leggen dan je doorsnee regenboog-burger die gewoon een dag probeert door te komen zonder uitgescholden te worden, komen we terecht bij het regenboog kapitalisme. De bedrijven achter het regenboogje op elk product in je winkelkarretje. Dit staat ook wel bekend als pinkwashing of rainbow washing.
Nee, we schrijven geen brieven naar Calvé pindakaas voor een regenboog op het etiket. We lobbyen niet voor een roze Starbucks beker. Voor de meesten van ons mag de Primark hun regenboogcollectie ook ergens steken waar de zon niet schijnt.
Het enige wat dit is, is een marketingsstunt. Bedrijven zien een mogelijkheid voor geld verdienen over de rug van wat in feite niets meer dan een protest en een sociaal symbool is. Dit is het peace-symbool afpakken van de hippies om op t-shirts te printen en vervolgens verkopen aan militairen.
Niemand, maar dan ook niemand, zit te wachten op een regenboog tandenborstel voor gelijkheid, op een 'great to be gay' op een mok of op een 'have a gay day' op een boxershort. Het doet niks, helpt niks en het enige wat het doet is inspelen op een sociaal concept zodat marketing giganten hun zakken kunnen vullen. Het enige wat het doet is de mensen uit alle hoeken van de maatschappij eraan herinneren hoe snel ze buitenproportioneel boos kunnen worden op een verpakking.
Mensen zijn collectief woest op een gekleurd stukje plastic, en de bedrijven erachter boeit het echt niet of hun opbrengst naar Oxfam Novib of naar sweatshops in China gaat.
Maar prima, je hebt een paar pallets Bud Light gekocht om het in een rivier te dumpen. Het geld is naar Bud Light gegaan en de rivier zit nu vol met slecht bier. Allemaal omdat je absoluut uit je knar gaat als je een 'man in een jurk' ziet.
Kapitalisme lacht je vierkant uit. A tale as old as time... aan boze mensen word geld verdient. De tweedracht zaai je zelf. Je kan het negeren net als je elke nieuwe design op een verpakking negeert, of je kan op elk Facebook post je ongenoegen spuien, wat er alleen maar voor zorgt dat je algoritme je steeds meer ervan laat zien.
Maar er zijn twee kanten aan het verhaal. Er is een reden waarom de regenboog bestaat en gebruikt word. Rainbow Washing is het negatieve neveneffect van iets wat begon - en bedoeld was - als symbool voor gelijkheid.
We pakken even het scenario van Finn en Nora weer erbij.
Finn is opgegroeid in een dorpje in Brabant. Hun ouders zijn ouderwets Christelijk en willen niks meer met hun te maken hebben. Ze kunnen hun kind niet meer in hun roze en blauwe wereld passen, en daar lag de limiet voor hun ouderlijke liefde. Finn moet zich elke dag verantwoorden voor hun uiterlijk. Finn word verteld dat die zich schuldig moet voelen voor de dingen die hen gelukkig maakt.
Finn wilt samen met Nora wat drinken op een terrasje. Ze vermijden de drie bars waar Nora al is uitgescholden voor manwijf en er moeilijk werd gedaan toen ze naar het dames toilet wilde. Maar ook op een mannentoilet is ze niet veilig, is al gebleken. Een man had haar afgelopen zomer belaagd en geroepen: "als je je als een wijf kleed dan begeef je je maar onder de wijven. Hou je nichterij bij me vandaan!"
Finn ziet hoe ongemakkelijk Nora zich voelt en weet niet meer waar ze veilig kunnen zitten, totdat ze een progress - regenboogvlag zien bij een grand café op de hoek van het plein.
Ze kunnen hier zeker weten dat het personeel hun kant zal kiezen als er wat mis gaat. Ze kiezen een tafeltje en voelen zich wat minder blootgesteld en vreemd. Hier mogen ze zijn. Hier is het veilig.
De vlaggen, stickers en spelden hebben een functie. We vullen onze kleren en tassen ermee om die trans jongen in de trein te laten weten dat hij prima naast ons mag zitten, en we voor hem opkomen als iemand wat probeert. We hangen het op aan onze bedrijven om onze nieuwe medewerkers en klanten te laten weten dat ze geen rare vragen krijgen over hun uiterlijk. Het laat de weggelopen tiener wiens vader hun dreigde te vermoorden als hij met een man thuis kwam weten dat er een plek is waar hij zijn verhaal kwijt kan, en dat niet de hele wereld op hem uit is. Het laat aan de juiste mensen zien dat de wereld groter is dan de angst en schaamte waarmee ze opgroeien. Die regenboog is er niet voor de cis hetero mensen die overal kunnen gaan en staan waar ze willen, die nooit zijn belachelijk gemaakt voor hun relatie of zelf expressie. Het is een symbool voor degenen die het nodig hebben.
Boos worden op een zichtbare regenboog is net zo belachelijk als boos worden op blindengeleide-stroken. Het maakt de wereld ietsje makkelijker en veiliger voor slechtziende mensen om te navigeren, en de rest van ons negeert die dingen. Niemand zegt daarover: 'ze duwen het door onze strot! Die dingen vind je op elke stoep in het land!'
Je mag de regenboog net zo negeren als een nopjes strook. het is er niet voor jou, dus waarom zou je er wat mee moeten?
#pridemaand#pridemonth#transhaat#homohaat#LHBTQ#Queer#queer literature#regenboogcommunity#alfabetmaffia#lgbtqia#sorry its in dutch but google translate is a friend#queer rights#transfobie#homofobie
1 note
·
View note
Text
Want er is geen tijd om te wachten op meer waardering, meer geld, meer tijd en ruimte om eens rustig en overzichtelijk te herstructureren. Soms denk ik, in de meest pessimistische bui, dat het geen zin heeft: het verminderen van de werkdruk en eisen vraagt een complete herziening van decennia aan structuren en werkwijzes die niet zo makkelijk te veranderen zijn, al is het maar omdat we er nooit aan toe zullen komen omdat de theater- of dansvoorstelling, de expositie, het evenement of festival, het boek, of welk culturele eindproduct dan ook de voorrang krijgt, en omdat we nou eenmaal in een kapitalistisch systeem leven waarin alles productief en nuttig moet zijn, ook, of juist, dat waarvan het nut telkens weer bevraagd wordt.
Er wordt teveel opgehangen aan de voldoening van iets realiseren en teweeg brengen, waarin het doel de middelen en de mensen heiligt en het uitputtende proces naar de achterkant wordt geschoven omwille van een resultaat. Ik ben er bang voor dat pleiten voor minder me over doet komen als lui en ongemotiveerd. Er is niet per se iets mis met hard werken: iets mag ook tijd en moeite kosten, dat is inherent aan een creatief proces, en maakt het waardevol. Ik bedoel eerder dat we wat we doen, goed moeten doen. En hoe goed kan iets zijn als het alleen tot stand kan komen als we collectief continu over onze grenzen gaan? We moeten meer tijd nemen en wellicht iets minder willen. (Het lastige hieraan is dat tijd geld is, en dat we niet binnen afzienbare tijd gaan veranderen dat er meer geld naar de culturele sector en diens mensen gaat. Het is helaas waarschijnlijker dat er weer flink bezuinigd wordt. Tegelijkertijd is de afgelopen jaren de aandacht voor fair pay toegenomen. Terecht, maar als er niet meer middelen bijkomen, betekent dat dat hetzelfde bedrag over minder mensen verdeeld kan worden. Ze werken dan tegen een eerlijkere beloning, dat wel, maar als we alsnog niet iets veranderen aan de ambities en werkdruk, betekent het uiteindelijk alleen dat we ons in een burn-out blijven werken, zij het tegen een marktconform tarief.
Daarnaast roept dit de vraag op: als er minder wordt geproduceerd, wie mag dat dan doen? En wie gaat daarover? Als er minder ruimte is voor iedereen, werkt dat privilege in de hand. Hierin is dus ook iets te behalen vanuit de overheden, fondsen en subsidiënten, die enerzijds (zeggen te) luisteren naar het veld, maar ook het systeem in stand houden door zoveel eisen en voorwaarden te stellen dat, om het geld te krijgen, je als gezelschap of instelling eigenlijk niet anders kan dan hoog in te zetten op je beloftes, vervolgens door een overvraagd budget niet alles gehonoreerd krijgt en op een onhoudbare manier hard aan het werk moet om alsnog het aantal speelbeurten of bezoekers te behalen, zodat je geen risico loopt de wel toegekende subsidie weer in te moeten leveren.) Ik wil rustig, beleefd, helder en beargumenteerd schrijven, maar diep van binnen kan ik soms wel gillen van frustratie. Ik vat dit onderwerp persoonlijk op en het raakt me: het gaat immers om mijn vrienden, en om mezelf. Hierin kan het informele van de culturele sector een meerwaarde zijn en ik heb het dan ook steeds vaker met anderen in de culturele sector over deze persoonlijke overwegingen, moeheid en ontevredenheid. Toen ik laatst een van mijn opdrachten stopzette omdat ik merkte dat ik er fysiek aan onderdoor ging, was daar alle begrip voor. Er is meer aandacht voor fair pay, voor sociale veiligheid en het bevragen van machtsposities. Er wordt echt wel gesleuteld aan de kaders die soms zo muurvast lijken. Ik waardeer het dat de culturele sector niet zo winstgedreven is, al is dat niet echt een keus, maar gericht is op de mens, op samenwerking, op de creatieve geest, de mogelijkheden en op de menselijkheid. Het frustrerende hierin is dat we dus die menselijkheid kwijt te lijken raken, dat mensen worden ingezet als middel om een creatief of maatschappelijk einddoel te bereiken. Terwijl de individuele burn-out te voorkomen is als we daar collectief voor zouden kiezen. Laten we dus weer wat meer uitkijken voor elkaar en de focus op de mens terugbrengen in een sector die daar zo goed in is, die ons spiegelt wat het is om mens te zijn op een zwevend en draaiend stuk rots in een oneindig uitdijend universum.
0 notes
Text
Hallo daar
Ondertussen ben ik bij pagina 91. Ik heb het boek erg traag gelezen dus herriner me niet exact wat er allemaal gebeurt is maar daar wilde ik deze keer toch niet over schrijven. Waar ik het wel over wil hebben, is hoe ik denk dat dit boek gehandeld gaat worden.
Voor context: op dit moment gelooft dhr Utterson en de butler van dr Jekyll dat mr Hyde dood is (Hyde heeft chemikalien recht voor hun neus opgedroken en is vervolgens neer gevallen) en Jekyll hoogst waarschijnlijk ook.
Ik weet natuurlijk al enkele dingen over het verhaal doordat ik een lied van de musical adaptatie hiervan ken en daardoor heb ik enkele vermoedens.
Ik geloof niet dat Hyde en Jekyll dood zijn ookal dat eigenlijk ook goed mogelijk is. Dit heeft ook niet echt te maken met mijn punt/vraag maar ik wilde het toch noteren.
Dus, wat is dan waar ik het absoluut over wilde hebben? Nou, dat is over hoe dit verder gaat worden behandeld.
Dit boek heeft duidelijk met moraal te maken aangezien een lichaam een slecht en een goed persoon die in het leven, maar ik verwachtte aan het begin dat dit boek meer over de morale dilemma's ging gaan van Jekyll, die weet dat er kwaad in hem leeft waar hij geen controle over heeft. Die gedachte klopt denk ik niet aangezien ik weinig heb gelezen over Jekkyls gedachten.
Dus, nu is mijn vermoeden dat het zal gaan over hoe een buitenstaander, in dit geval Utterson, om moet/kan/gaat gaan met een persoon welke duele karakter eigenschappen heeft(natuurlijk in het boek zelf twee verschillende personen is) en tot hoeverre je je niets kan aantrekken van het kwade in een persoon om het goede in hun te beschermen.
Dece speculatie kan natuurlijk flauwekul zijn en heb ik volgens mij niet zeer goed verwoord maar ik hoop dat het toch een beetje begrijpelijk is.
Verder denk ik dat ik voor dit boek de kijkdoos opdracht zal doen aangezien ik alle paar creatieve ideeën ervoor heb.
0 notes
Text
The burn-out diaries #1
De stem in mijn hoofd.
De stem in mijn hoofd houdt me bezig.
Geeft me stress.
Ik maak me druk.
Beweeg je wel genoeg? Mensen zeggen niet voor niets dat dit goed voor je is.
Je hebt nog geen wandeling gemaakt vandaag. Zie je wel dat de zon schijnt?
Kijk om je heen. Zie je alle troep? Je weet dat het je stoort. Toch doe je er niets aan.
Je collega's hebben het vast heel druk zonder je. Je moet zo snel mogelijk weer aan het werk.
Zie je je vrienden wel genoeg? Als je nu alles afzegt, zijn ze weg als je herstelt bent.
---------------------------------------------------------------------
Ik kijk om me heen. Drie verpakkingen van chocolade-pepernoten. Ik houd niet eens van pepernoten. In een split-second gekocht toen ik voor het eerst in weken weer in een supermarkt stond. Zo gaat dat. Inmiddels staan er zeven mokken met een laagje koude thee op de tafel voor me. Het laatste slokje blijft altijd staan. Eerst wordt het koud, daarna vies.
Wat er verder om me heen ligt, verschilt per dag. Altijd minstens één boek, voor het geval ik plots wél energie en concentratie heb om te lezen. Een stuk of vijf weekendedities van de Volkskrant, veelal ongelezen. Niet uit desinteresse, maar omdat ik vergeten ben mezelf op te laden.
Gezichtsmaskers, serums en crèmes liggen ook vaak binnen handbereik. Selfcare is nu héél belangrijk. Het idyllische beeld van een moment van rust, komkommerschijfjes op mijn ogen, een kop thee en een blokje chocolade, voldoet eigenlijk nooit aan de verwachtingen. Binnen anderhalve minuut raak ik afgeleid door gedachtes, word ik onrustig en beland ik geheel onbewust in een deep dive op het wereldwijde web.
---------------------------------------------------------------------
Tot nu toe kan ik voor niets rust vinden. Ik ervaar constante spanning. En veel, heel veel, frustratie. Richting mezelf, richting de wereld.
Het schrijven van deze tekst geeft voor het eerst een sprankje rust, en vooral: zelfvertrouwen. Het is één van de weinige dingen die me goed af gaat. Ik ben opgelucht en trots dat zelfs nu niks anders meer lukt, het schrijven overeind blijft. Eindelijk heb ik iets waar ik op terug kan vallen. Ik ben benieuwd hoe lang dit stand houdt. Hoopvol zet ik een '#1' achter de titel van dit bericht. Of er een '#2' komt, zal de tijd leren.
0 notes
Text
EEN BOODSCHAP IN ZEVENTIEN LETTERGREPEN
Eigenlijk weten ze daar in het land van de rijzende zon pas echt wat dichten is. Om in een paar lettergrepen en enkele regels neer te schrijven wat leven is. Niet onterecht noemen ze hun land zelf Nippon: de oorsprong van de zon. Japan is het oosterse Eden, de plek waar de wereld is ontstaan. Het beloofde land in het verre oosten. In die bakermat is het zaad ontkiemt, daar ligt de bron, speelt het boek Genesis zich eigenlijk af. Dat is zoals de Jappen zichzelf hoog achten, maar de wens is de vader van de gedachte. En om dat geloof in zichzelf fier te houden, met de vlag in top, wordt de wil in poëtische woorden uitgesproken. En er weinig lettergrepen aan vuil gemaakt, want eenvoud is meervoud.
De tanka is een lyrisch gedicht zonder bedoeld rijm of vastgestelde maat. Het verwoordt hoe een natuurindruk en een eigen beleving elkaar vinden; met elkaar een gedicht vormen. Daaruit is de haiku ontstaan. Deze drukt, in de klassieke vorm, een ogenblikervaring uit, soms gelinkt aan en geïnspireerd door zen. De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin weinig ruimte is voor ontledingen en benaderende omschrijvingen. De Japanner is een meester in het kort verwoorden van een gevoel, het op scherp zetten van een impressie. Hij heeft weinig omhaal nodig om zich spitsvondig uit te drukken. Het is te vergelijken met de westerse light verse. Hoewel de oosterse dichter behagen schept in het opstellen van een tanka of haiku heeft het meer waarde dan ons plezierdichten met die lichte, speelse toon. De haiku mag dan fantasierijk zijn en luchtig lijken, het is een serieuze tak van sport.
"De positie van de haiku in onze literatuur is te vergelijken met die van de aquarel in de beeldende kunst", lees ik in het voorwoord van dichter en publicist Maarten Mourik tot de drietalige bundel 'Maren in de wind'. In de bundel met op de haiku gebaseerde poëzie is Duitstalig werk afgedrukt van Hugo Ernst Käufer. In het Nederlands en Fries vertaald door Gerhild Tóth-van Rooij. In de Friese titel komt de strekking van het boek, daterend 1996, het meest tot de verbeelding sprekend uit: De wyn boadskippet. "De Japanse haiku is in hoge mate evocatief", schrijft Mourik verder, "- ook hier ligt een parallel.met de aquarel voor de hand - waarbij zelfs het timbre van de woorden van belang is." De westerse haiku zal nooit kunnen voldoen aan de Japanse traditionele regels, is Mourik van mening, maar hoeft daardoor kwalitatief niet minder te zijn.
'Die Kirchenglocke / vom nahen Dorf herüber / zeigt das Sterben an - De klok van de kerk / in het dorp tegenover / verwijst naar sterven - De tsjerkeklok fan 't / doarp in eintsje fierderop / wiist it stjerren oan'
Käufer en Mourik zijn inmiddels overleden, maar Tóth-van Rooij is nog springlevend. Zij maakt zich nog voortdurend sterk voor deze vorm van poëzie. Over de kunstenaar werd in 1996 al geschreven dat met haar gelijkgezinde herdichting van het werk van Käufer ze niet alleen haar eigen dichterlijke potentie, maar ook de poëtische legitimatie van de westerse haiku bevestigd. Want het is natuurlijk geen sinecure om het Duits met al zijn taaleigenaardigheden over te zetten in de Nederlandse taal met tegengestelde betekenissen. Niet iedere uitdrukking of elk woord kan een-op-een met dezelfde strekking en betekenis van de ene taal in de andere worden overgezet. Er kan aan inhoud en relevantie verloren gaan. Beeldend kunstenaar en auteur/vertaler Gerhild Tóth weet het echter zo te bewegen dat de betekenis een nieuwe waarde krijgt. De taal als het ware is gerecycled en de haiku opnieuw kan worden beleefd, een eigen gevoel krijgt in de andere taal. In het Fries heeft de poëtische bewoording zelfs nog een dimensie meer.
'Erster Frost mahnt schon / dass die Erde genug hat / von all dern Reifen - Eerste vrieskou maant / dat de aarde genoeg heeft / van al het rijpen - Earste froast moannet / dat de ierde har nocht hat / fan al it rypjen'
In de Duitse moedertaal van Käufer bulderen de woorden uit de roerende regels. Donderend als Bachs koren en gezwollen bij Beethoven en Mendelssohn-Bartholdy. De taal leent zich voor een klassieke barse benadering waarin de herinnering de opmaat is. En omdat deze in de mond van de dichter zijn gelegd, het de spraak is die hij dagelijks bezigt, zijn die woorden gekozen die het meest schurken tegen de emotie. Dat te vertalen in het vlakke Nederlands is bijna als vloeken in de kerk. Tóth weet daar toch alles uit te halen en vanuit het platte vlak de taal naar een hoger plan te schrijven. De emotie is vertaald maar heeft aan kracht nauwelijks een letter verloren. Het Fries heeft dan weer meer energie en dynamiek. Daarin klinkt de ontroering van Käufer beter door. Daar schuurt de bewogenheid met doen en laten het best.
'Botschaften im Wind / den gestutzten Kopfweiden / wächst schon neues Haar - Maren in de wind / op gestutte knotwilgen / bot al nieuwe waas - De wyn boadskippet / oan skoarre stobbewylgen / waakst alwer nij hier'
Käufer woont afwisselend in Bochum en Sint Jacobiparochie, en deze aan elkaar ongelijke omgevingen echoën in de verzen. Zit hij in Duitsland tussen de huizen bij de industrie, op het Friese land overziet hij het noorderleech en loopt over de waddendijk. Dat verschil in zijn geeft de haiku een bijzonder persoonlijke tint. Past het Duits perfect aan het Ruhrgebied, de Friese taal is terecht in de Waadhoeke. Het Nederlands staat daar tussenin als overgang en om het doel en de betekenis duidelijk te maken. "Een gedicht is meer dan de som der woorden," schrijft Tóth in de aftiteling van de bundel, "en meer dan de letterlijke betekenis van op zichzelf staande regels. Een gedicht is een geheel, waarin metafoor, ritme en klank van gelijk belang zijn." Het is dus niet alleen de talige vertaling die ertoe doet, het is zeker ook de cadans die van belang is. Meer nog de melodie dan de taal is wat het gedicht zo leesbaar maakt. De strikte schrijfvorm en opbouw van de haiku maakt dat wel van de letterlijke vertaling moet worden afgeweken. Dit om het aantal lettergrepen en de opgeroepen beelden te behouden. En niet iedere uitdrukking heeft in de verschillende talen eenzelfde betekenis. "Een enkele keer leidde een andere woordkeus tot een sfeervoller klankbeeld."
'Nach der letzten Flut / im Sand Möwenfedern und / Plastikgerümpel - Na de laatste vloed / 't zand vol meeuwenveren en / verfrommeld plastic - Nei de lêste floed / yn 't sân seefûgelfearren / en fodzich plestik'
Vertalen is een avontuur vindt Tóth, daar er verschillen in gedachten en beelden zijn tussen het Duits, het Nederlands en het Fries. Deze verschillen benadrukken het unieke en onvervangbare van elke taal. En wist Gerhild Tóth in woorden niet de juiste sfeer te pakken, dan kon zij zich in getekende beelden uitdrukken. Hoewel in abstracte tekeningen gevat wordt er een werkelijk gevoel mee overgebracht.
'Botschaften im Wind' is een bijzondere bundel, waarin volkse en landseigen eigenaardigheden samenkomen. Waarin talen om elkaar draaien maar zich in het uitdrukken van gevoel kunnen vinden. "Tijdens het vertalen besefte ik," sluit Tóth af, "hoe bijzonder het is om een ander cultuurgoed te benaderen vanuit de taal en de traditie waarmee wij het meest vertrouwd zijn." 'Maren in de wind', 'De wyn boadskippet'. Een bundel met een missie die niet mag vervliegen in een bries.
Botschaften im Wind - Maren in de wind - De wyn boadskippet. Haiku / Tanka. Hugo Ernst Käufer, Gerhild Tóth-van Rooij. Uitgeverij Van Brug Groningen, 1996.
0 notes
Text
Sexy Schoolgirl Masturbating: Eine Streitschrift
Vanuit een vage herinnering aan een pornofilm van een drietal minuten wil ik iets schrijven over Nietzsche. Vanonder de stoffige pixels zal ik de vrouw opduikelen die de hoofdrol speelt, een amateuractrice en Libanees-Amerikaanse universiteitsstudente die de opbrengst van haar pornocarrière gebruikt om haar studieschulden af te betalen. Haar videos zijn een one-woman operation met steeds dezelfde dorm room setting. Wat je ziet als je door haar profiel scrolt is een mozaïek aan thumbnails waarin linksboven telkens hetzelfde gordijn hangt, gesloten. In de video waarover ik het heb, ‘Sexy Schoolgirl Masturbating’, stript en masturbeert ze verkleed als schoolmeisje voor de camera. Het beeldkader beperkt zich tot de grenzen van haar bed. Het is duidelijk dat de kamer ofwel klein is, of dat de camera express in een nauwe hoek wordt gedrongen. Af en toe verdwijnen haar voeten uit beeld wanneer ze op de rand van het bed zit. In de eerste halve minuut van de video doorbladert ze nonchalant een dik boek: een dubbele uitgave van de Genealogie van de Moraal en Ecce Homo, een boek met een donkerpaars portret en dikke rode letters op de kaft.
Volgens Virginie Despentes heeft porno een ‘quasi-mystieke dimensie’, de capaciteit om een kortsluiting in de taal te veroorzaken en ratio te omzeilen naar een plek van verlangen die de meeste mensen angst aanjaagt. Deze angst ontstaat doordat de kijker wordt overgeleverd aan een vorm van waarheid over zichzelf: dit is wat ik geil vind. Gelijkaardig beschrijft Nietzsche de filosofie in de inleiding van Ecce Homo: “…het opzoeken van al het vreemde en twijfelachtige in het bestaan, van alles wat door de moraal tot dusver in de ban werd gedaan.” Het verschil is dat Despentes wat waarheid is in porno omschrijft als een roes en openbaring van verboden verlangen, terwijl Nietzsche het heeft over het opzoeken van het verbodene niet in een poging om ‘onder invloed’ te raken, maar om helderheid te krijgen. Bovendien gaat Despentes iets korter door de bocht. Ze beschrijft een gedachtegang die zich ondertussen verpopt heeft tot een gemeenplaats in artistieke en pornografische middens. Het is het soort waarheid die voornamelijk verkondigd wordt door swingers als ze beweren dat zij de enigen zijn die écht eerlijk zijn met zichzelf. Wat maatschappelijk correct is versus wat je stiekem wilt en nodig hebt. Er vindt een ontmaskering plaats. Maatschappelijke idealen blijven clashen met zichzelf zijn of worden. Maar wat heeft dat dan te maken met quasi-mystiek? Mystiek wordt vaker gekoppeld aan pornografie, in de zin dat porno de (potentiële) macht heeft om de geest compleet in de ban te brengen zonder dat de kijker noodzakelijk controle heeft over wat hen wordt aangedaan. In die zin doet het denken aan openbaringen van mystieke waarheid. Nietzsche verzet zich verscheidene keren tegen de waarheid via openbaring op deze manier. Hoe balanseer je de nevel met het inzicht? De standpunten van Despentes en Nietzsche naast elkaar leggen is appelen met peren, en filosofie met porno vergelijken. Maar de brug is al geslagen, waarom dan niet verdergaan? De introductie van een nieuwe leerlinge in de klas van Zarathoestra kan alleen maar bevorderlijk zijn, de confrontatie alleen maar interessant.
Ik herinner me een vak dat ik volgde aan de universiteit, ondertussen een viertal jaar geleden. Als eerstejaarsstudent was het belangrijk dat je leerde hoe je een samenhangende tekst moest schrijven. Na een reeks instructies over deadlines en andere praktische zaken volgde een slide met één zin: “Please don’t write porn”. Een vreemd zwaartepunt aan het einde van de les, schrijf geen porno. Naast een ban op lettertypes die niet Times New Roman zijn en lange paragrafen werd ook het schoolmeisje dat repetitief zichzelf bevredigt verbannen uit alle dubbel gespatieerde werkstukken. Niet dat ik zoveel zin had om te schrijven over seks voor mijn professor. De opdracht was om te leren schrijven, niet om literaire meesterwerken voor te brengen. Ik was zelfs helemaal niet van plan om er iets persoonlijks in te verwerken. Had ik iets persoonlijks geschreven, dan had niemand het geweten, ik sprak amper. Langs een ommetoer leerde ik toch iets op papier krijgen, maar het was moeilijk. Ik probeerde steeds opnieuw om iets ‘serieus’ te schrijven. Na het nulnummer van dat soort teksten volgde een betere versie, een betere versie voor echt, en na de betere versie voor echt echt vlogen ze meestal de digitale prullenmand in. Dan schreef ik maar iets belachelijks, iets grappigs of iets absurds. Het heeft iets te maken met zelfsabotage, maar ook met waarheid. Want wat ik graag wou zeggen, vond ik altijd op het laatste moment te riskant om op beoordeeld te worden, onbehaaglijk intiem of ambigu. Het kan ook zijn dat ik te hard probeerde om iets te zijn dat ik niet was. Vreemd genoeg overlappen die twee velden.
Het meisje in de video is een studente die een studente speelt, die een boek leest dat ze als echte studente waarschijnlijk gelezen of toch op z’n minst aangekocht heeft. Wat is de waarheid? De meeste schoolmeisjes dragen geen mini velcro rokjes. Waarom leest dit personage? Nietzsche binnenhalen voegt een bizarre zwaarte toe. Misschien heeft ze er zelf niet eens bij stilgestaan. Of misschien wel, het valt moeilijk te zeggen wat haar plan voor de regie was. Het eindproduct is plat en stug, maar ook ambigu. Het overgrote deel van de video is onverleiderlijk door zijn directheid. De vierde muur wordt continu doorbroken doordat de actrice steeds opnieuw de camera inkijkt, wat op zich geen uitzondering is bij dit soort amateurvideos. Het overdreven acteren is ook niet nieuw, maar voegt nog toe aan het doorbreken van de illusie. In die zin is het een kunstwerk. Schijn toont zich als schijn. En dan de laag eronder: ze speelt zichzelf. Of toch een versie van zichzelf, een cliché dat zich binnen de wanden van het frame ophoudt. Worden wie je bent door te zijn wie je niet bent, wat houdt dat in? Terwijl deze actrice haar leven doorleeft, blijft haar beeld als schoolmeisje hangen om voor eeuwig herhaald te worden. Welke rol speelt ze in die korte eeuwigheid? Ze speelt iets dat zowel zichzelf is als miljoenen anderen en ook niemand. Ze creëert zichzelf en ik creëer haar door mezelf. Er zit storing op het beeld. Een zandstorm van pixels.
Ik had een droom waarin ik de schuifdeur van mijn kamer probeerde te sluiten, maar telkens ik het probeerde, veranderde de deurknop van plaats. Dus terwijl ik de deur wou dichtdoen, deed ik haar steeds opnieuw open. In mijn droom was het een kwestie van leven of dood: de deur moest dicht omdat er anders mensen of demonen zouden binnenkomen. Terwijl ik wanhopig aan de deur zat te trekken, zat ik op de grond op de schoot van mijn lief. Hij probeerde me te troosten, hij zei me dat het toch zo erg niet was, maar ik kon hem maar niet uitleggen wat er aan het gebeuren was. Bovendien zat ik vast in een frustrerende tijdlus waarin ik droomde in mijn droom, waardoor alles steeds opnieuw begon. Het impactvolste aan de droom was de fragmentarische en repetitieve manier waarop ik alles meemaakte: mijn deurenspel herstartte zich in schokken, alsof ik doorgespoeld of herhaald werd. Toen ik in paniek wakker werd, maakte ik mijn partner wakker om het hen nog eens te vertellen, in de hoop dat die nu wel zou snappen wat er aan de hand is.
Op dit punt komt alles een beetje in elkaars vaarwater terecht. Om terug te keren op wat ik eerder zei over Nietzsche: ik had het niet noodzakelijk over de helderheid van axioma’s, maar een helderheid van denken. De onhelderheid die moet vermeden worden zijn de vertroebelingen van mystici, niet noodzakelijk de ambiguïteit van verlangen of interpretatie. Die blijft. Passieve pornografische roes, in zoverre die de trekken vertoont van de roes van alcohol en de roes van het Christendom (in de tijd van Nietzsche), is iets om te vermijden. Maar als in zoverre het de kans geeft om iets nieuws te genereren, is het bruikbaar. De waarheid wordt door de zintuigen bereikt, in het gewriemel en de strijd van de verschillende lagen. In de dubbelheid zit de deconstructie.
Het meisje wandelt tussen twee bergkammen in. Haar halsband doet denken aan de slaafsheid van de juk, maar overschreven met een nieuwe betekenis: ‘ik moet’ wordt ‘ik wil’.
In de video keert ze voor eeuwig terug. In iedere loop verandert en verschuift een beetje betekenis. Aan het einde van de video, de pijl die naar zijn eigen staart wijst: nog eens. Twee kanten: de mens, en daarnaast de schijnfiguur die voor een drietal minuten mijn interesse wekt, om daarna vergeten en teruggevonden te worden. Ik wil deze video stellen als het centrum van zijn eigen kosmos. Op die manier wordt het gedachte-experiment van Nietzsche zeer letterlijk en reëel: op het internet keert dit moment werkelijk terug voor eeuwig. Maar in het herhalen zit ook een verandering, worden. De mens, de schijn en de herinterpretatie. Een realiteit buiten het beeldkader die ik met haar deel en een video tussen ons beide in.
0 notes
Text
Scherven van nostalgie
De Amerikaanse schrijver Bret Easton Ellis komt na dertien jaar met een nieuwe roman: Scherven. Een boekbespreking in De Volkskrant leert mij dat het lijvige boekwerk maar liefst 574 bladzijdes telt, met verhalen die ‘werken als een collage’. Het boek kwam tot stand doordat de schrijver tijdens de lockdown van 2020 uit pure verveling online op zoek ging naar zijn oude klasgenoten en de plekken waar ze elkaar vroeger ontmoetten, zoals de clubs, de bioscoop, de platenwinkels en de winkelcentra in de buurt. Hij kwam er zodoende achter dat deze allemaal niet gewoon gesloten waren, maar compleet verdwenen. Het zorgde bij hem voor een golf van nostalgie, die hij inzette als inspiratie voor zijn nieuwe boek.
Een en ander deed me denken aan nieuwjaarsdag 2012. We waren enkele dagen te gast in onze hoofdstad om de jaarwisseling te vieren. De eerste dag van het nieuwe jaar was een koude en druilerige. De stad lag er troosteloos en stil bij, alsof alle levensvreugde na afgelopen nacht al op was geraakt, terwijl het jaar nog geen half etmaal oud was. Na de brunch namen we lijn 17 richting Osdorp. Mijn eerste levensjaren had ik hier doorgebracht en mijn vroegste herinneringen stammen uit deze tijd. Ondanks dat ik er nadien niet vaak meer was geweest, herkende ik de omgeving toen we met de tram het stadsdeel binnenreden. De lange winkelstraat, de flats en de grote waterplas leken identiek te corresponderen met mijn belegen herinneringen.
De flat waarin we hadden gewoond was onderdeel van vier identieke flatgebouwen die parallel aan elkaar waren gebouwd en lag niet ver van de bushalte waar we uitstapten. Terwijl we langs de eerste drie flatkolossen liepen, verwachtte ik vervolgens flatgebouw vier, waar we in de jaren zeventig van de vorige eeuw op nummer 38 hadden gewoond. Het bleek een desillusie: juist déze flat was volledig verdwenen en alles wat restte was een enorm grasveld. Ik vroeg aan een voorbijgangster of zij wist wat er met de flat was gebeurd. De andere drie stonden er immers nog. “Platgegooid”, zei ze met een onvervalst Amsterdams accent. “Hier gaan ze binnenkort nieuwe appartementen bouwen. Die andere drie gaan ook nog plat…”
Ruim elf jaar later zoek ik op Google naar informatie over de desbetreffende buurt. Inmiddels zijn alle vier de flatgebouwen weg en zijn er tientallen moderne appartementen gebouwd in een aantrekkelijke, groene omgeving. Ik stuit ook op een archiefsite, waar mensen reacties kunnen schrijven over hoe het er vroeger was. Er worden anekdotes gedeeld en namen genoemd van mensen die er hebben gewoond door de jaren heen. Ook lees ik de verschillende verhalen over die mooie, oude tijden, waarin altijd de zon leek te schijnen, iedereen met elkaar bevriend was, kinderen buiten speelden totdat de moeders riepen dat het eten klaar was en dat er tikkertje en stoeprandje werden gespeeld op de brede stoepen voor de flats totdat het donker werd. Oja, en wie wist zich nog de aardappelboer, de voddeman en de melkboer te herinneren?
Gevoelens van nostalgie worden gezien als een secundaire emotie, die, naar alle waarschijnlijkheid, alleen voorkomt bij mensen. Dit in tegenstelling tot de primaire emoties, zoals bijvoorbeeld angst en boosheid, die bij alle diersoorten voorkomen. Het begrip ‘nostalgie’ is een samenstelling van de Griekse woorden ‘nostos’ (terugkeer of thuiskomst) en ‘algos’ (droefheid, pijn). Voor mij gold aan het prille begin van 2012 het ��nostos’-gedeelte. Een bijzonder moment, dat de persoonlijke collage aan vroege herinneringen aanvulde en context gaf aan de enigszins vergeelde foto’s en de bijbehorende verhalen van toen. We kunnen nostalgische gevoelens dan ook zien als de denkbeeldige scherven van vervlogen tijden die geen scherp randje hebben. En we weten allemaal wat men zegt over scherven.
0 notes
Text
Slaap! - Leeservaring
Hallo Lezers,
Dit is mijn leeservaring van het boek Slaap!
Slaap!
Maya lijdt aan slapeloosheid en probeert alles te doen om een paar uurtjes slaap te krijgen. Ze neemt niet deel aan de maatschappij en heeft geen baan. 's Avonds treitert ze de samenleving door belletje te trekken. Ze benijdt de mensen die wel 's avonds kunnen slapen en is gefrustreerd met haar leven. Haar vriendje maakt het uit met haar, omdat hij niet meer weet wat hij moet doen.
Op een avond ontmoet ze haar gelijke, Benoit. Ze vertonen overeenkomsten en er groeit een tedere, bizarre relatie tussen de twee hoofdpersonages.
Mijn verwachtingen voor dit boek waren niet hoog. Ik ben iemand die een boek beoordeelt aan zijn omslag. De omslag was niet zo indrukwekkend en ik dacht dat het boek niet zo goed zou zijn. Ik las het boek op een avond, in iets minder dan twee uur. Ik dacht: "Het is maar een boek voor Nederlands, ik zal het snel lezen en er dan vanaf zijn." Hierdoor miste ik soms details waar ik later spijt van had. Toen we het boek bespraken in mijn Nederlandse klas waren mijn verwachtingen ook niet hoog. Ik dacht dat de bespreking van het boek vlot en oninteressant zou zijn, maar tot mijn verbazing had ik het mis. Toen ik in de klas kwam, was mijn enige gedachte over het boek dat het bizar was, en zelfs dat was een understatement. Maar hoe meer we erover praatten, des te meer ik de verschillende lagen van het boek begon te begrijpen. Dit is mijn persoonlijke ervaring: welke onderwerpen ik over het hoofd zag, welke me interesseerden en hoe het boek een diepere betekenis heeft dan wat de meeste mensen zouden denken.
Het boek begint met een van de hoofdpersonages, Maya, die praat over haar slapeloosheid: "Mijn nachten waren langer dan mijn dagen, want 's nachts was ik alleen." Dit zei ze terwijl ze naast haar vriendje lag. Hierdoor kreeg ik de indruk dat ze eenzaam was, zelfs al had ze een geliefde. 's Avonds, wanneer de hele wereld sliep, was zij wakker. Ze speelde belletje trek om de tijd te laten passeren.
Op een avond, terwijl ze belletje trok, belde ze aan een deur. Zoals gewoonlijk verwachtte ze dat er niemand open zou doen of wakker zou zijn, maar nu was er wel iemand wakker. De man heette Benoit. Hij was in de vijftig en had ook slaapproblemen. Door dit fenomeen groeide er een band tussen de twee.
Het boek is geschreven in de ik-vorm van Benoit en Maya. Het wisselt onduidelijk af tussen de twee vertellers, waardoor het verhaal soms ingewikkeld werd. Maar hierdoor kreeg het verhaal wel iets bijzonders. Ik ben deze manier van schrijven nog nooit tegengekomen en vond het intrigerend om iets nieuws te kunnen lezen.
In het begin van het boek dacht ik dat de enige overeenkomst tussen de twee hoofdpersonages hun slapeloosheid was, maar naarmate ik verder las, kwam ik meer te weten over de personages. Ik had enkele details over hun gelijkenissen gemist, die pas duidelijker werden toen we er in de klas over discussieerden.
Benoit had een trieste jeugd. Zijn moeder was prostituee en dit leidde tot pesterijen op school. Uiteindelijk werd hij in een psychiatrische instelling geplaatst nadat hij een jongen had neergestoken met een mes. Toen hij met zijn moeder vluchtte, kregen ze een ongeluk en overleed zijn moeder.
In het boek waren er veel overeenkomsten tussen Maya en Benoits moeder. Op een gegeven moment hadden Maya en Benoit een romantisch uitje, en ik vond het soms bizar hoe gehecht Benoit was aan Maya, omdat zij zo veel op zijn moeder leek. Dit wekte bij mij de indruk dat er mogelijk iets incestueus aan de hand was tussen Benoit en zijn moeder. Ik realiseerde me deze puzzelstukjes pas toen we er in de klas over spraken, maar nu ik erop terugkijk, vind ik het een belangrijk detail dat ik over het hoofd heb gezien.
Er waren nog meer overeenkomsten tussen de twee personages, buiten hun slapeloosheid en de link tussen Maya en Benoits moeder. Ze waren allebei outcasts in de maatschappij. Ze hadden geen baan, geen vrienden of geliefden. De mensen van wie ze hielden, verlieten hen. Ze waren allebei eenzaam en vonden troost in hun eenzame bestaan. Benoit had geen familie, en Maya's familie gaf alleen om haar wanneer ze iets nodig hadden.
Het boek was een emotionele rollercoaster om te lezen. Het was behoorlijk deprimerend, maar wel realistisch. Realistische boeken geven meer inzicht in de wereld dan boeken die alles mooier en dromeriger maken. Veel mensen vonden dit een slecht boek, omdat het onderwerpen besprak waar de meeste mensen op mijn school geen interesse in hadden. De meeste mensen willen hun leven dromeriger maken en alles romantiseren om zo positief te kunnen leven. Maar positiviteit kan niet bestaan zonder negativiteit. Elk boek leert ons iets nieuws, en bij Slaap! heb ik ook iets nieuws geleerd. Ik heb geleerd dat details en woorden er zijn om een reden. Als er iets wordt vermeld, moet je niet denken dat het er maar gewoon bij hoort zonder enige samenhang. Bij dit boek heb ik geleerd dat sommige boeken een veel diepere betekenis kunnen hebben. Daarom zal ik proberen om boeken in de toekomst met een andere blik te lezen, en de verhalen dieper te bekijken.
Ik vond het boek niet zo indrukwekkend omdat ik de helft niet duidelijk heb gelezen, en hierdoor had ik spijt. De eerste keer is altijd de beste keer, en bij dit boek was mijn eerste keer verpest omdat ik het niet serieus genoeg nam en niet zo aandachtig las. Dit was een geleerde les dat ik hopelijk niet zal herhalen bij het volgend boek.
Bedankt om voor het lezen.
Josephine :)
0 notes
Text
De plattelandsillusie
Frisse lucht, weidse uitzichten, gezond buiten wonen, gemeenschapsbesef. Nah! Niets van dat alles op het platteland. De lucht is helaas niet ‘fris’ door het pesticiden- en mestgebruik van de boeren, de weidse uitzichten zijn pure armoede door het monocultuurlijk (is dat een nieuw woord?) landschap en het ontbreken van biodiversiteit en gezond is het daardoor ook niet. En ben je geen autochtoon, dan hoor je er niet bij, ook niet als je hier al vijfentwintig jaar woont. Dat belooft dus wat.
Het Boerengenieten is daarom veranderd in Het Buitengenieten. Want het ‘boeren‘ genieten bestaat niet meer. Al een hele tijd niet meer. (Weet ook eigenlijk niet waarom we ons blog ooit zo genoemd hebben…). Door alle onprettige ervaringen hier op het platteland is de lust tot schrijven me vergaan. Over die ervaringen kan ik inmiddels een boek schrijven. (Niet zo’n leuk boek als Poes poes poes!). Vandaar dat we ons ook niet meer willen associëren met ‘boeren’ in het genieten.
Sinds we op het platteland wonen, nu zeven jaar, lijkt het wel alsof er een beerput is opengegaan. Zoveel shit komt er bovendrijven. Wij stadse mensen zien met eigen ogen hoe weinig respectvol er met de bodem en de flora en fauna op het platteland wordt omgegaan. Er is niet voor niets een teruggang in biodiversiteit. (Natuur heet in Nederland alleen natuur als er een hek omheen staat waar mensen op hun vrije dag kunnen recreëren. Maar natuur dat zijn wij zelf ook, en ook onze directe omgeving is natuur. Maar dat is een ander verhaal).. Gelukkig zijn wij niet de enigen die zien wat er gebeurt en ontwaakt de wereld. Helaas wel met heel veel kampen.
Hoe gek is het dat je je als Nederlander ontheemd kunt voelen in Nederland. Nu ik op het platteland woon, ben ik praktisch gezien geen stedeling meer, maar op mijn huidige woonplek, het platteland, ben ik niet welkom. De tweede vraag die ons steevast gesteld wordt in gesprekken met ‘autochtonen’ van Noord-Beveland, als het een vraag is, ‘je komt hier niet vandaan he?’. Het is meer een constatering, één die je buitensluit, die een grens trekt tussen mensen ‘van hier’ en ‘mensen van daar’. Alsof je niet meetelt, omdat je niet van hier bent.
Als je in de stad woont, ben je gewend om met mensen samen te zijn die hun roots niet in Nederland hebben. Je ziet elkaars verschillen en leert daarvan. Ik heb nog nooit van mijn leven tegen een allochtoon gezegd ‘jij komt hier niet vandaan he?’. Want wat maakt het uit. Je hebt het met elkaar te doen. Ik denk dat een groot deel van de inwoners van Nederland niet meer op de plek woont waar hij of zij geboren is. Op het platteland word je er echter op afgerekend. Kom je hier niet vandaan, dan kun je maar het beste je mond houden. Zoals een boer ons ooit zei ‘jij wilt op het platteland wonen, dus pas jij je maar aan aan de boeren’. Doe je wel je mond open, dan word je ‘intolerant’ genoemd.
Het gekke is, dat we dat tijdens ons proefwonen in Colijnsplaat een totaal andere ervaring hadden. Jammer, want als ik geweten had dat ik hier niet welkom ben, dan had ik Noord-Beveland absoluut links laten liggen. Het is een leuke plek voor toeristen, maar niet om als Nederlander een toekomst op te bouwen. (Zoals Roompot het zo mooi zegt: ‘investeren in een plek waar je welkom bent…’ Oftewel op z’n Noord-Bevelands: ‘je bent eigenlijk niet welkom, maar je bent welkom om je geld te brengen'.)
Waar het kort op neer komt, is dat het ‘genieten’ op het platteland een illusie is gebleken. We wonen in een ‘agrochemisch industriegebied’. Waar kwistig gestrooid wordt met (kunst)mest en gespoten wordt met landbouwgif alsof het suikerwater is. Biodiversiteit is er op sterven na dood en de waterkwaliteit is om te huilen. Over andersdenkenden / mensen van elders wordt door de autochtone bevolking geroddeld. En vooral alles moet onder controle gehouden worden, de bermen, de hagen, de bomen, wilde dieren en vogels en elkaar.
Gelukkig hebben wij een oase gecreëerd in deze plattelandswoestijn, waardoor in onze tuin wel van alles zoemt, kruipt, huppelt en vliegt. Hoe het verder moet weet ik echter niet…
Het Buitengenieten | 20 april 2023
0 notes
Text
Hallo daar
Nieuw schooljaar, nieuwe boeken om over te schrijven. Dit jaar lees ik schuld van ikweetnietmeer, met huid en haar van marita de sterck en laatst de zonderlinge geschiedenis van Dr. Jekyll en Mr. Hyde van R. L. Stevenson. Dat laatst is ook waarmee ik begin.
Ik had eerst een ander vertaald boek gekozen maar toen ik op zangles was zong mijn medeleerling een liedje uit de musical jekyll en hyde. Ik had al eerder van jekyll en hyde gehoord en werd benieuwd naar waar het vandaag kwam. Toen vond ik dit boek, de uitvinding van Jekyll en Hyde.
Normaal gezien ben ik geen liefhebber van boeken dat over het goede en kwade gaan, de filosofie ervan vind ik verschrikkelijk nutteloos om over te denken. Maar dit vind ik toch bijzonder een bijzonder boek omdat het thriller elementen mixt met dit thema. Daarnaast wil ik graag wat klassiekers lezen en aangezien dit boek in 1886 is geschreven zou ik het dat wel noemen. (De volgende op mijn lijst klassiekers is "No longer human" van Dazai Osamu)
Ik ben nu op pagina 30 van het boek en ben zeer tevreden met hoe het boek niet treuzelt aan het begin en het je gelijk meetrekt in waar het verhaal over gaat.
Wat ik niet verwacht had is dat jekyll en hyde niet de belevende personages zijn tot nu toe maar ipv hen is dat ene Mr. Utterson. Ook worden de twee als andere mensen gezien en van wat ik weet zijn ze monster en mens in een lichaam, dus ik ben benieuwd hoe de schrijver ze als een wezen zal voorbeelden, waarom zijn jekyll en hyde met elkaar verbonden?
Ik heb echt veel zin in dit boek en tot de volgende!
0 notes